Direct naar artikelinhoud

Nepwetenschapper mag zo in de redactie van een wetenschappelijk tijdschrift

Twee wetenschappers in een laboratorium

Anna O. Szust, expert in cognitie en sociale wetenschappen, vond het tijd toe te treden tot de redactie van een wetenschappelijk tijdschrift, zoals een goed wetenschapper betaamt. Szust stuurde daarom een open sollicitatie naar 360 tijdschriften op verschillende wetenschapsgebieden. 48 daarvan wilden haar wel opnemen in hun redactie. Prachtig, ware het niet dat Anna O. Szust helemaal niet bestaat.

Oszust is het Poolse woord voor fraude. En de wetenschapper met die naam is een creatie van onderzoekers aan de Universiteit van Warschau, die wilden laten zien hoeveel fraude er wordt gepleegd in de wereld van wetenschappelijke tijdschriften. Ze doen verslag van hun experiment in Nature, een gerespecteerd vakblad dat zich niet schuldig maakt aan malversaties.

Heel veel andere tijdschriften doen dat wel; ze laten onderzoekers betalen om artikelen gepubliceerd te krijgen, zonder de kwaliteit daarvan te controleren, en vragen wetenschappers om, eveneens tegen betaling, hun naam te verbinden aan de redactie. Hun titels en uiterlijk lijken vaak op die van gekende kwaliteitsbladen. Ze kunnen bestaan omdat wetenschappers móeten publiceren om te overleven; wetenschappers worden beoordeeld en in sommige landen beloond op basis van hun publicatielijst.

China en India staan bovenaan de lijst van landen waar beloning en carrière van wetenschappers geheel afhankelijk zijn van aantallen publicaties. Als die aantallen zo belangrijk zijn, rijst in de wetenschappelijke wereld twijfel aan de kwaliteit van die publicaties en van de tijdschriften waarin ze verschijnen.

Veel tijdschriften laten onderzoekers betalen om artikelen gepubliceerd te krijgen

Die twijfel wordt versterkt door de vele, recente signalen dat de kwaliteitscontrole op wetenschappelijke artikelen, de zogenoemde peer review (beoordeling door experts), onderhevig is aan betonrot. Sommige tijdschriften laten toe dat auteurs via een omweg de zogenaamd onafhankelijk beoordelaar zijn van hun eigen artikel. En fake artikelen gepubliceerd krijgen blijkt bij die tijdschriften ook eenvoudig, als er maar betaald wordt.

Hoss Cartwright

De Polen aan de Universiteit van Warschau zijn niet de eersten die de frauduleuze praktijken van fake tijdschriften aan de kaak stellen. Hun Duitse collega Burkhard Morgenstern, hoogleraar aan de universiteit van Göttingen, was een jaar geleden helemaal klaar met de stroom emails waarin hij door duistere tijdschriften werd gevraagd zijn naam te verbinden aan de redactie. Hij zond hen, met warme aanbeveling, het curriculum vitae van Hoss Cartwright, hoogleraar Cattle Management aan het Pondorosa Institute for Bovine Research, en kreeg deze collega moeiteloos geaccepteerd.

Nu weet iedereen van rijpe leeftijd dat Hoss Cartwright een cowboy was in de wildwest-serie Bonanza, en Pondorosa de ranch waar die serie zich afspeelde. Even gemakkelijk wist Morgenstern Borat Sagdiyev aan boord te krijgen bij wetenschappelijke tijdschriften. Die is onder zijn voornaam gekend als komiek en filmmaker, maar werd voor de gelegenheid met volledige naam geïntroduceerd als onderzoeker aan de Universiteit van Kazachstan.

De Poolse onderzoekers hebben die geintjes van Morgenstern nu met een serieus experiment bevestigd. Belangrijkste doel: wetenschappers te waarschuwen voor de praktijken van dubieuze vakbladen. De resultaten van het experiment zijn ernaar.

Het goede nieuws is wel dat er onderscheid kan worden gemaakt. De gefingeerde Anna O. Szust kwam gemakkelijk binnen bij tijdschriften die al op de nodige zwarte lijsten staan. Maar van de vakbladen die officieel geïndexeerd zijn op hun waarde, reageerde er niet een op de fake sollicitatie. Tussen die twee uitersten in zitten de vakbladen die het principe van open access aanhangen, algehele toegankelijkheid van wetenschappelijke resultaten. Een mooi principe, en een groeiende praktijk, maar ook een zorg als het gaat om kwaliteitsbewaking in de wetenschap, aldus de Poolse onderzoekers.