Asielzoekers opvangen in een groeiend aantal hotels zorgt voor verlichting, zegt het COA tegen De Telegraaf, maar het is vooralsnog niet voldoende om de drukte in asielzoekerscentra op te lossen. Gemeenten worden met vergoedingen aangemoedigd nog meer hotelruimte te zoeken.

Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) huurt momenteel 51 hotels af voor de opvang van asielzoekers, vijf meer dan bij een vorige telling in november vorig jaar. Soms fungeren de hotels voor korte tijd als noodopvang, zoals het veelbesproken hotel in Kijkduin. Andere hotels (zoals Van der Valk-locaties in Goes en Uden) zijn jarenlang gesloten voor toeristen.

Daarbovenop wonen 1200 statushouders - asielzoekers die weten dat ze mogen blijven in ons land - tijdelijk in hotelkamers en vakantiehuizen, op locaties die doorgaans nog wel gewoon open zijn voor andere gasten. Het COA plaatst de statushouders in de hotels en betaalt voor een half jaar de rekening, daarna neemt de verantwoordelijke gemeente de begeleiding van de vluchtelingen over. Dat gebeurt "zoveel mogelijk in de buurt van de asielzoekerscentra waar zij nu verblijven", schetst het COA.