Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

Trombose kan levensgevaarlijk zijn: hoe herken je het (en nog belangrijker, hoe voorkom je het)?

Trombose is een veelvoorkomende aandoening: gemiddeld worden er elk uur elf Nederlanders door getroffen. Omdat veel mensen de symptomen echter niet herkennen, wordt trombose soms pas laat herkend, en dat kan fataal zijn. Hoe herken je de aandoening, en wanneer loop je risico trombose te krijgen?

Trombose kan levensgevaarlijk zijn: hoe herken je het (en nog belangrijker, hoe voorkom je het)?
Beeld Getty Images

Wat is trombose precies? Bij deze aandoening treedt er een fout op in het systeem van stolling en antistolling in het bloed. Normaal gesproken zijn die twee processen in balans. Zogeheten stollingsfactoren in het bloed zorgen er bijvoorbeeld voor dat bloed stolt bij een wondje. Het bloeden stopt zodra een wondje dicht is en daarna wordt het overtollige stolsel afgebroken.

“Bij trombose gaat in dat proces iets mis,” zegt trombosespecialist Saskia Middeldorp, internist vasculaire geneeskunde aan het Radboudumc in Nijmegen. “Het bloed stolt terwijl er geen wond is, of blijft stollen terwijl de wond al dicht is.”

Een bloedstolsel in een ader heet een veneuze of diep-veneuze trombose. Middeldorp: “Als zo’n bloedstolsel in een ader losschiet, kan het verderop in het lichaam een verstopping veroorzaken. Er ontstaat dan een bloedprop op een plek waar dat niet zou moeten.”

Dat kan bijvoorbeeld gebeuren in het been. Ook in de arm kan het voorkomen, maar dat gebeurt veel minder vaak. “Zo’n prop kan dan vanuit het been of de arm naar de longen schieten. In dat geval spreken we van een longembolie. Een stolsel kan ook in de longen zelf ontstaan.” Een stolsel in een slagader (arteriële trombose) kan bijvoorbeeld een hartinfarct of herseninfarct veroorzaken.

Hoe herken je trombose in arm, been of longen?

Volgens de Trombosestichting worden ieder uur elf Nederlanders getroffen door trombose. Op welke mogelijke waarschuwingssignalen moet je letten? Een van de tekenen van een trombosebeen is een glazige, opgezette en pijnlijke kuit. Soms voelt het been zwaar aan en treedt een rode of blauwe verkleuring op. Ongeveer dezelfde symptomen treden op bij een trombose-arm.

Met een trombosebeen of -arm moet je je meteen melden bij de huisarts, want trombose kan heel gevaarlijk zijn. Middeldorp: “Door de verstopping kan het zijn dat het bloed niet meer wordt rondgepompt. Daardoor krijgt een deel van het lichaam geen zuurstof meer. Als dat in de longen gebeurt, kan het leiden tot een levensbedreigend longinfarct.”

Bij een longembolie word je plotseling heel benauwd of krijg je pijn bij zuchten of hoesten. “Neem bij bovengenoemde symptomen – in je arm, been of longen – direct contact op met je arts.”

‘Vage klachten’ zoals flauwvallen en hartkloppingen lijken misschien onschuldig, maar kunnen ook tekenen van trombose zijn. “Vaak worden deze klachten gelinkt aan stress of hyperventilatie, maar het kan ook duiden op trombose of longembolie. Hoe eerder je erbij bent, hoe minder schade er wordt aangericht.”

Erfelijke bloedstollingsziekte vergroot risico

Trombose kan spontaan optreden, maar is vaak een combinatie van factoren die het systeem van stolling en antistolling uit balans brengen. Veel mensen denken dat trombose een oudemensenziekte is, maar dat is een vooroordeel, zegt Saskia Middeldorp “Ik zie ook veel jonge mensen die met deze aandoening in het ziekenhuis of op de eerste hulp belanden, voornamelijk jonge vrouwen. Dat komt doordat hormonale invloeden, met name gebruik van de anticonceptiepil en ook zwangerschap, het risico op trombose vergroten.”

Andere risicofactoren voor trombose zijn overgewicht, te weinig bewegen (zoals bij een ziekenhuisopname, een lange vliegreis of een operatie) en door erfelijke aanleg. Eén op de twintig mensen in Nederland heeft de erfelijke bloedstollingsziekte Factor V Leiden, die een groter risico op bloedpropjes geeft. “Lang niet iedereen met deze aandoening krijgt ook daadwerkelijk trombose, maar de kans is wel groter dan wanneer je geen Factor V Leiden-mutatie hebt.”

Als iemand in je familie trombose of een longembolie heeft gehad, dan is dat ook een risicofactor. “Word je opgenomen in het ziekenhuis voor een ingreep, bijvoorbeeld voor een knie- of heupoperatie, zeg dan altijd tegen de chirurg dat er in je familie sprake is van trombose.”

Niet te lang zitten

Nog een tip: probeer het risico zelf zoveel mogelijk te verkleinen. Leef gezond, beweeg voldoende en sta regelmatig op als je lang zit: zorg dat de bloedcirculatie op gang blijft. “Voor vrouwen met een verhoogd risico op trombose zijn naast de pil ook andere veilige en effectieve middelen om een zwangerschap te voorkomen of menstruatieproblemen te bestrijden, zoals bijvoorbeeld een hormoonspiraal.”

Als je er op tijd bij bent, valt trombose vaak goed te behandelen met medicijnen. In de afgelopen jaren is nieuwe medicatie ontwikkeld die veel makkelijker in gebruik is dan vroeger.

Waar volgens Middeldorp nog te weinig aandacht voor is, is de mentale impact van trombose. “Zeker jonge mensen die met een longembolie in het ziekenhuis terechtkomen, kampen daarna met het gevoel dat ze bijna dood waren geweest. Daar kunnen ze nog lang onzeker van blijven. Sommige mensen moeten bovendien levenslang een kous dragen, die voornamelijk in de zomer heel zichtbaar is.”