Unieke Romeinse vondsten: stadsarcheoloog deelt topstukken

Reconstructie van de Hoge Woerd (Leidsche Rijn) rond begin tweede eeuw.
Reconstructie van de Hoge Woerd (Leidsche Rijn) rond begin tweede eeuw. © Daan Claessen, Erfgoed Utrecht
Provincie Utrecht - Ieder jaar duikt er een handjevol bijzondere vondsten uit de Romeinse tijd op in Nederland. Eén daarvan is de zegelring die laatst gevonden is in de weilanden boven Utrecht. Stadsarcheoloog Erik Graafstal deelt een aantal van de meest fascinerende Romeinse vondsten die er volgens hem in de provincie zijn gedaan.
Het woord uniek moet je niet te vaak gebruiken, vindt Graafstal. Maar de zegelring die vorige week in de polder werd gevonden vindt hij wel heel erg bijzonder. Op het sieraad staat een adelaar afgebeeld. De zegelring dateert uit 200-300 na Christus en heeft zeker 1800 jaar onder de grond gelegen. "Het is een volstrekt uitzonderlijk stuk. Heel mooi vormgegeven en heel goed bewaard."
Vondsten die vaker voorkomen zijn bijvoorbeeld delen van militaire uitrustingen, munten en kledingspelden. Maar af en toe zijn er écht unieke vondsten. Dit zijn de favorieten van Graafstal, die hier in de regio zijn gevonden.

Houten schip De Meern 1, omstreeks 190 na Christus

Het schip in museum Hoge Woerd.
Het schip in museum Hoge Woerd. © Erik Graafstal
Het schip De Meern 1 is gevonden in 1997 in een uithoek van een van de eerste wijken van Leidsche Rijn. Het is het meest compleet bewaarde Romeinse rivierschip dat in Noordwest-Europa is gevonden, zegt Graafstal. "Doordat het door een calamiteit is gezonken, is het teruggevonden met een heel groot deel van de inventaris. Dat gaat bijvoorbeeld om keukenuitrusting, de sandalen van de schipper, schrijfgerei, houtbewerkingsgereedschappen."

Muntschat Domplein, omstreeks 69 na Christus

© UtrechtAltijd
In 1933 werd er op het Domplein een verzameling van tientallen gouden munten gevonden. Die zijn waarschijnlijk in het kader van de Bataafse Opstand in de grond begraven, zegt Graafstal. "Je ziet vaker dat er in onrustige tijden spullen onder de grond worden verstopt om die later weer op te halen." Maar toen volgden er tijdens de opstand vernielingen en ging het fort van Utrecht in vlammen op. "Die goudschat is dus nooit meer opgehaald, en pas in de jaren 30 bij de opgravingen op het Domplein teruggevonden."

Wijnvat Fort Vechten, omstreeks 40 na Christus

Duig van wijnvat met stempel C CAE AUG GER, afkorting van de officiële titel van Caligula.
Duig van wijnvat met stempel C CAE AUG GER, afkorting van de officiële titel van Caligula. © Provincie Utrecht
Bij een opgraving langs de A12 in Bunnik werd er in 1995 een belangrijke vondst gedaan: een menshoog wijnvat van zo'n duizend liter. Het wijnvat is waarschijnlijk afkomstig van keizerlijke landgoederen. "Op een van de planken van dat vat stond een stempel. Dat stempel is de officiële titel van keizer Caligula en dat maakt 'm zo bijzonder."
Samen met een wijnvat uit Valkenburg met precies hetzelfde stempel is dit een sterke aanwijzing dat de keizer in het jaar 40 in Nederland is geweest, vertelt Graafstal. "Dat moet zijn geweest in het kader van een Germaanse veldtocht, die uitmondde aan de Noordzee, met een raar verhaal dat zijn soldaden schelpen moesten verzamelen op het strand, als een soort buit op de oceaan." Het object is te bewonderen in de houtkamer van museum Hoge Woerd.

'Blijft maar doorgaan'

Wat staat ons nog allemaal te wachten? In archeologisch Nederland wordt er ieder jaar wel zo'n vier tot zes keer een bijzondere vondst gedaan, zegt Graafstal "Bijvoorbeeld een oude pot met munten die bij werkzaamheden worden gevonden. Het blijft maar doorgaan, het lijkt wel alsof de bodem nooit uitgeput raakt." Of er nog zulke grote vondsten zoals een schip worden gedaan, is de vraag. Want logischerwijs geldt: hoe groter een object, hoe groter de kans dat het gevonden wordt.

Schatkamers in de provincie

De bovenstaande vondsten zijn gevonden in de Romeinse 'schatkamers' van de provincie.

Dat zit zo. Langs de Rijn in Nederland liep 2000 jaar geleden de noordelijke grens van het Romeinse Rijk, de limes. Romeinen bouwden langs de rivier wachttorens, wegen en forten. De plekken in de provincie Utrecht waar de meeste vondsten zijn gedaan zijn die waar de forten lagen. Dat is in Bunnik, het Domplein in Utrecht, Leidsche Rijn en Woerden.

Daarbuiten lagen de kampdorpen, waar winkels, werkplaatsen en kroegen zaten, legt Graafstal uit. "Voor die tijd waren dat grote nederzettingen. Er werden spullen gebruikt, afval geproduceerd en dat werd in de bodem achtergelaten. Het zijn daarmee de archeologische schatkamers."

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.