Een videokaart is een computeronderdeel dat vooral bij gamers populair is. Het is eigenlijk een extra processor voor de pc, speciaal gemaakt om grafische berekeningen te maken. Hij zorgt ervoor dat moderne games er zo realistisch mogelijk uitzien zonder dat de machine begint te haperen.
Ze zijn alleen erg duur. Wie een Geforce RTX 4080 wil kopen, een van de betere moderne videokaarten, legt daar al snel 1.300 euro voor neer. Voor datzelfde geld zou je bijna drie keer de PlayStation 5 kunnen kopen.
Die hoge prijzen zijn deels te wijten aan de bitcoingekte in 2020, waarbij bleek dat videokaarten erg goed zijn in het 'delven' van nieuwe bitcoins. Zet de computer aan het werk en hij levert je met wat slim rekenwerk uiteindelijk nieuwe virtuele munten op, zonder dat je daar iets voor hoeft te doen.
Videokaarten werden massaal opgekocht door bitcoindelvers, waardoor schaarste ontstond en de prijzen explosief stegen. Die gekte is inmiddels afgenomen, maar de prijzen van nieuwe videokaarten liggen nog steeds hoog. "Sinds die hype zijn de prijzen niet meer evenredig gezakt", vertelt videokaartexpert Reinoud Dik van techsite Tweakers.
"Marktleider NVIDIA zag wat klanten bereid waren te betalen en besloot om bij opvolgende generaties GeForce-videokaarten de adviesprijzen te verhogen", gaat Dik verder. "Concurrent AMD volgde grotendeels die strategie met zijn Radeon-serie.
Nog geen prijsvechter op de markt
Omdat NVIDIA en AMD de enige grote spelers op de videokaartmarkt zijn, is er geen reden geweest om de prijzen weer naar beneden te halen. Dat kan volgens Dik op termijn wel veranderen. "Er is concurrentie van een derde speler gekomen dankzij Intel, dat zijn Arc-videokaarten op de markt bracht."
Maar op dit moment zou Intel weinig doen om de marktleiders echt nerveus te maken. "Vooral op softwaregebied moet er nog werk worden verzet om consistente prestaties te leveren in games", zegt Dik. Het kan dus nog een paar jaar duren tot Intel de druk zo opvoert dat de prijzen bij NVIDIA en AMD omlaaggaan.