Spannende herfst voor de pensioenfondsen (telegraaf.nl)

Nou, zo spannend is het niet.
Je kan nu al vrij zeker concluderen dat de beleidsdekkingsgraden de komende maanden zullen dalen.
Waarom? Omdat de beleidsdekkingsgraad de gemiddelde dekkingsgraad is over de afgelopen 12 maanden.
En laat nou de dekkingsgraad (van ABP, maar ook andere fondsen) van oktober, november en december van vorig jaar nog gemiddeld 98% zijn.
Van de eerste 9 maanden van dit jaar is het gemiddeld 90,6%.
De beleidsdekkingsgraad op dit moment is 92,5% (wat al absurd laag is natuurlijk).
Maar als we aan het einde van het jaar kijken, dan zijn de 3 "goede" maanden van vorig jaar niet meer meegeteld en zal de beleidsdekkingsgraad hoogstwaarschijnlijk onder de 91% uitkomen.

Spannend? Misschien, als je je richt op de afzonderlijke maanden. Maar de beleidsdekkingsgraad is niet voor niets ingevoerd. Beleid zal op basis van deze graadmeter gevoerd moeten worden.
En in dat geval is het niet zo spannend.
Er is maar 1 conclusie mogelijk: Iedereen moet inleveren.

De dekkingsgraad van een pensioenfonds moet berekend worden op basis van een rendementspercentage wat niets met de werkelijkheid te maken heeft. Hierdoor lijkt het alsof er in de toekomst tekorten zullen zijn om de pensioenen volledig uit te betalen.

Niets is minder waar.
De verplichte rekenrente voor pensioenfondsen is op dit moment ongeveer 1,8%. De meeste pensioenfondsen behalen in werkelijkheid echter een veelvoud aan rendement. Bijvoorbeeld het ABP, wat de afgelopen 20 jaar (ondanks de crisis) een gemiddeld rendement behaalde van 7% en in 2016 t/m het 3e kwartaal zelfs een rendement behaalde van 8,8%.

Zelfs de Europese toezichthouder EIOPA heeft al diverse malen aangegeven dat de Nederlandse rekenmethode onjuist is en dat de rekenrente gewoon op het Europese gemiddelde van 4,2% gezet kan worden.

Wanneer de rekenrente met 1 procentpunt stijgt, stijgt de dekkingsgraad met 15 procentpunten. Bij een rekenrente van 4,2% betekent dit dat de dekkingsgraden van de Nederlandse pensioenfondsen direct op een veilig niveau staan om niet alleen aan alle toekomstige verplichtingen te voldoen, maar ook de huidige pensioenen met terugwerkende kracht te indexeren.

Dat er nog steeds krampachtig vastgehouden wordt aan de lage rekenrente, is een gevolg van het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Zij gaan er vanuit dat in heel Europa de pensioenstelsels op dezelfde manier opereren, maar vergeten dat in Nederland de aanvullende pensioenen geen omslagstelsel is waarbij de werkenden de pensioenen moeten betalen van degenen die al met pensioen zijn. Dat is in de meeste andere Europese landen wel het geval. Omdat met name de zuid-Europese landen kampen met enorme overheidsschulden, probeert men de rente zo laag mogelijk te houden door iedere maand 80 miljard euro garant te stellen om op papier te doen lijken alsof die landen hun (pensioen)verplichtingen nog steeds kunnen nakomen. Dat is in Nederland helemaal niet nodig, omdat het aanvullend pensioen een kapitaaldekkend systeem is wat haar eigen broek op kan houden.

Alle sprookjes over een "spannende herfst" voor onze pensioenfondsen, slaan derhalve nergens op.

Het zijn vooral de gepensioneerden voor sie het "spannend" is.

Zij wachten in spanning af hoeveel ze nu weer in moeten leveren van hun ooit als "waardevast" gepresenteerde pensioen.

@2
"De verplichte rekenrente voor pensioenfondsen is op dit moment ongeveer 1,8%. De meeste pensioenfondsen behalen in werkelijkheid echter een veelvoud aan rendement. Bijvoorbeeld het ABP, wat de afgelopen 20 jaar (ondanks de crisis) een gemiddeld rendement behaalde van 7% en in 2016 t/m het 3e kwartaal zelfs een rendement behaalde van 8,8%."

De rekenrente is op het moment slechts 0,9%.
En in het verleden behaalde rendementen bieden geen garantie voor de toekomst.
Maar verder wil ik uw reactie wel enigszins corrigeren. Zoals u het stelt lijkt het ABP er blakend voor te staan.
Maar als je de tijdslijn voor bepaling van het rendement op het moment net iets verschuift, dan is het rendement opeens zomaar anders.
Ik geef nu een flauw voorbeeld, maar ik wil enkel aangeven dat het maar net is welke tijdframe je gebruikt. Eind Q1 2015 had ABP 373 miljard in kas. Eind Q1 2016 was dat 359 miljard.Een verlies van 3,8%. Zoals ik zei, flauw voorbeeld. Maar het is een gegeven dat je niet weet wat de economie van de toekomst ons brengt. Zeker met een afkoelende wereldeconomie.
Bovendien wil ik u er op wijzen dat de verplichtingen van het ABP sinds begin 2016 zijn toegenomen van 361 miljard naar 420 miljard. Dat is deels het gevolg van de afgenomen rekenrente, maar voor een groot deel ook een gevolg van de enorme toename van gepensioneerden de afgelopen 2 jaar. En die toename van gepensioneerden gaat nog de komende 30 jaar aanhouden.
De uit te keren pensioenen zullen de beleggingsresultaten overtreffen op termijn. U moet zich voorstellen dat er in 2014 nog een krappe 10 miljard per jaar aan pensioen werd uitgekeerd.
Dat zal de komende 30 jaar ongeveer toenemen tot een slordige 60 miljard per jaar. Verdrievoudiging door verdrievoudiging (ongeveer 48,7% 70+ van de totale bevolking in 2045, ten opzicht van 17,8% 65+ tov de totale bevolking in 2015) van het aantal gepensioneerden. En daar bovenop een verdubbeling door inflatie.

