Volgens de Oostenrijkse politie werd de groep met in totaal zeventien Nederlandse skiërs overvallen door een lawine van 180 meter lang en 80 meter breed. Dat gebeurde in het skigebied Vent, vlak bij de bekende plaats Sölden in het zuidwesten van Oostenrijk.
De groep was met vier Oostenrijkse begeleiders bezig aan een toer. Toerskiën is duidelijk anders dan gewoon skiën, zegt Arjen de Graaf tegen NU.nl. Hij is woordvoerder van de Nederlandse Ski Vereniging (NSkiV).
"De gemiddelde Nederlandse wintersporter gaat in een skigebied met de lift omhoog en daalt dan via netjes geprepareerde pistes weer af. Bij toerskiën loop je dankzij speciale ski's en bindingen zelf de berg op. Dat is vaak buiten de piste."
Maar zodra je van de piste af gaat, krijg je met meer risico's te maken, zegt De Graaf. "Zelfs als je met begeleiders op pad gaat. Die kunnen helpen om risico's te minimaliseren, maar nooit helemaal uitsluiten."
"Dat heet in de bergsport het zogenoemde restrisico", vult ski- en berggids Jelle Staleman aan.
April geschikte periode voor toerskiën
Toerskiën is volgens De Graaf niet nieuw, maar heeft sinds de coronaperiode wel aan populariteit gewonnen. "Je bent lekker actief bezig in de buitenlucht en weg bij de massa." Onder meer Formule 1-coureurs Carlos Sainz en Pierre Gasly werden afgelopen winter gespot tijdens het toerskiën.
In april loopt het 'gewone' skiseizoen op zijn einde, maar voor het toerskiën is dat juist de beste periode, zegt De Graaf. "Het sneeuwdek bereikt midden maart het hoogste niveau. Daarna zijn alle verschillende sneeuwlagen gestabiliseerd en is het hooggebergte relatief veilig. En de dagen zijn langer, waardoor je langer buiten kunt zijn."
Temperatuurschommelingen zorgen voor extra risico
Maar rond deze tijd van het jaar kun je ook met flinke temperatuurschommelingen te maken krijgen. De afgelopen dagen was het "ongewoon warm" in het Oostenrijkse Vent. Woensdag viel er in het hooggebergte vervolgens zo'n 20 tot 30 centimeter verse sneeuw, terwijl het op de dag van het ongeluk opnieuw warm was.
"De zon is al sterk in april en staat hoog aan de hemel. Dan wordt de sneeuw snel vochtiger en zwaar. Dan komt er spontaan een lawine naar beneden", legt De Graaf uit.
Ook Weerplaza geeft aan dat verse sneeuw in combinatie met snel oplopende temperaturen en dooi een verhoogd risico geeft op lawines. Maar daarmee is volgens de weerdienst niet gezegd dat lawines in deze periode van het jaar vaker voorkomen dan in de winter.
Het lawinegevaar in het skigebied Vent was voor donderdagochtend matig. "Het was twee op een schaal van vijf. De Nederlandse skiërs zijn er echt door verrast."
'Groep heeft al het mogelijke gedaan'
Of de skiërs met de toertocht onverantwoorde risico's namen, waagt De Graaf te betwijfelen. "De groep was onderweg met vier begeleiders. Daar kun je uit opmaken dat al het mogelijke is gedaan om alles zo goed mogelijk te laten verlopen."
"99 procent van de veiligheid haal je door met een gekwalificeerde gids op pad te gaan en ervoor te zorgen dat alle spullen in orde zijn. Of zelf te zorgen voor de juiste opleiding, kennis en vaardigheden", vult Staleman aan. "Maar weet dat een berggids er grofweg acht jaar over doet om het hele traject te doorlopen van voorbereiding, toelating en opleiding."
Staleman kan zich nauwelijks voorstellen dat de vier begeleiders dingen over het hoofd hebben gezien. "Zulke toertochten zijn qua uitrusting heel zwart-wit", zegt hij. "Zonder de juiste uitrusting gaan we niet met elkaar op pad."
NUjij: Uitgelichte reacties