Direct naar artikelinhoud
Verse cacaobonen net uit de vrucht.Beeld AFP
Plantages

Brazilië wil de cacaoreus van de wereld worden, maar is bang voor schimmel

Brazilië is een van de grote opkomende cacaoproducten. De wil is er bij telers, de omstandigheden voor de teelt zijn uitstekend, maar wie herinnert zich de jaren negentig nog?

Niet eerder was de prijs van cacao op de wereldmarkt zo hoog en dus is er bij boeren een groeiende belangstelling om in het gewas te investeren, ook in Brazilië, ondanks de tragische geschiedenis die het land heeft als cacaoproducent. Het land leverde tot de jaren tachtig, negentig van de vorige eeuw zo’n 400.000 ton per jaar en was na Ivoorkust de grootste producent. Maar toen sloeg een schimmel toe die in de volksmond heksenbezem wordt genoemd.

De productie tuimelde omlaag naar zo’n 120.000 ton per jaar. Nu groeit het weer langzaam richting de 200.000. Het ministerie van landbouw hoopt zelfs op een productie van 300.000 in 2025, tot 400.000 ton in 2030. Deze ambitie is er vooral vanwege de prijs. Sinds begin 2023 is die verdubbeld. Een ton cacao levert op de wereldmarkt een kleine 5900 dollar op, omgerekend iets minder dan 5500 euro.

Sterke regenval en storm

Die prijsstijging heeft te maken met een kleinere opbrengst in de twee belangrijkste West-Afrikaanse cacaolanden, die goed zijn voor meer dan de helft van de wereldproductie: Ivoorkust en Ghana. Beide landen worden getroffen door droogte en hitte ten gevolge van het klimaatfenomeen El Niño, dat in sommige delen van de wereld hitte en droogte veroorzaakt en in andere juist sterke regenval en storm.

Bovendien kampen telers in Ivoorkust en Ghana met een verslechterde bodemkwaliteit door jarenlange productie van cacao en is er kritiek op de daar voorkomende kinderarbeid. Telers krijgen met de levering aan tussenhandelaren, waaronder ook de overheid, zo’n slechte prijs voor hun cacao, dat ze geen geld hebben voor de inzet van fatsoenlijk betaald personeel.

Een boer in Pará laat de cacao-bonen drogen.Beeld ANP / AFP

Een ander probleem is dat de meeste plantages in deze West-Afrikaanse landen het resultaat zijn van ontbossing, zo bleek uit een studie, gepubliceerd in het tijdschrift Nature in mei 2023. Wat vóór 2000 nog dichtbegroeid bos was, werd daarna cacaoplantage, bleek uit satellietbeelden. Volgens onderzoekers is cacaoteelt de oorzaak van 37 procent van de ontbossing in Ivoorkust en zeker 14 procent van de ontbossing in Ghana. Ivoorkust is sinds 1950 al 90 procent van zijn bos verloren en Ghana 65 procent. Het risico is dat er nog meer bos verloren gaat aan cacaoplantages, omdat telers op zoek gaan naar nieuwe grond vanwege het verlies van vruchtbaarheid van hun bestaande land.

Bosberschermingsprojecten

In Brazilië zijn er ongeveer 93.000 cacaoproducenten, het overgrote deel kleine boeren. Ze telen hun product vaak in combinatie met andere gewassen en ze maken deel uit van bosbeschermingsprojecten, zoals in de deelstaat Bahia. Daar is het herstel van het Atlantische regenwoud – het meest ontboste woud van Brazilië – een verdienmodel voor veel boeren, niet alleen voor cacaotelers. Omdat de vraag naar cacao zo groot is, exporteert het land weinig. Het importeert zelfs nog steeds, omdat de vraag in eigen land groot is.

Van de telers in Bahia behoort 70 procent tot wat in Brazilië het familieboerenbedrijf wordt genoemd, met kleine arealen. Zij telen hun cacao op een manier die in Bahia cabruca wordt genoemd: de cacao staat in de schaduw van andere soorten die tot het Atlantische regenwoud behoren, de oorspronkelijke vegetatie van het oostelijke Braziliaanse kustgebied. Volgens landbouwkundigen is deze manier van telen resistenter tegen boosdoeners als de heksenbezem dan de monoculturen soja en mais, die de Braziliaanse export van levensmiddelen domineren.

