Donderdag stonden vier verdachten in de zaak terecht. Volgens de aanklagers heeft de 42-jarige hoofdverdachte M. schutter Chérif Chekatt aan een wapen geholpen.
Hij had een "zeer nauwe relatie" met de dader en was "op de hoogte van zijn gewelddadige radicalisering", zeiden ze. De verdediging erkende dat M. Chekatt inderdaad had geholpen met het wapen, maar ontkende dat hij op de hoogte was van de plannen voor een aanslag.
Tussenpersoon M. kreeg een celstraf van dertig jaar voor zijn rol bij de aanslag. De rechter sprak hem vrij van twee andere aanklachten: medeplichtigheid aan moord en een poging tot terroristische moorden.
Twee andere verdachten, Christian H. en Frédéric B., zijn veroordeeld tot respectievelijk vijf en vier jaar cel (met zes maanden en één maand voorwaardelijk). Zij zouden eveneens als tussenpersoon hebben opgetreden. Omdat ze al langer hebben vastgezeten, hoeven ze niet terug naar de gevangenis. Een vierde verdachte, Stéphane B., is vrijgesproken.
Aanslag opgeëist door IS
Aanslagpleger Chekatt richtte op 11 december 2018 een bloedbad aan in het centrum van Straatsburg. Hij riep "Allahoe akbar" (God is de grootste) en schoot om zich heen. Er vielen vijf doden en elf mensen raakten gewond.
De 29-jarige man sloeg vervolgens op de vlucht. Hij werd twee dagen later na een grote klopjacht door de politie doodgeschoten.
Islamitische Staat (IS) eiste de aanslag kort na Chekatts dood op. In zijn woning was een video gevonden waarin hij trouw zweert aan de terroristische beweging. Christophe Castaner, de toenmalige Franse minister van Binnenlandse Zaken, verklaarde destijds dat IS de aanslag niet had gepland.