Vezels zijn gezond, maar voor stadsmensen steeds moeilijker te verteren

En wel doordat ze de bacteriën die nodig zijn om vezels te verteren, kwijt aan het raken zijn. Tot die conclusie komen Israëlische onderzoekers in een nieuwe studie.

Voor het onderzoek vergeleken ze de verzameling microben in de darmen (oftewel: het darmmicrobioom) van jagers en verzamelaars met dat van mensen die deel uitmaken van een agrarische of een industriële samenleving. De bevindingen zijn terug te lezen in het blad Science en onthullen dat microben die helpen om vezels af te breken goed vertegenwoordigd zijn in de darmen van jagers en verzamelaars en mensen die in een agrarische samenleving leven, maar ronduit schaars zijn in de darmen van mensen die deel uitmaken van een industriële samenleving.

Vezels verteren: hoe zit het ook alweer?
Vezels zijn gezond. Dat weet iedereen. Maar het verteren ervan, is nog niet zo eenvoudig. Daarvoor heb je namelijk gespecialiseerde bacteriën nodig die in staat zijn om die – van groenten of tarwe afkomstige – vezels af te breken. “Dat is geen gemakkelijke taak,” merkt onderzoeker Edward Bayer op. “Slechts weinig bacteriën kunnen dat.” En dat komt dan weer doordat vezels onoplosbaar zijn. “Vezels in de darmen zijn als boomstammetjes in een zwembad: ze worden nat, maar lossen niet op.”

Ruminococcus
Gelukkig zijn daar de Ruminococcus-bacteriën: bacteriën die deel uitmaken van de microbenpopulatie in de darmen en wél in staat zijn om vezels af te breken. De bacteriën doen dat door cellulosomen te produceren. Deze binden zich aan de vezels en breken deze op in componenten die wél oplosbaar zijn en vervolgens door Ruminococcus-bacteriën, maar ook door andere bacteriën in onze darmen, kunnen worden verteerd. “Kortom: cellulosomen transformeren vezels in suikers die een gehele (microbiële, red.) samenleving kunnen voeden; een knap staaltje werk,” aldus Bayer.

Belangrijk
Het is ook belangrijk werk. Want middels de productie van cellulosomen brengen Ruminococcus-bacteriën in feite een soort kettingreactie op gang die erin resulteert dat de bacteriën die in de darmen leven, gevoed worden. En zo ondersteunen ze een gezonde en diverse darmflora.

Koeien
En dat doen deze cellulosomen-producerende bacteriën al heel lang. “Deze cellulosomen-producerende bacteriën gaan al een tijdje mee,” bevestigt onderzoeker Itzhak Mizrahi. “Hun voorouders zijn belangrijke leden van het microbioom in de pens van koeien en schapen.” Deze pens is de plaats waar het gras dat deze dieren eten door microben die plantenvezels kunnen afbreken, wordt verteerd. En onderzoekers vermoeden zelfs dat wij de cellulose afbrekende en cellulosomen-producerende bacteriën verkregen hebben tijdens de domesticatie van vee. “Dat is een reële mogelijkheid,” aldus Mizrahi, die er in het kader daarvan ook op wijst dat de bacteriestammen die ons helpen om vezels te verteren meer lijken op de stammen die we bij vee aantreffen dan op de stammen die we in de darmen van aan ons verwante primaten vinden.

Achteruitgang
En zo droegen onze verre voorouders deze bacteriën dus lang voordat wij het levenslicht zagen al met zich mee. Maar dat wil niet zeggen dat de bacteriën er ook altijd zullen zijn. Sterker nog: uit het onderzoek van de Israëlische wetenschappers blijkt duidelijk dat dat niet vanzelfsprekend is. Want hun studie wijst uit dat de bacteriën bij jagers en verzamelaars en boeren inderdaad goed vertegenwoordigd zijn, maar bij mensen in een industriële samenleving heel schaars zijn. Het heeft waarschijnlijk alles te maken met wat deze mensen eten, zo schrijven de onderzoekers in hun studie. Zo nuttigen jagers en verzamelaars en mensen in een agrarische samenleving veel meer vezels dan mensen in een geïndustrialiseerde samenleving. “Onze voorouders in Afrika haalden 200.000 jaar geleden geen lunch in een drive-through en lieten geen eten thuisbezorgen,” merkt onderzoeker Wiliam Martin op. In westerse, verstedelijkte, samenlevingen gebeurt dat echter heel vaak. Het leidt tot een heel ander dieet, dat vaak mijlenver verwijderd is van het pure, vezelrijke voedsel zoals dat op boerderijen wordt geproduceerd. En als een dieet minder vezels herbergt, gaan de bacteriën die floreren op een vezelrijk dieet, verloren, zo redeneren de onderzoekers. “Onze resultaten wijzen op de achteruitgang van deze soort bacteriën in de menselijke darmen, waarschijnlijk ingegeven door de overstap op een meer westerse levensstijl.

Maar is dat erg? De onderzoekers hebben daar verder niet echt naar gekeken, maar suggereren in hun studie wel dat het kwalijke gevolgen kan hebben voor de stofwisseling. Dat is echter niet onafwendbaar; ook in geïndustrialiseerde samenlevingen kunnen mensen de achteruitgang van deze van oudsher zo belangrijke bacteriesoorten heel eenvoudig een halt toe roepen. En wel door meer vezels te eten.

Bronmateriaal

"Industrial societies losing healthy gut microbes" - Ben-Gurion Universiteit van de Negev
Afbeelding bovenaan dit artikel: bit245 from Getty Images (via Canva Pro)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd