Terwijl Nederland en de Europese Unie nog veel werk moeten verzetten om hun klimaatdoelen voor 2030 te halen, is in Brussel het debat aangezwengeld over een nieuw doel voor 2040. De Europese Commissie heeft voor dat jaar een doel van 90 procent minder uitstoot van broeikasgassen voorgesteld, al kan de volgende EU-regering dat na de Europese verkiezingen van juni nog wijzigen.
Ondertussen zocht het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) alvast uit waar Nederland rekening mee moet houden bij het kiezen van een klimaatdoel voor 2040. Daarbij keken de onderzoekers vooral naar de internationale verdeling van de honderden gigatonnen aan CO2-uitstoot die wereldwijd nog beschikbaar zijn als we de opwarming van de aarde willen beperken tot 1,5 graden. Dit wordt ook wel het overgebleven 'koolstofbudget' genoemd.
Er zijn allerlei manieren om dat budget te verdelen. Je zou bijvoorbeeld kunnen vragen dat alle landen hun uitstoot op hetzelfde tempo verlagen, maar dat is in de praktijk oneerlijk. Het zorgt er namelijk voor dat ontwikkelingslanden hun uitstoot net zo hard moeten terugdringen als rijke landen, die daar meer geld voor hebben en in het verleden meer hebben bijgedragen aan klimaatverandering.
Draagvlak is belangrijk
Het PBL keek daarom ook naar allerlei andere opties, die rekening houden met bevolkingsgrootte, welvaartsverschillen en historische uitstoot. Omdat Nederland een rijk en industrieel land is, komen uit die berekeningen zeer ambitieuze klimaatdoelen. Willen we ons houden aan maximaal 1,5 graden opwarming, dan kom je al gauw op een doel van 90 procent uitstootvermindering in 2040.
In een 'extreem rechtvaardig' scenario, dat met alle wereldwijde ongelijkheid rekening houdt, zouden we de uitstoot dan zelfs met meer dan 200 procent moeten verminderen. Dat betekent dat we in 2040 meer CO2 uit de lucht halen dan we nu jaarlijks uitstoten. "Je kan vinden dat dat rechtvaardig is, maar het is simpelweg niet haalbaar", zegt PBL-klimaatonderzoeker Detlef van Vuuren daarover.
Een reductie van 80 à 90 procent is technisch het maximaal haalbare, denkt het PBL. Voor een doel van rond de 90 procent zou ook een flinke aanpassing van onze levensstijl nodig zijn, zoals minder vliegen en vlees eten. Ondertussen is het wel belangrijk om rekening te houden met een eerlijke verdeling van de lasten en de lusten. "De maatschappelijke acceptatie hangt sterk samen met of mensen klimaatbeleid rechtvaardig vinden", zegt Van Vuuren.
Volgens het PBL wordt klimaatbeleid ook effectiever als het rechtvaardig is, want er is dan minder weerstand tegen. Juist na 2030 ligt die weerstand op de loer, want met zeer ambitieuze klimaatdoelen zullen we vrijwel volledig af moeten van de brandstofauto en cv-ketel, en moet ook de veestapel vermoedelijk flink krimpen.
Volg ons klimaatnieuws
Internationaal grote verschillen
Ook internationaal is het volgens de onderzoeker belangrijk dat bij het opstellen van klimaatdoelen rekening wordt gehouden met rechtvaardigheid. In het Parijsakkoord is afgesproken dat rijke landen het voortouw nemen en dat rekening wordt gehouden met "uiteenlopende nationale omstandigheden".
Als we rekening willen houden met welvaart, historische uitstoot en bevolkingsgrootte, moeten rijke landen hun uitstoot sneller terugdringen. Afhankelijk van de gebruikte rekenmethode is er in sommige delen van Afrika nog ruimte voor groei van de uitstoot, zoals onderstaande wereldkaarten laten zien.
Klimaatsteun aan arme landen
Het PBL zocht ook uit hoe een klimaatdoel voor 2040 eruit zou zien als we de opwarming niet willen beperken tot 1,5 graden, maar tot rond de 1,8 graden. Dan zou voor Nederland een doel van rond de 70 à 75 procent minder uitstoot rechtvaardig kunnen zijn. "Maar zowel Nederland als de EU heeft al aangekondigd dat ze 1,5 graden als uitgangspunt nemen voor het klimaatbeleid", zegt Van Vuuren. Zo'n klimaatdoel zou dus betekenen dat er een streep door die ambitie gaat.
Een andere optie is dat Nederland over de grenzen kijkt om zijn klimaatdoelen te halen. Onder het Parijsakkoord moet het voor landen mogelijk worden om klimaatplannen in andere landen te financieren, en de bespaarde uitstoot te gebruiken om de eigen klimaatdoelen te halen. Maar over dat mechanisme wordt nog onderhandeld, dus voorlopig is onduidelijk hoe dat precies zou werken.
Donderdag debatteert de Tweede Kamer over het klimaatdoel voor 2040. Het demissionaire kabinet steunt het EU-plan om de uitstoot dan met 90 procent terug te dringen, maar uiteindelijk zal een volgend kabinet moeten beslissen wat voor doel er in de Klimaatwet moet komen te staan. Daarin staat nu al dat de uitstoot in 2050 netto nul moet zijn.
Klimaatdoel 2040
- De EU heeft voorgesteld om de uitstoot van broeikasgassen met 90 procent te verminderen in 2040. Dat was in navolging van een wetenschappelijk advies, dat ook al rekening hield met internationale rechtvaardigheid.
- Ook de Wetenschappelijke Klimaatraad van Nederland steunt ambitieuze klimaatdoelen voor 2040. Dat beschermt ons kwetsbare land tegen de gevolgen van klimaatverandering en biedt kansen voor de groene economie, denkt de raad.
- Afgelopen jaar lag de Nederlandse uitstoot 34 procent lager dan in 1990. Jaar op jaar daalt onze uitstoot, maar er is nog een lange weg te gaan naar de klimaatdoelen van 2030 en daarna.
NUjij: Uitgelichte reacties