Direct naar artikelinhoud
Impressie van de Noordwaard (bij de Biesbosch) als het water hoog staat. In dit gebied zijn verschillende functies - zoals natuur, landbouw en wonen - samengebracht.Beeld Royal HaskoningDHV
LandschapOverstromingen

Waarom hogere dijken ons niet altijd het beste beschermen tegen overstromingen

Dijken worden versterkt om de kans op overstromingen te verkleinen. Te eenzijdig, vinden onderzoekers van Royal HaskoningDHV.

Ze gooien de knuppel in het hoenderhok, maar het lijkt alsof niemand hen hoort. Ric Huting, Sam Westerhof en Marcel van den Berg zeggen dat de waterveiligheid in Nederland beter kan. De vele miljarden voor steeds hogere dijken leveren meer op als ze ook worden besteed aan herinrichting van het gebied er achter, zeggen ze. Maar het huidige beleid blijft gericht op het versterken van dijken.

Dat heeft grote gevolgen voor het landschap, waarin de dijken steeds meer ruimte nodig hebben. Bovendien vallen de kosten van het Hoogwaterbeschermingsprogramma, waarin de komende 25 jaar 2000 kilometer aan dijken en 400 sluizen en gemalen worden versterkt, telkens weer hoger uit dan vooraf is berekend.

Het land anders inrichten

Op de lange termijn is dat onwenselijk, zeggen de drie ingenieurs van Royal HaskoningDHV. Zij pleiten voor een andere aanpak, die het land inricht om mogelijke gevolgen van een overstroming op te vangen. Uiteindelijk kan dat mooier en minder kostbaar, zeggen ze.

“Waterveiligheid draait niet alleen om preventie, maar ook om risicobeheersing”, legt Westerhof uit. Een dijk behoedt het land erachter voor overstromingen. Het risico van een overstroming wordt uitgedrukt in de kans dat mensen er door om het leven komen en de economische schade die er door ontstaat. In de Waterwet zijn normen vastgelegd voor de dijken, de zogeheten overstromingskansnormen.

Aan de hand van die normen berekenen bouwers de hoogte en breedte van een dijk: hoe groter de gevolgen van een overstroming, hoe robuuster de dijk. Steeds vaker komen daarbij andere belangen in de knel: bestaande bebouwing, wegen en fietspaden of natuur moeten wijken voor de dijkversterking. Ook verhogen nieuwbouw en meer economische activiteit de risico’s - dan moet een dijk op de lange termijn dus nog hoger.

De drie ingenieurs pleiten daarom voor een gebiedstoets, waarin het zorgen voor waterveiligheid integraal wordt bekeken. Dan kan ook worden nagedacht over maatregelen in het gebied waarmee dezelfde waterveiligheid op een andere manier wordt bereikt.

Te veel focus op de dijk

Voor hun werkgever adviseren de drie geregeld waterschappen bij de uitvoering van dijkversterkingen. “Wij denken graag mee, maar we haken meestal pas laat aan, als het waterschap al aan de slag is met dijkversterking”, zegt Huting. “En daarbij ligt teveel nadruk op de primaire waterkering. Die ligt er voor het achterland, maar dat wordt niet meegenomen in het bereiken van waterveiligheid. We focussen telkens alleen op die dijk.”

Maar dat is een eenzijdige benadering, vinden de drie ingenieurs. Door te kijken naar de gevolgen van een overstroming in het hele gebied achter de dijk is het mogelijk om de risico’s te beperken met andere maatregelen, die kunnen worden gecombineerd met natuur en woonbehoeftes. Of door nieuwe woningen te bouwen die meebewegen of tijdelijk water kunnen bergen als dat nodig is.

Dat is allemaal niet nieuw, weet Westerhof. “De zogeheten meerlaagsveiligheid staat gewoon in het Deltaprogramma. Toch kijken we alleen maar naar de dijk, de eerste laag. Bij een gebiedstoets kijk je ook naar een duurzame inrichting van het achterland, de tweede laag, en manieren om rampen te beheersen, de derde laag. Daar horen ook goede vluchtroutes en evacuatie bij. In een gebiedstoets kunnen de verschillende opties worden onderzocht.”

“We hebben in Nederland de luxe dat we kijken naar situaties die bijna nooit voorkomen”, zegt Van den Berg. “Een dijk mag bijvoorbeeld een keer in de duizend jaar overstromen. Door niet te focussen op de dijk maar het hele gebied aan te pakken, kun je het overstromingsrisico ook beperken. Stowa, het kenniscentrum van de waterschappen, heeft vele bruikbare maatregelen in kaart gebracht om waterveiligheid gebiedsgericht op te lossen.”

