Om negen uur ’s avonds maakt nos-presentator Rob Trip bekend dat de pvv de grootste partij van Nederland is geworden. 24 minuten later gaat het in de live verkiezingsuitzending op woensdag 22 november alweer over welke coalities mogelijk zijn – en wint Schiermonnikoog de wedstrijd om als eerste alle stemmen te hebben geteld? Alsof er niet zojuist een partij de Tweede-Kamerverkiezingen heeft gewonnen die intern georganiseerd is als een dictatuur, grossiert in standpunten die tegen de grondwet indruisen en ‘minder Marokkanen’ wenst.

De jonge politicoloog die met dat business as usual-script breekt, heet Léonie de Jonge. ‘Laat ik heel duidelijk zijn’, reageert ze in de studio op de vraag of Geert Wilders met zijn pvv tijdens deze campagne niet een stuk gematigder is geworden. ‘Dit is nog steeds het prototype van een radicaal-rechtspopulistische partij. De kernelementen – nativisme, autoritarisme, populisme – staan letterlijk in het partijprogramma. Dus die partij is niet zozeer opgeschoven, alleen is dat gedachtegoed de afgelopen tien, twintig jaar steeds meer genormaliseerd geraakt.’

Ze weet dat ze met die nuchtere analyse een hoop ‘shit’ over zich heen zal krijgen. Zeker als vrouw. Diezelfde avond nog wordt ze inderdaad overspoeld, op haar oude Nokia-telefoon, per e-mail en op sociale media, met positieve en negatieve reacties. Spijt heeft ze desondanks niet, vertelt ze drie maanden later. ‘Niemand zag aankomen dat de pvv zó dik zou winnen. Het deed denken aan de Brexit. Of aan toen Trump president werd. In zo’n situatie als wetenschapper om de hete brei heen te draaien, dat was gewoon heel gek geweest.’

We zitten boven in het gebouw van de Groningse universiteitsbibliotheek, in een kamer van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen. De wand is gevuld met rijen bruine ordners. Op elk staan een naam – vvd, 50Plus, SP – en jaartallen. Op weg hiernaartoe heeft Léonie de Jonge (34) even haltgehouden bij de vitrines die dienen als piepklein museum vol politieke curiosa. De muismat met de beeltenis van Wilders, een kitscherig kussen met snoezige poes van de Partij voor de Dieren, het setje golfballen (haar persoonlijke favoriet) van de vvd en een speelgoedvrachtwagen uit de campagne van Rita Verdonk om het leiderschap van diezelfde partij.

Het lijkt alweer een eeuwigheid geleden. Het uiterst rechtse potentieel was er toen ook, maar de grote doorbraak liet nog op zich wachten. En nee, zal De Jonge telkens weer benadrukken tijdens het interview. Dat zo’n doorbraak er moet komen, als een radicaal-rechtse golf die vroeg of laat elk land overspoelt, dat is een fataal misverstand.

Democratie onder druk

Met de verkiezingswinst voor uiterst rechts in Nederland, de mogelijke terugkeer van Trump in de VS en een recordaantal landen dat in 2024 naar de stembus gaat, wordt wereldwijd de democratie in de waagschaal gesteld. De Groene spreekt met denkers in binnen- en buitenland over de gevaren voor de democratie en hoe deze te beschermen.

U heeft hier uitgebreid onderzoek naar gedaan in België. Waarom uitgerekend dat land?
‘Eén staat, hetzelfde kiesstelsel, maar met twee totaal verschillende partijsystemen. Voor politieke wetenschappers is dat een fantastisch laboratorium. Het Vlaams Belang ligt voorop in de peilingen voor de verkiezingen komende zomer. Wallonië biedt op papier minstens zo’n goede voedingsbodem voor radicaal-rechts. Het is armer dan Vlaanderen, de werkloosheid ligt er fors hoger, oude industrie verdwijnt en er wonen veel immigranten. Een flink deel van de kiezers toont zich in enquêtes bovendien kritisch over de islam en migratie. Toch blijven zulke partijen daar marginaal. Fascinerend. Ik ken dorpjes die slechts vijf minuten van de Franse grens af liggen. Die mensen gaan naar dezelfde bakker. Bezoeken dezelfde sportschool. In Frankrijk stemmen ze op Le Pen, maar in Wallonië op de sociaal-democratische Parti Socialiste.’

