Voor Rebecca Coops* (30) is 7 oktober een gitzwarte dag die moeilijk te verwerken is. Haar zwager werd die dag vermoord tijdens de aanval op het festival in het zuiden van Israël. Het blijft een trauma, vertelt Coops, die momenteel in de omgeving van Tel Aviv woont. Dat trauma komt regelmatig naar boven. "Dan hoor of zie je weer iets op het nieuws wat daaraan gerelateerd is. Of je ziet een video van iemand anders op dat festival. Dan ga je er weer helemaal doorheen."
Niet alleen de moord op haar zwager, maar alles wat Coops die dag heeft gezien brengt haar terug naar 7 oktober. "Het is het besef dat mensen zoiets kunnen doen. Die mensen bestaan nog en leven niet heel ver van je vandaan. Dat is doodeng."
Waar Coops woont is het momenteel rustig, maar ze zit wel op een plek waar de sirenes afgaan als raketten overvliegen. Inmiddels weet iedereen precies waar ze dan naartoe moeten. Ook weten de mensen hoeveel tijd ze hebben om een schuilplek te vinden. "En als je echt nergens heen kan, weet iedereen dat je op de grond moet liggen en je hoofd moet beschermen voor rondvliegende scherven van een raket."
Israël wordt nog vrijwel dagelijks bestookt met raketten en andere projectielen. In de meeste gevallen worden deze tijdig neergeschoten en vallen er nauwelijks gewonden.
Voor sommige mensen is het geluid van sirenes normaal geworden, maar Coops schrikt er iedere keer nog van. "Dat komt misschien ook doordat ik een kind van drie heb en alleenstaande moeder ben."
Volg de ontwikkelingen van het conflict
'Kinderen zitten nu op een school met schuilkelder'
Inge-Marije Lammertink (37) kwam ruim dertien jaar geleden naar Israël. Ze is er getrouwd en heeft er een gezin met twee kinderen. "We hebben inmiddels de draad weer opgepakt, maar je merkt aan bepaalde dingen nog zeker wat er speelt. Zo gaan mijn kinderen nu naar een school met een schuilkelder."
Lammertink woont in het centrum van Tel Aviv, waar vrijwel dagelijks demonstraties zijn voor de vrijlating van gijzelaars. Het plein voor het Tel Aviv Museum of Art is omgedoopt tot Gijzelaarsplein. "Daar word je elke dag geconfronteerd met de portretten van diegene die nog vastzitten. Dat is emotioneel erg zwaar, zeker als vrouw en moeder. Wat maken die vrouwen en kinderen die vastgehouden worden mee? Met dat gevoel sta je op en ga je naar bed."
Als inwoner van Tel Aviv heeft Lammertink eerder te maken gehad met raketbeschietingen. Die zijn onderdeel van het dagelijks leven geworden. "Je went eraan, maar nu met kinderen is het lastig. Je voelt je extra verantwoordelijk en je moet ze uitleggen waarom we naar een schuilkelder gaan. Maar raketten vind ik minder angstaanjagend dan de gedachte dat je op straat aangevallen kan worden, zoals met de mensen in het zuiden is gebeurd op 7 oktober."
'Israël wordt internationaal groot onrecht aangedaan'
Erik Kramer woont net als Coops in de omgeving van Tel Aviv, in de kibboets Netzer Sereni. Hij woont sinds 2013 in Israël en zag op 7 oktober dingen voorbijkomen die hij zijn leven lang niet meer zal vergeten. "Ik heb zitten huilen als een klein kind bij de beelden."
En net als voor Lammertink zijn raketbeschietingen ook voor Kramer onderdeel van het dagelijks leven. "Je kijkt er niet meer zo van op. En het luchtverdedigingssystemen Iron Dome beschermt ons goed. Maar vergis je niet wat er gebeurt als zo'n raket wordt neergeschoten: die komt in talloze gloeiend hete scherven neer. Bij ons in de kibboets kwamen er stukken door het dak."
Het gevoel dat zes maanden na dato overheerst bij Kramer is machteloosheid. "De Israëlische kant van dit verhaal is onderbelicht geraakt. Ook is er onvoldoende aandacht voor het handelen van Hamas. Niet alleen in Nederland, maar ook in de rest van de wereld. Dat vind ik een groot onrecht en het maakt me boos. Het klopt gewoon niet. Ik hoor om mij heen niets anders dan dat gewone Israëlische burgers in vrede willen leven met hun buren. Maar organisaties als Hamas maken dat onmogelijk."
Hoe komt het dat er nog steeds raketten uit Gaza komen?
'Voor het eerst voel ik me onveilig in Israël'
Joanne Nihom woont in het noorden van Israël. Op een steenworp afstand van de grens met Libanon maar nog net buiten het gebied dat na 7 oktober is geëvacueerd. Terwijl we haar spreken klinkt op de achtergrond het geluid van bombardementen. De nacht ervoor heeft ze niet kunnen slapen omdat het een komen en gaan was van gevechtsvliegtuigen.
Het is voor Nihom de dagelijkse praktijk, want er zijn al sinds de start van het conflict beschietingen over en weer tussen Hezbollah en het Israëlische leger. "In de media wordt al maanden gesproken over een eventuele oorlog in het noorden, maar voor ons is die sinds 7 oktober al aan de gang", zegt Nihom.
De streek waar Nihom woont, kent veel Arabische dorpen. Ook wonen er veel druzen, een kleine religieuze gemeenschap. "Daar kom ik vrijwel dagelijks. Ik doe er mijn boodschappen en heb er vrienden wonen. We leven hier in vrede samen. Juist omdat de situatie zo gepolariseerd is geraakt, heb ik er behoefte aan om deze interacties te blijven hebben. Om niet stapelgek te worden", zegt ze.
De ouders van Nihom hebben de Tweede Wereldoorlog overleefd. Ze is met veel liefde voor Israël opgegroeid. "Zo ben ik ook naar het land verhuisd. Wat er nu speelt is heel erg ingewikkeld en traumatisch. Sinds 7 oktober heb ik een onveilig gevoel en dat heb ik hier nooit eerder gehad".
Nu staat Nihom voor een dilemma: "Ik wil niet in een land wonen waar ik bang moet zijn dat er elk moment een raket kan neerkomen. Maar ik wil ook niet vertrekken. Israël en mijn Jodendom zitten in mijn genen."
Afgelopen zondag, precies een half jaar na de Hamas-aanval, stonden we al stil bij de reactie van Israël en de gruwelijke gevolgen die dat nog elke dag heeft voor de inwoners van de Gazastrook. Dat artikel lees je hier:
*De achternaam van Rebecca is op haar verzoek gefingeerd. Haar achternaam is bekend bij onze redactie.
NUjij: Uitgelichte reacties