Direct naar artikelinhoud
Luchtvervuiling op verkiezingsdag? Dan wordt er vaker op oppositiepartijen gestemd
Beeld Fadi Nadrous
Invloed

Luchtvervuiling op verkiezingsdag? Dan wordt er vaker op oppositiepartijen gestemd

Als er veel luchtvervuiling is op verkiezingsdag, stemmen burgers vaker op de oppositie. Want door fijnstof zouden mensen zich onbewust bozer voelen. Die conclusie uit nieuw onderzoek, gepubliceerd in een prestigieus vakblad, krijgt zowel lof als kritiek.

Stel: Nederland moet naar de stembus. In de peilingen is het kielekiele. Óf het wordt verkiezingswinst voor de regerende partijen, óf een overwinning voor zowel de linkse als rechtse oppositie. Stel nu dat de luchtkwaliteit op verkiezingsdag net slecht is. Dat de wind zo staat dat er die dag veel fijnstof vanuit de Duitse industrie of Tata Steel over Nederland komt gewaaid, bijvoorbeeld. Kan zo’n dag met slechte luchtkwaliteit de verkiezingsuitslag beïnvloeden? Ervoor zorgen dat stemmers die twijfelen over wat ze gaan kiezen, toch ineens op de oppositie stemmen?

Je zou denken van niet, maar die kans zit er dik in, suggereert nieuw Nederlands onderzoek, gepubliceerd in het prestigieuze vakblad Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS). Onderzoekers van onder meer de Universiteit Maastricht onderzochten voor het eerst of luchtvervuiling op verkiezingsdag invloed kan hebben op stemgedrag. Daarmee bedoelen ze geen dikke smogwolken die burgers boos maken over milieu- en gezondheidsrisico’s, waardoor ze groener stemmen. Nee, dit onderzoek gaat over de ongemerkte effecten die lichte vormen van luchtvervuiling op ons gevoelsleven en het functioneren van ons brein hebben.

“Eerder onderzochten we de gevolgen van luchtvervuiling op de prestaties van profvoetballers en schakers”, vertelt Nico Pestel, arbeidseconoom aan de Maastrichtse universiteit en een van de auteurs van de studie. “Voetballers bleken minder passes te geven bij veel luchtvervuiling – hun productiviteit lag lager. Schakers hadden volgens de computer 26 procent meer kans op een slechte zet, als de luchtvervuiling wat hoger was.”

Deze studies passen in een relatief nieuw onderzoeksveld van de ‘niet gezondheidseffecten’ van luchtvervuiling. Dat mensen ziek kunnen worden van te veel fijnstof is bekend, naar de effecten ervan op onze hersenen wordt sinds de eerste studies in de jaren negentig nu steeds meer onderzoek gedaan. “Kleine fijnstofdeeltjes komen via de longen in het bloed, uiteindelijk hebben ze effect op de werking van ons brein”, legt Pestel uit.

Zo liet onderzoek zien dat studenten in Israël slechter scoorden bij tentamens als de luchtvervuiling hoog was. Dit effect was zo significant dat het jaren later doorwerkte in hun salaris. Weer ander onderzoek toonde aan dat financieel beleggers risicovollere keuzes maken wanneer de luchtvervuiling hoog is. Ook wijzen meerdere onderzoeken erop dat luchtvervuiling de kans op depressies kan vergroten.

Eerdere onderzoeken gingen vaak over specifieke groepen mensen, zoals schakers. Pestel en zijn co-auteurs onderzochten voor het eerst of luchtvervuiling ook van invloed is op stemgedrag van miljoenen burgers, bij Duitse verkiezingen. “Als hogere luchtvervuiling onbewust leidt tot negatievere gevoelens en risicovoller gedrag, dan stemmen mensen mogelijk vaker op oppositiepartijen, was onze hypothese.” Pestel analyseerde de uitslag van 57 verschillende verkiezingen tussen 2000 en 2018 in het land, in honderden verschillende kiesdistricten, en hoe de luchtvervuiling daar op dat moment was.

