Direct naar artikelinhoud
geldvraag

Wat levert een aftrekpost op bij de aangifte inkomstenbelasting?

Medewerkers van de Belastingdienst helpen mensen met hun belastingaangifte bij Utrecht Centraal.

U heeft de belastingaangifte ingevuld en krijgt minder of juist meer terug dan verwacht. Dat kan liggen aan de aftrekposten. Bij de aangifte worden dit jaar de aftrekposten bij partners automatisch verdeeld. Daardoor kan de aangifte anders uitpakken dan vorig jaar. De afgelopen jaren zijn de aftrekposten bovendien veranderd. Sinds 2023 geldt voor de meeste aftrekposten hetzelfde tarief, namelijk 36,9 procent. Er is aftrek voor hypotheekrente, zorgkosten, giften, alimentatie, arbeidsongeschiktheid en pensioen.

Dat tarief geldt ook voor belastingplichtigen met een inkomen van meer dan 73.000 euro per jaar. Zij betalen over de top van hun inkomen 49,5 procent aan belastingen, maar kunnen hun aftrekposten slechts tegen 36,9 procent verrekenen. Er geldt een uitzondering voor aftrekbare uitgaven voor pensioen of een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Die kunnen nog wel tegen maximaal 49,5 procent afgetrokken worden.

Reinout van der Heijden is hoofdredacteur van de Geldgids. Zelf een vraag? Geldvraag@volkskrant.nl

In de praktijk levert een aftrekpost soms meer op. Dat komt door de algemene heffingskorting van 3.070 euro. Vanaf het minimumloon van 22.600 euro daalt deze met 6,1 procent. Door de aftrekpost daalt het belastbare inkomen, waardoor de heffingskorting stijgt.

Bij een inkomen tussen 22.600 en 73.000 euro levert een aftrekpost dus 43 procent voordeel op. Bij een inkomen boven 73.000 euro is de heffingskorting al afgebouwd naar nul, dus dan is het voordeel nog maar 36,9 procent.

Bij de eigen woning is de aftrek extra ongunstig voor iemand met een inkomen boven 73.000 euro. De aftrekpost bestaat uit de hypotheekrente minus het eigenwoningforfait (een percentage van de WOZ-waarde). De hypotheekrente is tegen 36,9 procent aftrekbaar, maar het eigenwoningforfait wordt tegen 49,5 procent belast. Een alleenverdiener met een hoog inkomen heeft dus minder voordeel van de hypotheekrenteaftrek, want die heeft geen partner om de aftrekpost over te nemen.

Voor AOW’ers met een inkomen tot ongeveer 38.000 euro levert een aftrekpost ook minder op. Het belastingtarief is tot dat inkomen 19 procent, dus datzelfde geldt voor de aftrekpost.

De algemene heffingskorting voor AOW’ers is lager en wordt vanaf 22.600 euro met 3 procent afgebouwd. Het voordeel is dan dus 22 procent. Partners van wie de een minder en de ander meer inkomen dan 38.000 euro heeft, kunnen de aftrekpost beter aan de meestverdienende toedelen.

De aftrekpost zorgkosten is hoger als het inkomen van beide partners samen minder is dan 38.700 euro. De verhoging is 40 procent, of 113 procent als een van beide partners de AOW-leeftijd heeft bereikt.

Vooral ouderen en ondernemers hebben soms te weinig belastbaar inkomen om een aftrekpost te verrekenen. Als zij een partner hebben die belasting betaalt, kan de aftrekpost aan de partner worden toebedeeld. Dat mag niet met een persoonsgebonden aftrekpost, zoals pensioen en de premie arbeidsongeschiktheidsverzekering. Lukt het toedelen aan de partner niet, dan kunt u de verzilveringsregeling aanvragen. Om daarvoor in aanmerking te komen, moet u wel aangifte doen. U ontvangt eerst de aanslag inkomstenbelasting. Enige tijd later ontvangt u de teruggave. Aangifte doen kan dus zinvol zijn, ook als u geen belasting betaalt.