Direct naar artikelinhoud
ProfielMilieudefensie

In de juridische strijd van Milieudefensie tegen de oliereuzen, is de wereld te winnen

In de juridische strijd van Milieudefensie tegen de oliereuzen, is de wereld te winnen
Beeld juanjo gasull

Komende week begint het hoger beroep van Shell in de spraakmakende rechtszaak die Milieudefensie in 2021 won – en die wereldwijd navolging zou krijgen. Onder directeur Donald Pols ontwikkelde de organisatie zich van een geitenwollensokkenclubje tot een machtsfactor van belang.

Bij de ingang van het kantoor van Milieudefensie in Amsterdam prijkt afgelopen donderdag nog altijd fier het oude logo – een witte cirkel in een frisgroen carré. Terwijl de milieuorganisatie al sinds begin dit jaar een nieuw beeldmerk heeft: een gestileerde vuist van vier verticale balkjes en één liggende.

Het nieuwe beeldmerk met de vuist staat voor het zelfvertrouwen dat de club de laatste jaren heeft ontwikkeld. De begeleidende slogan (‘We kunnen niet wachten’) laat weten dat er haast is, de klimaatcrisis blijft maar aanzwellen en er moet snel fors worden ingegrepen. Het zinnetje zegt óók dat ze staan te trappelen om de boel flink op te schudden.

Dat het oude logo nog altijd naast de deur hangt, is een teken dat medewerkers druk zijn met andere zaken.

Dat klopt: komende week begint het hoger beroep dat Shell heeft aangetekend in de rechtszaak die Milieudefensie in 2021 op spectaculaire wijze won van de oliegigant. Daarom is het nu alle hens aan dek en komt de vervanging van het logo later wel, lijkt de boodschap.

Vuistslag

Beelden van een juichende ­Donald Pols, directeur Milieudefensie, ­gingen de hele wereld over.Beeld Remko de Waal / EPA

Milieudefensie mag dan een kleine club zijn – er werken in totaal 165 mensen (plus 19 kantoorvrijwilligers en 11 stagiaires) – het heeft de mouwen opgestroopt om opnieuw voor het klimaat ten strijde te trekken, na de vernietigende vuistslag die precies drie jaar geleden werd uitgedeeld aan het machtige Shell. Dat verloor tot zijn eigen verbijstering de rechtszaak waarin Milieudefensie eiste dat de grootuitstoter zijn CO2-emissies voor 2030 met maar liefst 45 procent vermindert.

Over de auteur
Bard van de Weijer is economieredacteur van de Volkskrant. Hij schrijft over de energietransitie en de impact daarvan op het dagelijks leven. 

De uitkomst van deze rechtszaak leidde tot euforie bij burgers die zich zorgen maken over het klimaat. Milieudefensie vergaarde in een klap wereldwijde bekendheid, en de foto van een juichende directeur, Donald Pols, die de rechtszaal verliet – tot dat moment buiten Nederland zo goed als onbekend – verscheen in internationale media als de Financial Times en The New York Times.

Hoe kan het dat het een nietige milieuclub uit Amsterdam is gelukt de multinational Shell in de touwen te slaan? Hoe kreeg een beweging die zich aanvankelijk druk maakte om gif in speeltuintjes en die actievoerde voor de invoering van Ja/Nee-stickers tegen reclamedrukwerk ineens de slagkracht die tot dat moment leek voorbehouden aan milieureuzen als Greenpeace? En is de organisatie, die komende dinsdag opnieuw voor de rechter staat, in staat de enorme druk te weerstaan?

Er staat nogal wat op het spel, weten ze ook aan de smalle Amsterdamse Nieuwe Looiersstraat. De tegenstander heeft zich inmiddels herpakt. Dat het energieconcern de zaak destijds niet goed heeft aangepakt en mogelijk zelfs onderschat, erkent een hoge Shell-functionaris. ‘We achtten de kans minimaal dat we zouden verliezen. Dat was duidelijk een verkeerde inschatting’, zegt hij nu, op basis van anonimiteit.

Kostbare vernedering

Leden van Milieudefensie demonstreren buiten de Shell Annual General Meeting in Londen.Beeld Daniel Leal / AFP

Zo’n kostbare vernedering laat Shell zich niet nogmaals gebeuren, heeft de leiding zich voorgenomen: er zitten inmiddels honderden medewerkers op de zaak en het bedrijf heeft de hulp ingeschakeld van een legertje nieuwe advocaten. Wael Sawan, de hoogste baas in Londen, laat zich er wekelijks over bijpraten.

Milieudefensie zet aan de andere kant eveneens al haar juridische slagkracht in om dit hoger beroep te winnen. Maar het contrast is groot: de milieuorganisatie heeft ongeveer acht tot tien mensen vrijgespeeld om de zaak te dienen, onder wie een klimaatwetenschapper, een jurist gespecialiseerd in internationaal recht en medewerkers met kennis van de energiemarkt. Drie advocaten, onder wie de gevreesde milieurechtadvocaat Roger Cox, staan Milieudefensie bij.