Wat blijkt: wanneer de luchtvervuiling tien microgram per kubieke meter hoger is dan gemiddeld – ook in Nederland een dagelijkse variatie, onder meer afhankelijk van hoe de wind staat – dan krijgen oppositiepartijen gemiddeld 2 procentpunten meer stemmen. Dat lijkt weinig, maar in een nek-aan-nek-race tussen twee partijen, kan dat net het verschil maken tussen winnaar of verliezer. “Sommige verkiezingsuitslagen in Duitsland waren denk ik anders geweest als de luchtvervuiling die dag lager was.”

In Nederland sterven tienduizend mensen per jaar vroegtijdig door de gevolgen van luchtvervuiling

Wetenschappers van buitenaf reageren zowel met lof als met kritiek op de opvallende onderzoeksresultaten. Stedelijk econoom Jos van Ommeren (Vrije Universiteit) is ‘onder de indruk’ van de studie. Zelf deed hij onderzoek naar de invloed van luchtvervuiling op de snelheid van fietsers in Londen en naar de vraag of schaakduels vaker in remises eindigen. Ook daar zag hij de negatieve invloed van vieze lucht. “Maar dan kan je nog denken: hoeveel boeit het of een schaker wint? Het is interessant dat ze naar verkiezingen hebben gekeken, omdat een verschil van 1 of 2 procentpunten de uitkomst voor de samenleving kan bepalen.”

Aangezien PNAS een prestigieus blad is, verwacht Van Ommeren dat veel onderzoekers de Maastrichtse studie in andere landen zullen reproduceren. “Dan zullen we zien of de uitkomst breder bevestigd wordt.”

Maar er is ook kritiek. Hoogleraar milieu-epidemiologie Roel Vermeulen van de Universiteit Utrecht vindt het onderzoek ‘intrigerend’, maar maakt ook ‘enkele kanttekeningen.’ Voor de directe gevolgen van luchtvervuiling op onze gezondheid is hard bewijs, legt hij uit. “In Nederland sterven tienduizend mensen per jaar vroegtijdig door de gevolgen ervan.” Maar over de invloed van luchtvervuiling op emoties en cognitie is nog veel onduidelijk. “Ik zeg niet dat er geen invloed is, en het is interessant om uit te zoeken, maar er is nog geen wetenschappelijke consensus over.”

Sommige onderzoeken spreken elkaar ook enigszins tegen. Zo zouden beleggers ‘risicovollere’ keuzes maken bij hogere luchtvervuiling. Maar de schakers van Van Ommeren werden juist ‘risicomijdend’, door sneller voor remise te kiezen met vieze lucht. Bij het Maastrichtse onderzoek vindt Vermeulen het best een aanname dat ‘risicovol gedrag’ zou betekenen dat mensen op de oppositie stemmen, zonder dat bijvoorbeeld het verschil tussen linkse of rechtse partijen in acht wordt genomen.

‘Publication bias’ maakt beoordeling van het onderzoek lastiger

Een breder probleem is de zogeheten publication bias. Dat is een zwakte in het hele wetenschapssysteem, dus ook in andere onderzoeksgebieden, waarbij papers die een verband aantonen sneller worden gepubliceerd dan papers die geen verband vinden. Een student van Van Ommeren probeerde bijvoorbeeld het eerder genoemde Israëlische tentamen-onderzoek in Nederland te reproduceren. Ze onderzocht of luchtvervuiling invloed had op theorie-rijexamens van het CBR door de jaren heen. Ze vond geen bewijs voor een effect, en dit onderzoek werd dan ook niet opgestuurd voor publicatie, vanwege de verwachting dat het toch niet gepubliceerd zou worden. Die publication bias maakt het moeilijk om vast te stellen of de gepubliceerde papers over luchtvervuiling en gedrag een helemaal juiste afspiegeling zijn van de werkelijkheid.

Ook hoogleraar politiek gedrag Joop van Holsteijn van de Universiteit Leiden is terughoudend over de invloed van vieze lucht op stemkeuzes. “Er is vrij veel onderzoek gedaan naar allerlei onbewuste effecten op verkiezingen. Het weer, de vraag of het nationale voetbalelftal net heeft gewonnen.” Al die eerdere onderzoeken tonen hooguit minimale effecten aan.