Dure dijkversterking

Ook uit economisch oogpunt is dat aantrekkelijk. Eind vorig jaar bleek dat de kosten voor dijkversterking fors hoger uitvallen dan eerder begroot, tot bijna 24 miljard euro in 2050. Dat geld levert soms meer op als het behalve in dijken ook in herinrichting van het landschap erachter wordt gestoken.

“Je moet elke keer bekijken wat de beste strategie is”, zegt Huting. “Sommige gebieden zijn zo verstedelijkt dat dijkversterking de enige optie is. In de Randstad is adaptief inrichten niet altijd zinvol. Maar in andere delen van het land kun je het risico beperken als je bijvoorbeeld woningen bouwt die drijven of op palen staan. Kwetsbare onderdelen, zoals de meterkast, zet je neer op een plek die niet zo makkelijk kan overstromen.”

Buitendijks is ‘meebewegen’ met het water heel gewoon, zeker na het succesvolle project Ruimte voor de Rivier. In de polder Noordwaard, bij Dordrecht, staan woningen op een terp en mag het akkerland overstromen. Door de nevengeul bij Nijmegen daalt de waterstand in de Waal 35 centimeter en is de stad een eiland en een geliefd rivierstrand rijker.

Binnendijks lijkt het moeilijker om te accepteren dat er dreiging is en daarmee rekening te houden. Het is ook niet altijd duidelijk wie het voortouw moet nemen. Rijkswaterstaat en de waterschappen gaan over de dijken, de provincies sturen de ruimtelijke ordening, zijn verantwoordelijk voor de natuur en maken plannen voor het landelijk gebied, waarin bijvoorbeeld stikstof en droogte een rol spelen. Daarnaast kunnen ook gemeenten maatregelen nemen om de risico’s van teveel water in te dammen.

Zo gaat de roep om integraal, dus gebiedsgericht, naar de waterveiligheid te kijken makkelijk verloren. “Wij roepen dit al een tijdje”, zegt Van den Berg. “Het past ook helemaal bij het uitgangspunt van de minister dat water en bodem sturend moeten zijn bij de ruimtelijke ordening. Ook de deltacommissaris zegt dit. Maar we blijven enkel investeren in de dijk in plaats van ook te onderzoeken of maatregelen in het gebied te nemen zijn.”

Een goed evacuatieplan

Er is nog een olifant in de kamer, vult Westerhof aan: evacuatie. “Soms duurt het een paar dagen voordat het water de andere kant van de dijkring bereikt en mensen weg moeten. In 1995 is het hele Rivierengebied geëvacueerd. Dat heeft natuurlijk diepe indruk gemaakt op de bewoners en de impact is groot. Het is verstandig om op tijd te investeren in een goed uitgewerkt evacuatieplan.”

Zo’n evacuatieplan verlaagt het risico, vult Van den Berg aan. “Helemaal als dit te combineren is met maatregelen in het gebied. Bijvoorbeeld het verhogen van een snelweg. Dat kun je in een gebiedstoets onderzoeken. Leg je een nieuwe snelweg aan, zoals bijvoorbeld bij het doortrekken van de A15 in Gelderland, dan verbetert dat niet alleen de evacuatiemogelijkheden, het heeft ook invloed op de gevolgen van een overstroming, het werkt twee kanten op. Bij zo’n ontwikkeling zou bovendien moeten worden beoordeeld wat de impact op waterveiligheid is.”

Dijkversterking is op veel plaatsen een effectieve maatregel geweest, maar het moet geen automatisme zijn, zeggen de drie ingenieurs. “Je moet de opties durven bekijken en niet alleen kijken naar een hogere dijk”, zegt Westerhof. “Dat blijft wedden op één paard.” Huting: “Als het dan misgaat, is het ook goed mis.” Van den Berg: “En wie wil er achter een vijf meter hoge dijk wonen?”

Lees ook:

Meren leegpompen, rivieren rechtleggen: techniek maakt ons landschap kwetsbaar

Alle kaarten zetten op water weren is wedden op één paard, stelt Rijksadviseur Jannemarie de Jonge. “Je kunt techniek en natuur beter slim laten samenwerken.”

Deltacommissaris Co Verdaas: ‘Van alleen beschermen tegen water gaan we naar leven met het water’

Co Verdaas is sinds december het gezicht van het Deltaprogramma voor waterbeheer in Nederland. Dat gaat niet alleen meer over veiligheid, maar ook over droogte, drinkwater en weersextremen.

Blijft Nederland veilig als het water stijgt?

Hoogwater blijft Nederland hinderen. Gaan we de dijken telkens weer verhogen en verbreden of moeten we andere oplossingen zoeken?