Waar Shell gebruikmaakt van dure advocaten die opereren vanuit glanzende kantoortorens, gaat het er aan de Nieuwe Looiersstraat informeler aan toe. In de open kantoorruimte en bij het koffieapparaat lopen medewerkers elkaar constant tegen het lijf en bespreken ze onder het systeemplafond de laatste stukken over het hoger beroep. Iedereen op kantoor leest alles mee.

‘Als je ons met Shell vergelijkt, staan zij er in aantal mensen en beschikbaar budget veel beter voor’, zegt woordvoerder van de klimaatzaak Nine de Pater. ‘Maar het gaat om de feiten. Dus of je nu met honderd man aan deze zaak werkt of met tien, de feiten spreken voor zich.’

Glashelder

En die feiten zijn inderdaad glashelder: het wereldwijde klimaat warmt razendsnel op, er zijn na de uitspraak in 2021 diverse rapporten verschenen van het wetenschappelijke klimaatpanel IPCC die telkens een meer alarmerende toon aanslaan. Europa verhoogde zijn ambities om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen met het programma Fit for 55, dat een reductie van de broeikasgasemissies beoogt van 55 procent in 2030.

Om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen, moet het bedrijfsleven mee, en snel, stelt Milieudefensie vervolgens, Shell voorop. Het inmiddels Britse energieconcern – toen de rechtszaak in Den Haag diende, was Shell nog ‘Koninklijk’ Nederlands, maar het hoofdkantoor is verplaatst naar Londen – ontkent het bestaan van klimaatverandering niet en zegt zich er zorgen over te maken.

Maar Shell vindt de veroordeling uit 2021 onrechtmatig ‘doordat de uitspraak zich richt op één bedrijf, en alleen op het aanbod van energie in plaats van op de vraag ernaar’. Daarom is ze ‘niet effectief en zelfs contraproductief’ voor de bestrijding van klimaatverandering. Het concern ging in beroep.

Direct na de uitspraak smeedde Milieudefensie het ijzer en legde het brieven klaar voor 29 andere multinationals. In elke brief werd het bedrijf opgeroepen een plan te maken om de eigen uitstoot in lijn te brengen met het Klimaatakkkoord van Parijs.

Systeemspelers

Milieudefensie klaagt na Shell ook ING aan.Beeld Joris van Gennip

De ontvangers zijn niet per se de grootste uitstoters van CO2, het zijn ‘systeemspelers’: ondernemingen die een belangrijke schakel vormen in een hele keten die broeikasgassen uitstoot. Verleggen deze systeemspelers hun koers, is het idee, dan gaat de rest mee en kan verdere gevaarlijke klimaatverandering mogelijk nog worden tegengehouden, aldus Milieudefensie.

Denk aan Ahold Delhaize. Dit supermarktconcern stoot zelf niet eens zoveel CO2 uit, maar kan wel zijn toeleveranciers, de makers van cola, salades en broodmixen, onder druk zetten om hun klimaatdruk te verlagen. Dus ploft bij topman Frans Muller begin 2022 een brief op de deurmat. Ook de ceo’s van onder meer ABN Amro en ING, olieconcerns ExxonMobil en BP, en vleesverwerker Vion krijgen de brief. Daarin staat dat ze drie maanden de tijd krijgen om met een plan te komen. Als dat niet gebeurt, klinkt het dreigend, is een rechtszaak mogelijk.

De metamorfose van Milieudefensie – van een geitenwollensokkenclubje tot een machtsfactor van belang – is voor een groot deel te danken aan de huidige directeur, Donald Pols.

Pols (52) is geboren en getogen in Zuid-Afrika, en verhuisde als jonge man naar Nederland om hier te studeren. Van 2004 tot 2007 werkte hij al eens voor Milieudefensie, als campagneleider klimaatzaken. Het was een tijd waarin de club zich met alles bemoeide dat maar iets met milieu van doen had – van het plaatsen van glasbakken, tot luchtvervuiling en campagnes tegen kernenergie. De organisatie, begin jaren zeventig in Nederland opgericht, was sterk lokaal geworteld.

Brede agenda

Leden van Milieudefensie, verkleed als pinguïns, demonstreren tegen energieverspilling.Beeld Unai Risueno / WFA

De brede agenda maakte de kleine club kwetsbaar, realiseerde Pols zich, die in 2015 directeur was geworden na een uitstapje naar het Wereld Natuur Fonds. Pols wilde meer focus. Overigens had de beweging zich deze jaren al wat meer naar buiten gericht en werd er ook over de grens gekeken.

