Het Europese Hof van Justitie heeft geoordeeld dat de wet dat burgers vingerafdrukken moeten toestaan voor identiteitsbewijzen ongeldig is. Toch geldt de wet nog steeds, tot een betere wet eind 2026 ingaat. Daarom verandert er in de praktijk voorlopig niets.
De wet is niet volgens het juiste proces tot stand gekomen, zegt het Hof. "De betrokken verordening is echter vastgesteld op basis van een onjuiste rechtsgrondslag en dus volgens een verkeerde wetgevingsprocedure, namelijk de gewone wetgevingsprocedure in plaats van de bijzondere wetgevingsprocedure die met name eenparigheid van stemmen vereist binnen de Raad."
Een nieuwe verordening, die eind 2026 moet ingaan, zou wel juist vastgesteld moeten worden. "Indien de verordening met onmiddellijke ingang ongeldig zou worden verklaard, zou dat ernstige negatieve gevolgen kunnen hebben voor een groot aantal burgers van de Unie, in het bijzonder voor hun veiligheid in de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. Het Hof handhaaft daarom de gevolgen van de verordening totdat, binnen een redelijke termijn en uiterlijk op 31 december 2026, een nieuwe verordening in werking treedt die op de juiste rechtsgrondslag is gebaseerd."
Het Hof vindt het afnemen van vingerafdrukken wel een goede methode om vervalsingen tegen te gaan en daarom is het gerechtvaardigd om twee vingerafdrukken te moeten afstaan voor een identititeitsbewijs. Een foto is niet genoeg, vindt het Hof. "De opneming van louter een gezichtsopname zou een minder doeltreffend identificatiemiddel zijn dan de opneming, naast die gezichtsopname, van twee vingerafdrukken. Veroudering, levensstijl, ziekte of een chirurgische ingreep kunnen de anatomische kenmerken van het gezicht immers veranderen."
De zaak kwam bij het Hof nadat een Duitse inwoner naar de rechter was gestapt, omdat hij zonder het afstaan van vingerafdrukken geen identiteitsbewijs kon krijgen. De Duitse rechter verwees de zaak door, omdat die niet zeker was over de toepassing van de regels.