En er is nog een andere vijand, een schimmel die in Brazilië moniliasis wordt genoemd en die zeer verwoestend is. Thiago Guedes, verbonden aan het landbouwsecretariaat van de regering van de deelstaat Bahia noemt deze de derde hobbel op weg naar groei van de cacaosector: “We willen in de komende vijf jaar van vijfhonderd naar duizend tot 1500 planten per hectare. Maar er is krediet nodig om investeringen voor modernisering te doen en er is goede technische begeleiding van de telers nodig. Daar ontbreekt het nog aan. En waar we hier in Bahia bang voor zijn is de moniliasis. Die komt uit Acre (in het uiterste westen van Brazilië, red) en verwoest bijna honderd procent van je oogst als je ermee te maken krijgt.” Het zou net zo’n grote ramp zijn als indertijd met de heksenbezem, beaamt hij.

Goud bij Cacoa of Excellence

Luciano Ramos de Lima is een bevlogen cacaoteler uit het zuidoosten van Bahia, waar tot het drama met de heksenbezem het zwaartepunt van de cacaoproductie in Brazilië lag. Op Instagram heeft hij video’s van zijn planten, hij produceert zelf ook chocolade en hij is adviseur voor 22 andere cacaotelers, die net als hij ploeteren om het hoofd boven water te houden. Zo komt hij toch nog aan een fatsoenlijke boterham.

Hij heeft een plantage bij Ilheus: tien hectare cacao en nog eens ruim tien Atlantisch bos, de oorspronkelijke vegetatie, die telers als hij met een groen hart proberen te redden met herbebossing. “In Bahia wordt veel nieuwe cacao geplant”, aldus Lima.

Lima won op 8 februari goud in de categorie Zuid-Amerika bij de Cacao of Excellence Award, een internationale cacaoprijs die in de Beurs van Berlage in Amsterdam wordt uitgereikt. Hij was een van de vijftig cacaoboeren wereldwijd die in eigen land al in de prijzen waar gevallen en nu in Amsterdam per (sub)continent tegen elkaar uitkwamen om te strijden om de beste boon. Niet zonder trots: “Het is de vrucht van 38 jaar keihard werken en met vallen en opstaan beter worden in kwaliteit”

Lima is sceptisch over de ambitie om van Brazilië een cacaoreus te maken. “Bij de telers is die wil er. Hier in de streek produceren we 80 tot 90 zakken per hectare en dat zouden we moeten opvoeren tot 300. Maar daarvoor heb je goede technische begeleiding en kapitaal nodig en daar doet de overheid te weinig aan. Embrapa (de landelijke adviesorganisatie voor landbouw, red) richt zich op de grote teelten soja en mais en heeft geen oog voor cacao en de overheid heeft wel mooie praatjes, maar als we hier een weg willen aanleggen om ons product makkelijker van het land te krijgen, geven ze niet thuis.”

Makkelijk product

In de deelstaat Pará is het beter geregeld en daar zit ook tot nu toe meer groeipotentieel dan in Bahia. Daar krijgen de boeren wél de benodigde technische assistentie. Het van oorsprong Nederlandse Solidaridad staat boeren bij en Rodrigo Castro is Solidaridads vertegenwoordiger in Brazilië. “Het is een makkelijk product en het biedt een goede prijs. Onze boeren, die eerst vee hielden en bonen, maniok en bananen plantten, hebben met de cacao hun inkomsten met 35 procent kunnen verhogen”, vertelt hij.

Pará heeft een voordeel boven Bahia en dat is dat het een lange droge tijd heeft, waardoor schimmels als de gevreesde heksenbezem en moniliasis, minder goed gedijen, aldus Castro.

Net als in Bahia wordt de cacao ingezet voor om bos te herstellen, met dat verschil dat cacao in Pará, deel van de Amazone, inheems is. De plant houdt CO2 vast. “Dat is het discours van de toekomst”, aldus Castro. “In Brazilië zijn de omstandigheden om cacao te telen gunstig, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Afrika. Nu moeten we alleen nog investeerders lokken om de productie te verhogen. Bedrijven als Nestlé kijken nog vooral naar Afrika, maar de belangstelling voor Latijns Amerika begint te komen.”

Lees ook:

Inheemse volken vrezen niet te worden gehoord op de Amazonetop

Zeventien procent van het Amazonewoud is gekapt en het bos nadert een kantelpunt. Een zeldzame ontmoeting op hoog niveau moet het hoofd bieden aan problemen voor mens en natuur.