Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Schuldhulpverlening gemeenten moet aan minimale eisen voldoen – ‘Verschillen waren te groot geworden’

De schuldhulpverlening van gemeenten moet aan minimale eisen gaan voldoen. Zo moeten gemeenten bijvoorbeeld een speciaal hulpaanbod hebben voor jongvolwassenen of schuldenaren met een taalachterstand. Ook moet voortaan een saneringskrediet van 18 maanden worden aangeboden.

Bij een bezoek aan een mbo-opleiding in Apeldoorn krijgt koningin Máxima uitleg krijgt over diverse schuldhulpmethoden.Beeld Patrick van Emst / Brunopress

Dit heeft minister Carola Schouten (Armoedebeleid) donderdag afgesproken met de gemeenten en de vereniging van schuldhulpverleners NVVK. De minister wilde deze basisdienstverlening voor gemeenten vastleggen, omdat de onderlinge verschillen volgens haar te groot waren geworden.

Ook de Nationale Ombudsman stelde meerdere malen vast dat iemand met schulden in de ene gemeente veel beter wordt geholpen dan in de andere. Zo stuurt de ene gemeente alleen een brief als er betalingsachterstanden ontstaan en laat de andere gemeente een hulpverlener meteen bellen en langsgaan bij die persoon, om erger te voorkomen.

Over de auteur

Charlotte Huisman is verslaggever van de Volkskrant en schrijft over jeugdzorg en de nasleep van de toeslagenaffaire.

De ongelijke behandeling door gemeenten van kwetsbare Nederlanders is ook voorzitter Godfried Engbersen van de Commissie Sociaal Minimum een doorn in het oog. Hij noemde het vorig jaar oneerlijk dat een huishouden met een laag inkomen in de ene gemeente meer steun krijgt dan eenzelfde gezin in een andere gemeente, niet alleen met allerlei ondersteunende maatregelen maar ook op het gebied van hulp met schulden.

De bedoeling is dat met deze vastgestelde basisdienstverlening op dit punt de verschillen tussen de gemeenten kleiner worden omdat iedere gemeente minimaal bepaalde hulp moet bieden. Met name de kleinere gemeenten bleven tot nog toe achter met hun dienstverlening. Hiervoor stelt het Rijk jaarlijks 40 miljoen euro extra beschikbaar. Zo is nu vastgelegd dat schuldhulpverleners altijd persoonlijk contact moeten opnemen als iemand na afronding van een schuldhulptraject opnieuw in de schulden dreigt te komen.

Problematische schulden

Sinds 2012 zijn gemeenten wettelijk verplicht hun inwoners met schulden te helpen. Maar nog geen 15 procent van de inmiddels 726 duizend huishoudens met problematische schulden meldt zich bij de schuldhulpverlening. Daarom besloot het parlement begin vorig jaar de termijn voor schuldsanering te halveren tot anderhalf jaar. Het eerste half jaar na de invoering per 1 juli steeg het aantal aanvragen voor schuldhulpverlening met ruim 20 procent: maar nog niet duidelijk is of dat het gevolg is van de verkorting van de afbetalingstermijn.

Extra begeleiding van mensen met schulden is volgens de schuldhulpverleners ook nodig nu de termijn van de schuldentrajecten is gehalveerd. Met hun verbeterde hulpverlening moeten gemeenten meer huishoudens duurzaam van hun schulden afhelpen, is de bedoeling. De afspraken vallen in het streven van de overheid om het aantal personen met schulden in 2030 te halveren. Maar het aantal huishoudens met problematische schulden steeg vorig jaar juist van 618 duizend tot 726 duizend.

Uit onderzoek van onder meer schuldenlector Nadja Jungmann van de Hogeschool Utrecht blijkt dat mensen niet wegblijven bij de schuldhulpverlening omdat het hun te lang duurt, maar om andere redenen: bijvoorbeeld omdat zij de overheid wantrouwen, omdat ze zich schamen voor hun situatie of omdat ze onrealistisch optimistisch zijn dat ze het zelf kunnen oplossen.

Om het aantal Nederlanders met problematische schulden te verminderen pleit de schuldenlector al langer voor een hervorming van het hele schuldensysteem. Daarin moeten de kosten van degene die een rekening niet kan betalen veel minder snel oplopen dan in het huidige systeem.