Aangezien de toekomst (toekomstige beleggingsresultaten) onzeker is, maar wel zeker is dat het aantal gepensioneerden drastisch toeneemt, moeten er wat reserveringen ingebouwd worden.
En als je dekkingsgraad dan onder de 100% is, dan ben je ver af van reserveringen.

Ik ben zelf van mening dat de huidige reserves (lage rekenrente en geen indexatie van pensioenen) nog niet voldoende is om de pensioenfondsen toekomstbestendig te maken.
Iedereen (het zijn dus niet alleen de huidige gepensioneerden die geraakt worden, maar ook mensen die nu nog premie afdragen, maar in de toekomst met pensioen gaan) moet daar aan bijdragen.

Je kan het toch niet maken dat mensen over 10 jaar hun hele werkende leven premie hebben betaald, maar dat dan gezegd wordt: Sorry, voor u is er geen pensioen, omdat de economie niet helemaal mee zat en de gepensioneerden voor u dus de pensioenpot maar hebben opgemaakt. Kan toch niet?

@3
De maatregelen treffen iedereen, niet alleen de gepensioneerden, maar ook diegenen die in de toekomst met pensioen gaan.

@4
Sorry, 1 correctie:
"U moet zich voorstellen dat er in 2014 nog een krappe 10 miljard per jaar aan pensioen werd uitgekeerd.
Dat zal de komende 30 jaar ongeveer toenemen tot een slordige 60 miljard per jaar. Verdrievoudiging door verdrievoudiging (ongeveer 48,7% 70+ van de totale bevolking in 2045, ten opzicht van 17,8% 65+ tov de totale bevolking in 2015) van het aantal gepensioneerden. En daar bovenop een verdubbeling door inflatie."

De eerste verdrievoudiging moet zijn verzesvoudiging.

@5 "De maatregelen treffen iedereen, niet alleen de gepensioneerden, maar ook diegenen die in de toekomst met pensioen gaan."

Dat is nu juist de reden, dat ook de jongeren zich moeten verzetten tegen de methodiek van de pensioenfondsen.
Hun winsten, (voor het gemak maar verplichte buffers genoemd), worden behaald over de ruggen van ingelegde pensioenpremies; zowel die van nu als uit het verleden.

@4 Uw voorbeeld geeft precies aan waarom de huidige rekenmethode onjuist is. In uw voorbeeld noemt u slechts een kwartaal. Pensioenfondsen beleggen niet voor de korte termijn, maar zijn organisaties die per definitie alleen voor de lange termijn beleggen. De nu opgelegde methode kijkt alleen maar naar de resultaten van de afgelopen 12 maanden en zorgt dus voor de paniekverhalen die ieder kwartaal weer opduiken.

Natuurlijk zijn resultaten uit het verleden geen garantie voor de toekomst. Een zekerheid inbouwen van (bijna) 100% is echter onrealistisch. Zelfs als de ingelegde premie alleen maar onder het matras wordt verstopt, weet je nog niet hoeveel je kapitaal minder waard wordt door inflatie.

Op dit moment zijn er 3 miljoen gepensioneerden. In 2040 zullen er volgens het CBS ongeveer 4,7 miljoen gepensioneerden zijn. Dit aantal stabiliseert daarna en gaat na 2050 weer langzaam afnemen omdat de geboortegolf van rond 1950 dan is overleden. Ook de zogenaamde "dubbele vergrijzing" omdat de levensverwachting toeneemt, wordt inmiddels opgevangen door de pensioendatum steeds verder op te schuiven. Was de gemiddelde werkelijke pensioenleeftijd in 2006 nog ongeveer 61 jaar, inmiddels is dat al opgelopen naar ruim 64,1 jaar.

De toenemende verplichtingen zijn gedekt door de toename van het aantal deelnemers. Dat het aantal werkenden afneemt in verhouding met het aantal gepensioneerden heeft alleen invloed op de AOW. Dat is nu precies het probleem met de huidige rekenmethode. Zoals ik al heb uitgelegd, komt dit omdat de ECB er vanuit gaat dat de Nederlandse pensioenen op dezelfde manier gefinancierd worden als in de rest van Europa.

Omdat de plannen klaar liggen om de AOW volledig te fiscaliseren betekent dit dat de AOW-premie geleidelijk zal worden verlaagd en de loonbelasting geleidelijk worden verhoogd in de eerste 2 belastingschijven. Voor werkenden heeft dat netto geen gevolgen, maar voor mensen die al een AOW ontvangen betekent dit dat zij netto minder AOW zullen ontvangen omdat ze nu namelijk geen AOW-premie betalen. Over een jaar of 18 financieren AOWers dus een groot deel van hun eigen uitkering en bestaat het huidige omslagstelsel (werkenden betalen voor gepensioneerden) niet meer.