Het gaat om het reëel beschikbaar inkomen: het bedrag dat huishoudens overhouden na correctie voor inflatie en na aftrek van belastingen. Nederlanders hadden gemiddeld dus iets meer geld om vrij te besteden of opzij te leggen, meldt statistiekbureau CBS. Tegelijkertijd zegt de 1,4 procent nog weinig over de verdeling van de loonontwikkeling per type huishouden.
De belangrijkste oorzaak van de grotere financiële ruimte zijn de loonstijgingen. Werknemers en zzp'ers zagen hun inkomens vorig jaar met gemiddeld 7,7 procent stijgen. Cao-lonen gingen met 6 procent omhoog. Ook groeide het aantal banen van werknemers met 1,3 procent.
Verder ging er vorig jaar meer geld naar uitkeringen: 11,6 procent meer dan in 2022. Uitkeringen zijn namelijk gekoppeld aan het minimumloon. Dat bedrag ging vorig jaar flink omhoog. In januari 2023 steeg het minimumloon met 10 procent en op 1 juli nog eens met ruim 3 procent.
Het bedrag dat Nederlanders samen aan hypotheekschuld hadden, groeide in 2023 met 12,9 miljard euro. Die stijging was iets minder sterk dan het jaar daarvoor, doordat de huizenprijzen zakten en het aantal verkopen ook afnam. Ten opzichte van het bruto binnenlands product (bbp) bedroeg de woninghypotheekschuld 79,9 procent. Dat is het laagste percentage sinds 2001.
NUjij: Uitgelichte reacties