Ook de politicoloog vindt de vraag of luchtvervuiling van invloed is op verkiezingen ‘intrigerend’. Tegelijkertijd waarschuwt hij dat zoveel variabelen meespelen bij een verkiezing, dat hij het aanwijzen van luchtvervuiling als factor vrij gewaagd vindt. Van Holsteijn wijst naar de rits voorbeelden van zaken die wel een statistisch verband hebben, maar geen oorzaak-gevolgrelatie. “Waar veel ooievaars vliegen, worden meer baby’s geboren. Dat is geen bewijs dat ooievaars baby’s rondvliegen. Ooievaars komen vaker voor het op platteland, en daar zijn de geboortecijfers hoger.” Van Holsteijn zegt niet dat er geen verband is tussen luchtvervuiling en cognitie of stemgedrag, maar er is volgens hem wel harder bewijs nodig.

Er is meer onderzoek nodig naar de effecten van fijnstof op het brein

Pestel weerlegt de kritiek. Zijn team probeerde zelf op meerdere manieren te bevestigen of er inderdaad een oorzakelijk verband is. De onderzoekers keken verder dan alleen de effecten van luchtvervuiling op verkiezingsdag zelf. Ze analyseerden ook de antwoorden op nationale stemonderzoeken in Duitsland. “Op dagen met hoge luchtvervuiling, antwoordden mensen daar vaker dat ze op de oppositie gingen stemmen.” Ook zeiden burgers op dagen dat de luchtvervuiling hoger was in die enquêtes vaker negatieve emoties te voelen.

Of ze het eens zijn of niet, de hoofdboodschap van zowel Pestel als de kritische Vermeulen is dezelfde. Namelijk dat de huidige concentraties fijnstof in Nederland nog te hoog zijn, en dat dit risico’s meebrengt. De Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) stelt de gezondheidslimiet op een langetermijngemiddelde van maximaal 5 microgram fijnstof per kubieke meter. De lucht in Nederland bevat gemiddeld 10 microgram. “Het Europees Parlement heeft net een strengere norm aangenomen”, zegt Vermeulen. “Maar die is nog steeds twee keer hoger dan wat de WHO voorschrijft.”

Zeker in steden met veel auto’s of rond industrie als Tata Steel kan luchtvervuiling het risico op kanker en hart- en vaatziektes vergroten. En volgens Pestel dus ook de kans op meer oppositie-stemmers en slechtere schaakprestaties. Doen spelers op het befaamde schaaktoernooi in IJmuiden dan ook vaker domme zetten dan op toernooien elders? Volgens Pestel is dat waarschijnlijk op de dagen dat de vieze fabriekslucht richting Wijk aan Zee waait. Wel benadrukt hij dat het staaldorp ook dagen kent met weinig vieze lucht, vanwege de wind. En ‘schonere’ delen van Nederland hebben soms dagen met veel fijnstof. “Het probleem is veel breder dan Tata.”

Pestel hoopt dat zijn onderzoek naar stemgedrag in andere landen wordt herhaald, om de conclusies te bevestigen of te weerleggen. “Het zou interessant zijn om naar verkiezingsuitslagen in Nederland te kijken.” Ook benadrukt hij dat meer onderzoek nodig is naar de precieze effecten van fijnstof op het brein, hoe die ons gedrag en bijvoorbeeld gevoelens van depressie kunnen beïnvloeden.

Zelf probeert de Limburgse onderzoeker fijnstof zoveel mogelijk te mijden, om zijn hersenkracht en emotionele gezondheid te beschermen. “Mijn vrouw vindt het niet leuk, maar ik heb gezegd dat we bij ons thuis geen kaarsen meer aansteken. Dat is binnenshuis een bron van luchtvervuiling.”

Lees ook:

Hoe je een goed gesprek voert met een koe? Tip 1: verwacht niet te snel reactie

Koeien gebruiken taal, met hun lichaam en hun gedrag, maar ze maken ook woorden en zelfs zinnen, is de overtuiging van taalkundige Leonie Cornips. De Vakbond voor Dieren legde de taal van koeien vast op video.

Zijn krakkemikkige gaspitjes een klimaatramp?

Redacteur Maarten van Gestel woont in een oud huurhuis, en is bang dat zich daar een stille klimaatramp voltrekt. Elke dag lekt daar namelijk zo’n liter onverbrand gas – lees: methaan – de lucht in. Hoe erg is dat?