Zo had Milieudefensie het al eerder aan de stok met Shell, tegen wie het samen met vier Nigeriaanse boeren een rechtszaak begon vanwege de olievervuiling die Shell Nigeria in dit land had veroorzaakt – een zaak die trouwens óók in 2021 werd gewonnen, in hoger beroep en na jarenlange juridische strijd.

Milieudefensie had met de Nigeriazaak al laten zien dat het een bijtertje was, niet bevreesd om de grote jongens aan te pakken – een voor velen onverwachte uitkomst.

Dit resultaat gaf Pols mede inspiratie om met Milieudefensie vaker het juridische pad te kiezen. Maar ook de Urgendazaak – waarin de Nederlandse staat werd gedwongen 25 procent minder broeikasgassen uit te stoten – speelt een grote rol. Een van de drijvende krachten achter de Urgendazaak (naast oprichter Marjan Minnesma) was Roger Cox, een advocaat die zijn leven in dienst van het klimaat had gesteld na het zien van Al Gores documentaire An Inconvenient Truth (2006). Het succes van Urgenda inspireert Pols van Milieudefensie en hij haalt Cox binnen om samen de strijd met Shell aan te gaan.

Pols en Cox denken hetzelfde over de klimaatcrisis. De directeur van Milieudefensie vindt dat arme delen van de bevolking nu wereldwijd de rekening betalen voor vervuiling door de rijken. Het moet eerlijker, vindt Pols, en hoe kan dat beter dan door het aanpakken van een van de grootste uitstoters van CO2, een bedrijf dat ook nog eens in Nederland gevestigd is? Klimaatrechtvaardigheid wordt de focus voor Milieudefensie, besluit Pols.

Het roer om

Een juichende Donald Pols met de uitspraak tegen Shell in zijn handen.Beeld Freek van den Bergh / de Volkskrant

Daarvoor moet het roer om. Hij schrijft een reorganisatieplan, dat in 2019 wordt geaccepteerd door de bijna honderdduizend leden.

Milieudefensie was inderdaad niet altijd even zichtbaar, zegt een medewerker van een ‘concurrerende’ milieuorganisatie, die spreekt op basis van anonimiteit. ‘Ze waren heel sterk in de Nigeriazaak en in luchtkwaliteit. Maar dat waren losse dossiers’, zegt ze. ‘Met het debat over een eerlijker verdeling van de lusten en lasten was Pols zijn tijd ver vooruit. Hij heeft Milieudefensie hiermee gezicht gegeven.’

Maar aan Pols’ keuze zit ook een keerzijde: medewerkers die zich jarenlang hebben ingezet op dossiers als luchtverontreiniging en kernenergie, moeten hun onderwerp laten varen of vertrekken. Pols moet afscheid nemen van enkele gewaardeerde medewerkers.

Anne Knol, een jonge onderzoeker die jarenlang verantwoordelijk was voor het onderwerp luchtkwaliteit en verkeer, is een van de medewerkers die haar portefeuille verliest. Ze besluit te vertrekken. ‘Ik vond dat heel jammer, maar heb geen hard feelings’, zegt ze.

Ondanks de nieuwe focus blijft Milieudefensie een kleine organisatie voor wie een reus als Shell een maatje te groot is, denken velen dan nog. Pols spreekt dit juist aan, het idee van David tegen Goliath komt van hem, zeggen medewerkers.

Slagkracht

Om meer slagkracht te ontwikkelen, zoekt Pols samenwerking met de vakbeweging en bij klimaatwetenschappers en juristen, die hem voorzien van munitie in de strijd tegen Shell en ING. Die bundeling van krachten vanuit de samenleving kan ons vleugels geven, denkt Pols. Een idee dat hij heeft opgedaan tijdens zijn jeugd in Zuid-Afrika, waar hij zag hoe relatief geweldloos, maar aanzwellend verzet vanuit de zwarte bevolking uiteindelijk het apartheidsregime omverwierp.

Zoiets kan ook met het klimaat, verwacht hij. Een brede mobilisatie van de bevolking kan verandering forceren. Met Milieudefensie als oliemannetje.

Volgens de methode-Pols moet alles beginnen met een dialoog. Niet meteen de beuk erin, eerst het gesprek aangaan. Milieudefensie doet dit in 2022 met een brief aan 29 grote vervuilers. Milieudefensie verkoopt het als een uitnodiging, maar de boodschap is: we gaan in gesprek, maar als je niets doet, slepen we je voor de rechter. Zie Shell. Wees gewaarschuwd.

‘Ik moet erkennen dat ik aanvankelijk heb gedacht dat klimaatzaken kansloos waren’, zegt hoogleraar internationaal klimaatrecht Jonathan Verschuuren. ‘Maar dat heeft anders uitgepakt.’