Hoe is dat mogelijk?
‘Een cruciaal verschil is het cordon sanitaire dat in Wallonië nog altijd zeer serieus wordt genomen. Eigenlijk is er sprake van twee cordons: een politiek cordon en een mediacordon. Democratische partijen werken, ten eerste, op geen enkel niveau samen met uiterst rechts. Dat wordt politiek geïsoleerd. Ten tweede weigeren de media zulke groeperingen een platform te bieden. Sinds 2010 bestaan daarover formele afspraken tussen journalisten. Wat niet betekent dat ze uiterst rechts doodzwijgen. Onderwerpen als immigratie worden niet genegeerd. Net zomin als dat kiezers worden weggezet als radicaal-rechts. Het zijn alleen de politici die geen platform krijgen aangereikt om hun ideeën te verspreiden. Ze ontvangen bijvoorbeeld, anders dan in Nederland, geen uitnodiging voor verkiezingsdebatten.’

Politicoloog Léonie de Jonge: ‘Laten we alsjeblieft waakzaam blijven’ © Marleen Annema

In ons land heeft zo’n cordon sanitaire op zijn zachtst gezegd een beroerde reputatie. Het zou ondemocratisch zijn om grote groepen kiezers uit te sluiten.
‘Dat is juist de paradox van de democratie. Hoeveel tolerantie wil je tonen voor intolerantie? Grenzen stellen hoort erbij. Zolang je je hier maar voor verantwoordt en het duidelijk communiceert. Natuurlijk snap ik dat dat in Nederland weerzin oproept. Al is het niet altijd zo geweest. Toen Janmaat in de jaren tachtig in de Tweede Kamer kwam, stonden er demonstranten op het Binnenhof in Den Haag. Journalisten pakten hem keihard aan. Niet dat ze afspraken daarover zwart-op-wit hadden staan, zoals nu in Wallonië, maar er werd binnen de media intensief gesproken over het belang van een weerbare democratie en grenzen stellen. Nederland was een soort gidsland voor België als het ging over de omgang met extreem-rechts. Zo bezien zijn we inmiddels opgeschoven in de richting van de Verenigde Staten. Alles moet gezegd kunnen worden. Ook als de boodschap er een van intolerantie is.’

‘Onbegrijpelijk dat het al dan niet respecteren van de grondwet een discussiepunt is geworden’

Dus de oplossing is dat Nederland, in naam van de democratie, alsnog dat cordon invoert en de PVV uit elke coalitie weert?
‘Nee, het is geen silver bullet. De timing is heel belangrijk. Een cordon sanitaire werkt alleen op het moment dat uiterst rechts electoraal nog niet is doorgebroken. Dan wordt het in de kiem gesmoord. Zodra die doorbraak wel een feit is, ligt de oplossing veel meer in het consequent benadrukken waarom democratie überhaupt van belang is. Je moet de onafhankelijke rechtspraak en vrije pers koesteren. Het zijn geen vanzelfsprekende instituties die zichzelf wel in stand houden. Kijk naar Duitsland. Daar komen elk weekend massa’s mensen op de been om te laten zien dat radicaal-rechts, ondanks alle retoriek, niet de meerderheid van de bevolking vertegenwoordigt. Symbolisch, misschien, maar onderschat niet hoe belangrijk het stellen van zulke grenzen is voor een democratie.

In Wallonië hebben ze goed naar Vlaanderen gekeken. Daar kent men weliswaar ook een cordon, maar dat is niet consequent volgehouden. De Walen hebben de afspraken hierover daarom expliciet gemaakt. In Charleroi is het zelfs in regelgeving gegoten. Daarmee is dat voor zover ik weet de enige stad waar het antifascisme is opgenomen in de wet. Belangrijk is ook dat het gedragen wordt door het maatschappelijk middenveld, zoals door de vakbonden.

Neem de oprichting in 2021 van een nieuwe radicaal-rechtse partij, Chez Nous. Tom Van Grieken van het Vlaams Belang kondigde aan langs te komen. Net als Jordan Bardella, de voorzitter van het Rassemblement National. Maar de media-aandacht in Wallonië was, anders dan in Vlaanderen, beperkt en de tegenstanders mobiliseerden zich massaal. Uiteindelijk zette de burgemeester een streep door de locatie. Dat mechanisme, daar ligt een cruciale verklaring voor het raadsel waarom uiterst rechts in Franstalig België maar niet van de grond wil komen.’

De Jonge’s wetenschappelijke interesse voor de Benelux-landen heeft, behalve de mix van overeenkomsten en verschillen, nog een andere oorzaak. Ze groeide op in Luxemburg. Haar Nederlandse grootouders begonnen daar ooit een camping. Tussen de caravans, tenten en vouwwagens leerden haar ouders elkaar kennen. Voor hun drie kinderen zou Nederland het gezellige, progressief ogende land worden waar ze menige vakantie doorbrachten.

