600.000 wormen moeten kletsnat Stadspark droog krijgen

‘Hoeveel wormen ik hier heb? Ik denk ongeveer 5 miljoen’, zegt Bernard Mekelenkamp van het bedrijf WormsSystems, terwijl hij met zijn handen in een bak met de glibberige beestjes graait. ‘Ik ben al vanaf halverwege de jaren 90 bezig met wormen’, zegt hij trots. ‘Eerst voor de hengelsport, later ben ik ze ook gaan kweken voor het produceren van compost en het verbeteren van de bodemstructuur.’

Mekelenkamp vervolgt: ‘Wij kweken twee soorten wormen: de tuinworm, die zich met name horizontaal beweegt tot ongeveer zeventig centimeter diep. De andere soort heet pendelaar. Die wormen zijn groter dan de tuinworm. Pendelaars gaan vooral verticaal de diepte in, tot drie meter diep of totdat ze het grondwater bereiken.’

De kweker wijst op een bak waarin twee pendelaars innig verstrengeld bij elkaar liggen. ‘Wormen zijn tweeslachtig’, legt hij uit. ‘Maar ze hebben wel een ander nodig voor de bevruchting.' Hij wijst op minuscule eitjes die in de bak liggen. ‘Daar komen kleine wormpjes uit, en die laten we in grote met aarde gevulde bedden verder groeien. Een tuinworm is na 36 weken volwassen, een pendelaar doet daar een jaar over.’

Vier weken geleden zette Bernard 600.000 wormen uit in het Stadpark in Groningen. Dat deed hij op verzoek van de gemeente Groningen omdat het terrein bij de voormalige renbaan kletsnat was. De wormen zorgen er door hun graafwerk voor dat het water sneller afgevoerd wordt. Bovendien gaat het gras beter groeien door de verbeterde bodemstructuur.

‘We wilden het hier droog hebben voor eind april’, zegt woordvoerder Guido Roegholt van de gemeente. ‘Want dan wordt op dit terrein Koningsdag gevierd, en niet lang daarna is er het Bevrijdingsfestival. En wie weet wat er daarna nog komt. Er ligt wel drainage onder het terrein, maar die kan deze hoeveelheid water niet aan.'

Goedkoop is de operatie niet. Een pendelaar kost ongeveer tien cent per stuk, een tuinworm drie tot vier cent.

Het uitzetten van de wormen heeft ook op langere termijn positieve effecten, zegt Mekelenkamp. ‘Tuinwormen leven ongeveer 2,5 jaar en pendelaars zelfs acht tot tien jaar. Ze zijn per stuk goed voor minimaal tien nakomelingen, maar als er veel voedsel voor ze te vinden is produceren ze meer nageslacht.’

Bij een recente inspectie blijkt dat het terrein mede door het werk van de wormen een stuk droger geworden is. 'Kijk, een jonge pendelaar', zegt Mekelenkamp, nadat hij met een spade een zode heeft los gestoken. 'Dat betekent dat ze zich al aan het voortplanten zijn, dat is een goed teken.'

Roegholt: ‘We zijn tevreden over het resultaat na vier weken. Daar mogen we niet over klagen, want we zien al direct de eerste effecten.’