De juristen van Urgenda en Milieudefensie hebben ontdekt hoe ze via de rechter giganten als Shell en ING kunnen aanpakken. Zowel Cox als Pols weten nu dat ze mogelijk goud in handen hebben om hun zaak te dienen.

Kansrijk

Wat ook het hoger beroep kansrijk maakt, is dat het gaat tussen twee private partijen, aldus de hoogleraar. Milieudefensie is de ene partij, die de andere aansprakelijk stelt voor schade die is veroorzaakt. ‘Vergelijk het met iemand die een steen door je ruit gooit’, zegt Verschuuren. Die kun je voor de rechter slepen. Shell veroorzaakt willens en wetens klimaatschade met zijn producten, en dat kun je laten verbieden.

Dat er geen wet is die het uitstoten van CO2 verbiedt, zoals Shell stelt, ontslaat het energieconcern volgens Verschuuren daarom niet van de plicht iets aan de schadelijke gevolgen te doen. ‘Dit is de lijn die de rechtbank volgt: Shell handelt maatschappelijk onzorgvuldig.’

Het slimme van de werkwijze is dat Milieudefensie de aangeschreven beursgenoteerde ondernemingen zichzelf aan hun eigen klimaatplannen laat houden. ‘Deze bedrijven worden jaarlijks gecontroleerd door de accountant en door aandeelhouders’, zei Pols eerder. ‘Als een concern incorrecte informatie verschaft aan zijn aandeelhouders, is dat strafbaar. We laten dus hun accountants met ons meewerken.’

Milieudefensie hoeft niet zelf de boeken door te pluizen, dat doet de accountant die het bedrijf controleert. Maar dan moeten er wel harde doelen worden gesteld, en daarvoor is in het uiterste geval de rechter nodig. Precies drie jaar na de eerste uitspraak tegen Shell staan beide partijen komende week in hoger beroep tegenover elkaar. Maakt Milieudefensie kans te winnen?

Achter de schermen laten ceo’s van diverse Nederlandse multinationals weten dat ze de kleine club vrezen. Allemaal zijn ze bang dat ze de volgende zijn die een rechtszaak aan de broek krijgen, al zeggen ze dit liever niet publiek.

Tegelijk weten ze ook dat Milieudefensie beperkte middelen en menskracht heeft. Ook de medewerkers weten dit. ‘We slepen bedrijven liever niet voor de rechter. Dat kost veel te veel tijd en die is er niet. Maar we houden de mogelijkheid nadrukkelijk open’, zei woordvoerder klimaatplannen Peer de Rijk eerder.

Financier van klimaatverandering

Klimaatprotest bij het hoofdkantoor van ING, voorafgaand aan een aandeelhoudersvergadering.Beeld Robin van Lonkhuijsen / ANP

Zoals ING na Shell aan den lijve ondervond. Begin dit jaar spande Milieudefensie een rechtszaak aan tegen de bank vanwege de financiering van olie- en gasprojecten. ING ‘ligt in bed’ met de fossiele industrie, aldus Milieudefensie, en hiermee is de grootbank de ‘financier van klimaatverandering’ – een leus die natuurlijk ook gewoon lekker klinkt.

De juridische strategie heeft school gemaakt. Rechters in andere landen kijken naar de Nederlandse zaken van Urgenda en Milieudefensie zonder die altijd expliciet te noemen, constateert hoogleraar Verschuuren. Lang niet al die zaken worden gewonnen. ‘Maar er wordt bij vonnissen duidelijk naar verwezen. De effecten zijn hierdoor tot ver buiten Nederland merkbaar.’

Tegelijk is er ook een risico voor Milieudefensie, zegt de medewerker van de concurrerende milieuclub. ‘Als ze het hoger beroep verliezen, is de schade enorm.’

Bedrijven die nu onder vuur liggen, zullen hernieuwd zelfvertrouwen krijgen en denken dat ze een eventuele rechtszaak kunnen winnen. Daardoor zetten ze mogelijk een stapje minder voor het klimaat.

Verschuuren denkt hier anders over: zelfs bij eventueel verlies is er een vonnis dat op alle juridische argumenten ingaat. Dat helpt de rechtsontwikkeling, zegt hij. En er ontstaat steeds meer discussie over klimaatverandering, die nog lang niet overal ter wereld hoog op de agenda staat. ‘Het heeft altijd zin.’

Zo denken ze er ook over bij Milieudefensie. Campagneleider De Pater: ‘We hebben goede argumenten. De wetenschappelijke basis onder ons betoog is heel sterk. Helaas, zou ik bijna zeggen.’

Dat ‘Mr. anti-kernenergie’ Peer de Rijk bij Milieudefensie noodgedwongen een ander onderwerp moest kiezen, zoals in het artikel stond, klopt niet. De Rijk was al vertrokken bij Milieudefensie en keerde speciaal voor de Shellzaak terug.