De politieke bewustwording volgde later. Léonie de Jonge, fanatiek basketballer, kreeg een studiebeurs aangeboden in het uitgestrekte Amerikaanse North Dakota. Een ‘mega-cultuurschok’ noemt ze het zelf. ‘Voor het eerst merkte ik hoeveel invloed de plek waar iemand opgroeit heeft op stemgedrag. Tijdens biologieles kwam ik erachter dat ik de enige student was in de hele zaal die géén twijfels had bij de evolutietheorie. Was het jachtseizoen begonnen, dan kwam er haast niemand opdagen. Voor het eerst kon ik begrijpen waarom mensen voor vuurwapenbezit zijn. Niet dat ik het ermee eens ben, maar op zo’n boerderij is Washington heel ver weg, dus waar bemoeien die politici zich mee?’

Na een studie internationale betrekkingen in Iowa stak ze de oceaan over naar Cambridge. De Brexit was nog niet geweest, in Europa braken linkse partijen als Podemos en Syriza door. ‘Mijn promotoren vroegen zich af waarom ik mij in vredesnaam met uiterst rechts wilde bezighouden. Dat was toch achterhaald? Ik moest moeite doen om uit te leggen waarom mijn onderwerp net zo relevant was als het linkse populisme.’ Lachend: ‘Sindsdien heeft niemand me dat ooit meer gevraagd.’

Vooruit, een andere vraag dan: hoe bepalen we wat uiterst rechts is? In Vlaanderen zetten sommige linkse mensen de N-VA neer als fascistisch. In Nederland heb je grensgevallen als JA21.
‘Dat is een heel lastige discussie. Interessant genoeg staat er in de Waalse afspraken over het cordon niks over uiterst rechts. Het gaat enkel om “liberticide”. Om partijen, bewegingen en mensen met overtuigingen die tegen de democratische vrijheid in druisen. In de praktijk betekent dit dat ook ooit een islamitische partij onder het cordon is gevallen. Die club deed dusdanig vrouwonvriendelijke uitlatingen dat zij als vrijheidsberovend werd beschouwd.’

In Nederland was uiterst rechts taboe zolang het herinneringen opriep aan de Duitse bezetting. Maar toen kwamen politici als Pim Fortuyn en Geert Wilders die Israël steunden en homoseksualiteit omarmden, en heerste er verwarring alom.
‘Klopt. Wat ook gebeurt, is dat een partij geleidelijk van gezicht verandert. De AfD in Duitsland begon als een eurosceptische club. Nu zijn ze overduidelijk radicaal- tot zelfs extreem-rechts. Om dan achteraf, als ze al gegroeid zijn, ineens te zeggen “die sluiten we uit”, dat is op z’n zachtst gezegd ingewikkeld.’

‘In Wallonië krijgen uiterst rechtse politici geen platform aangereikt om hun ideeën te verspreiden’

Naast het cordon sanitaire noemt u nog een verklaring voor het falen van uiterst rechts in Wallonië: het succes van de PS. Wat kunnen partijen als GroenLinks-PvdA en de SP daarvan leren?
‘In Wallonië vormen de middenpartijen een buffer tegen radicaal-rechts. Geen katalysator, zoals hier. Wat de PS betreft: daar valt van alles op aan te merken, maar zij heeft het contact met haar oude achterban niet verwaarloosd. In tegenstelling tot zusterpartijen in andere Europese landen heeft zij de Derde Weg nooit omarmd. De PS is nog altijd heel nadrukkelijk aanwezig in de buurten. Heeft iemand een probleem, bijvoorbeeld met huisvesting, dan stap je op je lokale volksvertegenwoordiger af.

Daarbij wordt een thema als migratie niet genegeerd, maar wel anders behandeld dan in Nederland. Hier vergroten we vooral de culturele bedreiging uit. De PS beschouwt het vooral als een economisch vraagstuk. Die nieuwkomers, dat zijn voor het overgrote deel ook maar gewoon arbeiders. Dus worden ze opgenomen in de vakbond en gaat het vooral over het verdedigen van sociale rechten. We doen vaak alsof politiek een kwestie is van “u vraagt, wij draaien”. Maar het omgekeerde is ook belangrijk. Het politieke aanbod dat de kiezer voorgeschoteld krijgt, heeft invloed op het kiesgedrag.’

