Direct naar artikelinhoud
ReportageBrouwen

Gigantische warmtepompen zorgen voor miljarden duurzamere biertjes

Een elektrisch aangedreven schroef verdeelt gerst over een droogvloer.Beeld Reyer Boxem

Zonder mout geen bier. Maar voor de productie is veel energie nodig, vaak gas. In Eemshaven lukt het een van Europa’s grootste mouterijen zonder iets uit te stoten.

Niet voor niets heeft Martijn van Iersel gele oordopjes in. Het kabaal van de ronkende installaties dreunt niet alleen door in de onderbuik, ook drukt het stevig op de trommelvliezen. Schreeuwend probeert de kwaliteitsmanager van mouterij Holland Malt boven het geluid van het metershoge warmtepompsysteem uit te komen, om te vertellen hoe de nieuwste trots van het bedrijf werkt.

Foto’s maken is uit den boze: details mogen niet bij de concurrentie terechtkomen. Helemaal geheim is het niet. Integendeel. Tegen het decor van windmolens, opslagsilo’s en zeecontainers staan honderden internationale bierproducenten - de één in marineblauw pak, de ander in Beierse klederdracht - in de rij voor een rondleiding. Japanners, Belgen en Amerikanen: stuk voor stuk benieuwd hoe mout, een van hun belangrijkste ingrediënten, in Eemshaven uitstootvrij geproduceerd wordt.

18 miljoen kuub gas

Want bier laat ook een CO2-voetafdruk achter voordat het uit de tap een glas instroomt. Bij sommige onderdelen van het brouwproces is veel energie nodig, bijvoorbeeld voor mouten. De mouterij van Holland Malt, onderdeel van Royal Swinkels (met Bavaria als bekendste merk), verbruikt jaarlijks 18 miljoen kuub gas. In het Groningse Eemshaven stoot het bedrijf 33.000 ton CO2 uit, meer dan alle huishoudens in Appingedam en Delfzijl samen.

Tot voor kort. Sinds deze week is de productie van mout emissievrij. Volgens het bedrijf als eerste mouterij ter wereld. “Het idee om terug te gaan naar nul ontstond al in 2015”, vertelt CEO Jos Jennissen. “Alleen was de tijdgeest nog niet rijp. Het ontbrak aan technologische middelen en subsidies.” Eind 2021 waren de mogelijkheden er wel en in iets meer dan twee jaar tijd heeft een grote gasinfrastructuur plaatsgemaakt voor drie enorme warmtepompen.

Van gerst naar mout

Wat is mout én waarom is er zoveel energie nodig voor de productie ervan? Mout is van oorsprong gerst en bepaalt de smaak, kleur en het alcoholpercentage van bier. Gerstemout is de basis voor vrijwel alle bieren. Bij speciaalbiertjes worden andere graansoorten zoals tarwe of haver gebruikt.

Voordat het mout vanuit Eemshaven naar brouwerijen gaat, komt het als gerst de mouterij binnen. “Daarna maken we het hier schoon,” legt kwaliteitsmanager Martijn van Iersel uit in het ‘weekhuis’, een ruimte met acht grote watertanks.

Als de gerstekorrels schoon zijn, belanden ze op de kiemvloer. Een klamme ruimte waar brillen beslaan en het vocht van het plafond druipt. “Dat is de bedoeling. We bootsen hier het natuurlijke kiemproces na. Daar zijn vochtige omstandigheden voor nodig,” vertelt Van Iersel op een loopbrug over de zee van korrels.

Die mogen niet helemaal ontkiemen, anders zijn ze niet meer bruikbaar. Om dat te voorkomen, worden de korrels gedroogd. En daar is heel veel energie voor nodig. Het drogen – of ‘eesten’ in jargon – gebeurt op een temperatuur van 85 graden. Voorheen ging het gros van die 18 miljoen kuub gas op aan dit deel van het proces. Maar de gasboilers zijn vervangen door drie gigantische warmtepompen, die de afgesloten droogruimte tot saunatemperatuur verwarmen.

In de fabriek van Holland Mout, die verregaand verduurzaamt.Beeld reyer boxem

Om de warmtepompen van energie te voorzien, is er nog gekeken naar restwarmte van omliggende gas- en kolencentrales. “Maar om echt emissievrij te zijn, moet je dat ook niet willen,” vertelt CEO Jennissen. Dus voorzien Zeeuwse windmolens, via groenestroomcertificaten, de mouterij voor 20.000 volt aan stroom.

Eenmaal draaiend recyclen de warmtepompen lucht van de droogvloer. Van Iersel: “De restwarmte van het drogen ging vroeger via een schoorsteen naar buiten. Nu vangen we die op en verhogen we de temperatuur via de pomp van 23 naar 85 graden, zodat het weer gebruikt wordt bij het drogen.”

8,5 miljard biertjes

Jaarlijks produceert de Groningse fabriek - Holland Malt heeft ook een mouterij in het Brabantse Lieshout - 280.000 ton mout. “Omgezet naar bier praat je dan over 8,5 miljard glazen”, berekent Van Iersel. Om zulke hoeveelheden te verwerken, zijn krachtige warmtepompen nodig. “Iedere pomp heeft het vermogen van anderhalve Formule 1-auto,” vertelt Van Iersel met luide stem onder het kabaal van de machinekamer. Het hele warmtepompcomplex heeft net zoveel kracht als 14.000 huishoudelijke pompen.

Wat de hele transitie gekost heeft? “Een fiks bedrag, meer zeg ik niet.” Jennissen kreeg wel wat subsidies, maar Holland Malt moest vooral zelf investeren. Vroeg of laat moet ieder bedrijf van het gas af, maar volgens de CEO ging het verder dan dat. “Het is een bewuste keuze voor duurzaamheid en langetermijnoplossingen die we graag maken als familiebedrijf.”

De verduurzamingsslag is voor Jennissen en collega’s reden tot feest. Onder toeziend oog van de aanwezige brouwerswereld draait de CEO samen met klimaatgedeputeerde Johan Hamster van de provincie Groningen een symbolische kraan open. Als de bombastische presentatiemuziek is gaan liggen, spreekt Jennissen het publiek in de schoon geveegde graanschuur toe: “Het kan zonder vervuilende stoffen. Laten we vanavond samen genieten van dat natuurlijke product. Proost!”

Lees ook:

Trappistenbier is populair, maar aan monniken om het te brouwen dreigt een gebrek

Steeds minder mensen streven het monnikenleven na, daardoor staat het trappistenbier onder druk. In België blijft er nog maar een handje trappistenbierbrouwerijen over.