Direct naar artikelinhoud
interviewIngrid Thijssen

Werkgeversbaas: ‘Nederland moet zich voorbereiden op een oorlogseconomie’

Voorzitter van VNO-NCW Ingrid Thijssen.Beeld Jiri Büller / de Volkskrant

Nederland moet weerbaarder worden stellen werkgeversverenigingen VNO-NCW en MKB Nederland in een update van hun strategie voor 2030. Voorzitter Ingrid Thijssen: ‘We moeten echt investeren in onze defensie-industrie. Geen kleurpotloden maken maar kogels, bij wijze van spreken.’

en

Stel, zegt Ingrid Thijssen, dat Oekraïne niet wint, of dat zeekabels voor de Nederlandse kust worden doorgeknipt. ‘Dat is toch iets waarop we ons moeten voorbereiden. Je moet zelfs alvast denken over een oorlogseconomie.’ Woensdag presenteert de voorzitter van de werkgeversvereniging VNO-NCW Naar een sterker Nederland. In de update van deze drie jaar oude strategie voor 2030 duikt een nieuw thema op: weerbaarheid.

Het is een nieuwe denkrichting voor ondernemend Nederland, dat decennialang dacht dat een open economie en grenzenloze handel de weg was naar welvaart, geluk en stabiliteit. ‘Europa en Nederland waren de geopolitieke dimensie vergeten’, zegt Thijssen.

Over de auteur
Michael Persson is economieverslaggever en commentator van de Volkskrant. Wilco Dekker is economieredacteur van de Volkskrant. Hij schrijft onder meer over grote bedrijven, ongelijkheid en lobby.

Drie jaar geleden wijzigde haar vereniging van koers, en richtte zich op ‘brede welvaart, met de pilaren economie, duurzaamheid en inclusiviteit’. Nu komt daar ‘fysieke en economische veiligheid’ bij. ‘We hebben nog hopelijk een paar jaar of zo om ons echt voor te bereiden.’

Wat bedoelt u?

‘We moeten echt investeren in onze defensie-industrie. Opschalen. Zorgen dat we alle spullen weer in voorraad hebben. En ook omdat het belangrijk is, als we veel geld gaan uitgeven aan defensie om die 2-procentsnorm (van de Navo, red.) te halen, dat een belangrijk deel van dat geld in Nederland blijft. Omdat investeren in de defensie-industrie vaak ook leidt tot innovatie. Laten we hopen dat we de afschrikking op tijd weer zodanig in orde hebben, à la de Koude Oorlog, dat het er uiteindelijk niet op aan komt.’

Ook EU-baas Von der Leyen wil vaart maken met defensie-industrie: ‘Europa moet wakker worden. En snel!’

In maart presenteerde de Europese Commissie een defensiestrategie: ‘We moeten meer, beter, gezamenlijk en Europees investeren.’

En als het niet op tijd op orde is?

‘Als die opschaling onvoldoende zou zijn, dan heb je een oorlogseconomie nodig. Dat moeten we onder ogen zien. Dan moeten bedrijven die nu geen defensie-industrie zijn, ook wapens gaan maken. Daar zijn we met onze leden over in contact, en ook met Defensie natuurlijk.’

Dus dan zegt de overheid: jij gaat nu munitie maken?

‘Ja, dat kan. Geen kleurpotloden maar kogels, bij wijze van spreken. Dat moeten we nu inventariseren.’

Schrikken uw leden daarvan?

‘Die snappen dat dat van ze gevraagd zou kunnen worden.’

Het is niet alleen een oorlog die dichter bij is gekomen. Ook meer in het algemeen ziet Thijssen ‘een steeds vijandiger wereld’, met landen die zich nationalistischer opstellen, en blokken die zich tegenover elkaar positioneren. Nederland en Europa zullen onafhankelijker moeten worden en op zoek moeten naar nieuwe, min of meer gelijkgestemde vrienden, zegt Thijssen. ‘We moeten ons realiseren hoe kwetsbaar we zijn nu er werkelijk economische powerplay wordt uitgeoefend.’

Hoe zouden we weerbaarder kunnen worden?