Pleit u voor een herwaardering van het cliëntelisme?
‘Dat begrip heeft een zeer negatieve bijsmaak. Ik waak er ook voor om de PS op een voetstuk te zetten. Die partij heeft echt wel problemen, onder meer met corruptie. Tegelijkertijd zijn ze als vanouds aanspreekbaar voor gewone mensen die ergens mee zitten. “Politiek dienstbetoon” noemen ze dat in België. Klinkt al een stuk beter, niet?’

In Nederland is zo bezien alles misgegaan. De PvdA heeft het afgelopen decennium haar eigen achterban van zich vervreemd door bezuinigingen te steunen. De VVD weigerde onder leiding van Dilan Yesilgöz nog langer Wilders uit te sluiten…
‘… en ze maakte migratie tot het centrale campagnethema, door het kabinet daarop te laten vallen. Dat zijn stuk voor stuk keuzes. Geen onvermijdelijke ontwikkelingen die ons simpelweg overkomen zijn. Toen ik hoorde hoe het kabinet gevallen was over migratie, dacht ik: dit is gewoon de akker omploegen voor radicaal-rechts. De pvv is issue owner op dit onderwerp. Uit alle onderzoeken hiernaar blijkt dat mensen het origineel verkiezen boven de kopie. Dat geldt voor centrum-rechts, maar net zo goed voor de sociaal-democraten in Denemarken. Met hun strenge asielbeleid leken zij heel even uiterst rechts de wind uit de zeilen te nemen, maar vroeg of laat straft de kiezer zoiets af.’

De journalistiek gaat ook niet vrijuit. U sprak eerder over de ‘cute cat’-theorie, leg uit.
‘De uitzending van het Jeugdjournaal tijdens de verkiezingscampagne, waarin Geert Wilders een dierenasiel bezoekt en babbelt over zijn poezen Snoetje en Pluisje, gebruik ik inmiddels als voorbeeld voor mijn studenten in de collegezaal. Het is standaard sociale psychologie. Op platforms als TikTok en Instagram verschijnen extreme politici tussen de schattige kittens. Dat haalt de scherpe randjes van de boodschap.

Ik wil niet te hard oordelen over journalisten, want ik weet dat er veel zijn die hier oprecht mee worstelen. Maar ik vind het opvallend hoe vaak wordt gezegd: wij doen gewoon ons werk, we laten zien wat er speelt. Of: als wij er niet over berichten, gebruikt uiterst rechts de sociale media wel als platform. Dan maak je jezelf er te makkelijk van af. Media zijn veel meer dan een doorgeefluik. Ze zijn de waakhond van de democratie. Als zodanig kunnen zij iets wat sociale media niet kunnen. Namelijk uiterst rechtse standpunten legitimeren door ze te ontdoen van het stigma van extremisme.

Juist daarom is het zo belangrijk om als media deze discussie binnenshuis te voeren. Om, ik zeg het opnieuw, een grens te trekken. Waar die precies ligt, is niet eens zo belangrijk. Het gaat erom dat zij er is en dat deze grens vooraf bepaald is. Anders krijg je achteraf steeds weer de reactie van “oeps, dat hadden we zo niet moeten doen”. Ondertussen is wat toelaatbaar en normaal wordt geacht in het publieke debat wel weer opgeschoven. Door hier niet expliciet over te praten, geef je uiterst rechts de sleutel in handen.’

Stel u voor dat het 31 december 2024 is. Wat moet er de komende negen maanden, met verkiezingen van de Europese Unie tot India tot de Verenigde Staten, gebeuren om het jaar met een gerust gevoel af te sluiten?
‘Ik wil niet te alarmistisch overkomen. De democratie gaat heus niet in één klap ten onder. Maar we dienen onder ogen te zien dat er sprake is van een glijdende schaal waarbij radicaal- en extreem-rechts gedachtegoed stapsgewijs genormaliseerd wordt. De Duitse AfD heeft het al over remigratie! Of kijk naar onze eigen coalitie-onderhandelingen. Ik vind het onbegrijpelijk dat het al dan niet respecteren van de grondwet een discussiepunt is geworden. Als je zoiets tien jaar geleden voorspeld had, zouden we er buikpijn van hebben gekregen.

Laten we dus alsjeblieft waakzaam blijven. Vooral niet direct overgaan tot de orde van de dag. En waar ik verder blij van zou worden? Als collega’s mij weer vragen waarom ik me hiermee bezighoud. Waarom uiterst rechts überhaupt nog een relevant onderzoeksthema is.’

Lees verder: