Hoe de Europeanen binnen 35 jaar een einde maakten aan de bijzondere blauwe antilope in Afrika

De blauwbok was een majestueuze Afrikaanse antilope met een blauwgrijze vacht. Het laatste exemplaar werd helaas rond het jaar 1800 neergeschoten, binnen 35 jaar nadat het bijzondere dier voor het eerst wetenschappelijk werd beschreven. En toch kunnen we zelfs nu nog veel van de blauwbok opsteken.

Lange tijd was er weinig bekend over de blauwbok of blauwe antilope, maar daar is verandering in gekomen, nu onderzoekers uit Potsdam erin zijn geslaagd om met de nieuwste technieken een hoogwaardig genoommonster te creëren uit een opgezette blauwbok in het Zweedse Natuurhistorisch Museum.

Er zijn slechts vijf blauwbokken, waarvan door middel van het DNA is vastgesteld dat het om een blauwbok gaat. De onderzoekers konden met het nieuwe exemplaar echter nog veel meer te weten komen over het genenpakket van de dieren, de onderlinge genetische verschillen en de manier waarop ze duizenden jaren lang een gezonde, maar relatief kleine populatie in stand hielden in het zuiden van Afrika.

Bescherming tegen inteelt
Een lage genetische diversiteit en een kleine populatie worden vaak als een nadeel beschouwd, omdat het tot inteelt, ziektes en een verminderd aanpassingsvermogen van de soort kan leiden. “De blauwe antilope had echter vele duizenden jaren een kleine populatiegrootte voordat hij rond 1800 opeens uitstierf”, legt hoofdonderzoeker Michael Hofreiter uit.

“Dat we geen inteelt en slechts een paar schadelijke mutaties hebben gevonden in onze DNA-analyses, geeft aan dat de soort erg goed was aangepast aan de kleine populatieomvang en dat dit ook op de lange termijn geen probleem vormde voor zijn voortbestaan”, reageert onderzoeker Elisabeth Hempel van de University of Potsdam.

Grote temperatuurschommelingen
Uit de analyse blijkt daarnaast dat de stevige temperatuurschommelingen gedurende de meest recente ijstijden geen enkele invloed hadden op hun overleving. Dat is heel anders dan je zou verwachten bij een groot herbivoor zoogdier als de blauwbok, aangezien deze klimaatverandering grote veranderingen teweegbracht voor het leefgebied van de antilope en de beschikbaarheid van zijn voedsel. Het leidt bij de wetenschappers tot de conclusie dat de huidige modellen voor ecosystemen op de lange termijn in de Zuid-Afrikaanse regio verfijnd moeten worden.

De ecologische voetafdruk van kolonisten
Als de blauwe antilope zelfs ijstijden wist te overleven, hoe kon hij dan zo plots uitsterven? Daar heeft de studie een simpel antwoord op: de mens. Soorten kunnen lang blijven bestaan met een kleine populatieomvang, zolang ze niet worden blootgesteld aan een razendsnelle vernietigende verstoring van hun leefgebied. Exact dat gebeurde echter, toen de Europese mens over Zuid-Afrika ging heersen en op de prachtige dieren besloot te gaan jagen. De Europese kolonisten kwamen in de 17de eeuw voor het eerst in het gebied kijken en nog geen 35 jaar later was het dier verdwenen door de jacht.

Blauwe vacht
Bijzonderste eigenschap van het dier is de blauwige kleur van zijn vacht, waaraan de blauwbok ook zijn naam dankt. De DNA-analyse wist twee genen aan te wijzen die verantwoordelijk lijken te zijn voor die kleur. Dit werd mogelijk gemaakt met behulp van hypermoderne analysesoftware van het biotechnologiebedrijf Colossal Bioscience, waarmee de onderzoekers samenwerkten. “Dit onderzoeksproject stelde onze teams in staat om een aantal van de nieuwste genomische algoritmen toe te passen op oude DNA-strengen en zo te ontdekken waar de blauwbok zijn unieke eigenschappen vandaan heeft”, aldus Ben Lamm, directeur van het bedrijf.

De blauwbok of blauwe antilope
De blauwbok werd in 1766 voor het eerst beschreven door de Pruisische natuuronderzoeker Peter Simon Pallas, en nog geen 35 jaar later werd het laatste dier door de mens doodgeschoten in het zuidwestelijke kustgebied van Zuid-Afrika. Het bijzondere beest behoorde tot de familie van de paardantilopen en wordt ook wel blauwe antilope of in het Afrikaans bloubok genoemd.

Kenmerken
Het herbivore dier had twee prachtige kromme, holle hoorns met een lengte van meer dan een halve meter. Zijn schofthoogte bedroeg meer dan een meter en een volwassen beest kon tot drie meter lang worden. Bovenop had de blauwbok een donkere vacht, terwijl de onderkant wit was.

Madeliefjes eten
De blauwe antilope leefde vooral in een natuurgebied ten oosten van Kaapstad en Kaap de Goede Hoop, dat Renosterveld heet. De slanke paardantilope moest behalve voor de mens ook uitkijken voor de scherpe klauwen en tanden van onder andere gevlekte hyena’s, luipaarden, wilde honden en leeuwen. Rond 1800 stierf het dier uit door jagende Europeanen. De antilope voedde zich het liefst met bloemen in plaats van struiken. De graslanden van Zuid-Afrika waar het dier leefde, behoren nu nog steeds tot een van de biologisch rijkste gebieden op aarde, en het plantenleven daar wordt gekleurd door een overvloed aan bloemen, vooral madeliefjes.

Bronmateriaal

"Colonial-driven extinction of the blue antelope despite genomic adaptation to low population size" - Current Biology
Afbeelding bovenaan dit artikel: Swedish Museum of Natural History

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd