Vorig jaar zijn er wereldwijd meer kolencentrales bijgekomen. Het gaat om de grootste stijging sinds 2016. Vooral in China en andere landen in Azië komen er meer centrales bij, terwijl in Europa het sluiten van kolencentrales traag gaat.
Stroom opwekken met kolen zorgt voor twee keer zoveel CO2-uitstoot dan met gasgestookte centrales.
Het streven is dan ook om kolencentrales zo snel mogelijk te sluiten. Veel landen hebben daar echter geen haast mee omdat kolen een goedkope energiebron zijn.
De totale capaciteit van kolencentrales in de wereld nam vorig jaar dan ook toe met 2 procent. Daarmee is er voor het eerst in vier jaar weer een stijging van de capaciteit van kolencentrales.
In totaal is er nu een capaciteit van 2130 GW, verdeeld over 6580 kolencentrales. Verspreid over de wereld staan ook nieuwe centrales gepland, die samen goed zijn voor 578 GW aan capaciteit om stroom op te wekken.
Europa sluit maar te traag
Met name in Europa worden ook kolencentrales gesloten, maar de groei van kolencentrales elders gaat veel harder. Het sluiten in Europa en de VS gaat ook langzamer dan gepland. In Griekenland werd afgelopen jaar nog zelfs een nieuwe kolencentrale in gebruik genomen, blijkt uit een rapport van Global Energy Monitor.
"Landen moeten minder kolencentrales bouwen en sneller de bestaande sluiten", zegt Flora Champenois van de Braziliaanse milieuorganisatie Arayara. "Anders kunnen we het wel vergeten dat de ooit de doelstellingen van Parijs halen en vallen de voordelen van een transitie weg." Ook in Brazilië zijn plannen voor nieuwe kolencentrales.
Nederland nog vier stuks
In Nederland draaien op dit moment nog vier kolencentrales. Twee in Rotterdam, op de Maasvlakte, eentje in het Brabantse Geertruidenberg en één in de Groningse Eemshaven. Uiterlijk in 2029 gaan die dicht.
Global Energy Monitor zegt dat als de deadline voor het sluiten van kolencentrales in 2040 moet worden gehaald er iedere week twee kolencentrales moeten worden gesloten. Het Internationaal energie- agentschap (IEA) heeft dat doel opgesteld.
