De Vereniging Sinti, Roma en Woonwagenbewoners Nederland vindt het na het lezen van het advies nu echt tijd voor een excuus namens de Staat.
"Daar pleiten wij al lang voor", licht voorzitter Sabina Achterbergh toe aan NU.nl namens de vereniging met zo'n 25.000 leden en volgers. "Vanwege de discriminatie sinds de eerste Sinti zich in 1420 in Nederland vestigden. De Staat maakt zich via discriminerend beleid al jaren schuldig aan institutioneel racisme."
Medeauteur van het advies Dominic Teodorescu is het eens met de belangenvereniging, zegt hij tegen NU.nl. "Nederland heeft zich schuldig gemaakt aan systematische tegenwerking van woonwagenbewoners. Door onderzoek en excuses erkennen en omarmen we dat woonwagenbewoners onlosmakelijk deel uitmaken van onze samenleving."
Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme Rabin Baldewsingh gaf eind 2022 toe dat de ongelijke behandeling van Roma en Sinti te weinig zijn aandacht kreeg. Daarom gaf de regeringscommissaris opdracht tot onderzoek door experts en juristen.
Baldewsingh noemt de conclusies tegenover NU.nl "zeer ernstig". Hij vindt dat de overheid "voortvarend aan de slag" moet.
Stigmatiseren, discrimineren en voortgezet nazibeleid
De stereotypering, stigmatisering en discriminatie van onder anderen Roma, Sinti, Kale en Reizigers door de overheid gaat terug tot ver in de vorige eeuw, concludeert het onderzoek.
In 1911 ging een staatscommissie ervan uit dat de toen circa 2.800 leden van die groep bijna allemaal alcoholist waren. Er was grote verbazing toen dat niet zo bleek te zijn.
De Staat bleek in de Tweede Wereldoorlog wel erg fanatiek te hebben meegewerkt aan het deporteren van 'zigeuners' door de nazi's. "Wat verder wrang is aan de oorlogsjaren, is dat het fundament voor het naoorlogse woonwagenbeleid door de nazi's en diegenen die met hen collaboreerden is gelegd", staat in Van uitsterf- naar uitstelbeleid.
Tekort aan staanplaatsen blijft groot pijnpunt
In de jaren na de oorlog bleef de overheid de woonvorm en cultuur van woonwagenbewoners tegenwerken en onder druk zetten. Woonwagenbewoners moesten zich maar aanpassen aan de 'normale Nederlandse cultuur' en in 'gewone' huizen gaan wonen. De overheid kwam bovendien met een verbod op rondtrekken. Die druk door de overheid staat bekend als 'uitsterfbeleid'.
"Een van de concreetste uitingen van die tegenwerking is het enorme - en alsmaar groeiende - tekort aan standplaatsen", concluderen de onderzoekers.
Pas in 2018 gaf de Rijksoverheid toe dat het gevoerde beleid woonwagenbewoners benadeelde. Maar het bleef daarna bij vrijblijvendheid: gemeenten hebben alleen maar een inspanningsverplichting om te zorgen voor meer standplaatsen voor woonwagens. Sindsdien zijn er 49 plekken bijgekomen, terwijl de behoefte minimaal 4.000 is.
Over de gemeenschap van woonwagenbewoners in Nederland
Sinds 2014 behoort de woonwagencultuur tot het immaterieel erfgoed van Nederland.
De schattingen van het aantal woonwagenbewoners in Nederland lopen uiteen van dertigduizend tot zeventigduizend. Politiek geograaf Teodorescu gaat aan de hoge kant zitten. "Veel personen wonen soms noodgedwongen in stenen huizen maar rekenen zich tot die groep."
Voor veel buitenstaanders lijken de wagens en caravans van woonwagenbewoners tegenwoordig op gewone huizen. Maar dat zijn ze niet. "Voor de woonwagenbewoners is het belangrijk dat hun wagen geen fundering heeft, geen stenen rijtjeshuis is, de vloer boven het maaiveld ligt met een opstapje voor de voordeur", zegt het Kenniscentrum immaterieel Erfgoed Nederland op de website.
Een deel van de woonwagenbewoners behoort tot de nomadische volken Roma en Sinti, die in 1420 in Nederland neerstreken. Maar verreweg het grootste deel behoort tot de zogenoemde Reizigers. Die zogenoemde 'Europese nomaden' hebben deels een Nederlandse achtergrond die teruggaat tot de zogenoemde Gouden Eeuw.
Nederland telt zo'n 1.150 woonwagenlocaties met ruim 9.300 staanplaatsen. Maar dat aantal voldoet bij lange na niet aan de behoefte.
Gemeenten moeten plekken aanwijzen waar woonwagens mogen staan. Dat proces verloopt vaak heel traag, als het er al van komt.
Discriminatie door overheid tientallen keren vastgesteld
De conclusies van het advies komen niet uit de lucht vallen. Het College voor de Rechten van de Mens oordeelde de afgelopen jaren al tientallen keren dat overheden woonwagenbewoners discrimineerden of in strijd handelden met de Algemene Wet Gelijke Behandeling. Een woordvoerder wijst op een oordeel uit 2017. Dat concludeert dat de Rijksoverheid woonwagenbewoners discrimineerde.
Dat overheidsbeleid leidt tot schrijnende verhalen. In december oordeelde de onafhankelijke toezichthouder dat de gemeente Westland een woonwagenbewoner had gediscrimineerd door "haar geen reëel zicht te geven om in de gemeente te leven volgens haar cultuur in een woonwagen".
De vrouw wachtte toen zes jaar op een standplaats en staat op plek 25 van de wachtlijst. De persoon bovenaan de lijst wacht al 28 jaar op een standplek voor een woonwagen.
'Ze lopen tegen de muren op'
Veel woonwagenbewoners zagen zich gedwongen om dan maar in een 'stenen huis' te gaan wonen, zegt Teodorescu na tientallen gesprekken. "Dat is echt schrijnend. Soms lopen ze tegen de muren op omdat zo moeten leven zo tegen hun cultuur in is."
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde in 2018 dat het 'uitsterfbeleid' van gemeenten voor woonwagenkampen discriminerend was en moest worden afgeschaft.
De Nationale ombudsman riep het Rijk en gemeenten al in 2017 op om de mensenrechten van woonwagenbewoners te waarborgen door voldoende standplaatsen te realiseren. Maar daar is tot zijn ergernis nog steeds bijna niets van terechtgekomen.
NUjij: Uitgelichte reacties