‘We zullen allereerst een grondstoffenplan moeten hebben als land. We moeten heel goed weten welke belangrijke grondstoffen we waarvoor nodig hebben, en waar we die vandaan halen. Voor sommige kritische grondstoffen zijn we afhankelijk van maar een of twee landen in de wereld, die daardoor een enorme macht over ons hebben. We willen dat er een grondstoffenobservatorium komt, een club die dat heel goed analyseert en in de gaten heeft. ’

‘Eén van de manieren om onafhankelijker te worden is circulariteit. Grondstoffen die je al in je producten hebt, kun je terugwinnen. Circulariteit zetten we daarmee nadrukkelijker op de agenda, en dus niet meer alleen vanuit een duurzaamheidsperspectief.’

‘Daarnaast kunnen we het ook omdraaien. Welke producten en diensten die wij leveren, waar wij goed in zijn, zijn zo strategisch dat daardoor andere landen afhankelijk zijn van ons? Als we ons industriebeleid daarop richten, kunnen we niet door hen in de houdgreep worden genomen. De halfgeleiderindustrie is een goed voorbeeld, de machines van ASML. Daarom is het heel goed dat we dat project Beethoven nu net hebben. Want daartoe moeten we echt investeren in die Brainport-regio. De maritieme maakindustrie is daar ook een voorbeeld van.’

De EU heeft net een richtlijn aangenomen die bedrijven verantwoordelijk maakt voor hun aanvoerketens. Je komt niet meer weg met milieuvervuiling of kinderarbeid bij, om maar wat te zeggen, lithiumwinning in Bolivia. Maar u zegt: we hebben die landen hard nodig. Zit daar spanning tussen?’

‘Die spanning is er. Het is een beetje spitsroeden lopen. Als je je hand niet overspeelt, dan denk ik dat het voor zo’n land wel degelijk aantrekkelijk kan zijn om juist met ons samen te werken. Maar als je eisen gaat stellen waar ze op geen enkele manier aan kunnen voldoen, of als het heel erg belerend wordt, dat ze het zien als neokolonialisme, dan schieten we onszelf ook in de voet. Want dan kan het dat ze zeggen: ik heb geen zin om mijn lithium aan jullie te verkopen. Ik wil het winnen op de manier waarop ik het doe. En dan verkoop ik het gewoon aan China.’

VNO-NCW heeft de laatste jaren geklaagd over het vestigingsklimaat. Inmiddels is er 5 miljard naar de regio Eindhoven gegaan, heeft Tata 2,5 miljard nodig, wordt waarschijnlijk het minimumloon niet verhoogd en blijft de expat-regeling wellicht behouden. Tevreden met Den Haag?

‘Het ondernemingsklimaat lijdt aan betonrot, hebben we twee jaar geleden gezegd. Inmiddels zie je de scheuren. Je ziet dat er meer investeringen Nederland uitgaan dan er in komen, dat we in de innovatielijstjes teruglopen. Ook economen beginnen zich nu uit te spreken: opletten jongens. We merken dat het begint te landen. Het publiek en ook politici beginnen zich achter de oren te krabben. Ik hoop dat we de steven nog kunnen wenden, dat de wal het schip niet hoeft te keren.’

DNB-president Klaas Knot zei recent: Nederland moet kiezen. Geen lagelonenbedrijvigheid meer, en vooral mikken op hoge toegevoegde waarde. Waarvoor kiest VNO-NCW in Naar een sterker Nederland?

‘Iedereen heeft z’n mond vol over wat voor economie we willen zijn. Daar zit een soort maakbaarheidsdenken in waar ik niet zo in geloof. Het klinkt als een
no-brainer, maar het is een hersenkraker. Je moet het wel op een doordachte manier doen. Geen of minder distributiecentra, maar wel graag onze pakketjes binnen 24 uur bezorgd. En dat de supermarkten altijd goed bevoorraad zijn.

‘En we willen meer high-tech, maar dan draaien ze vervolgens aan de verkeerde knoppen, door de expatregeling verder te versoberen. Dan gaan die kenniswerkers, die we echt heel hard nodig hebben, dus naar andere landen. De lusten zijn voor de bedrijven en de lasten voor de samenleving, zeggen ze dan Maar dat is echt de wereld op zijn kop. Of het nou gaat om goedkope benzine of een betaalbaar bieflapje, Nederlanders willen wel de lusten en niet de lasten. En niet de bedrijven.’