DENK eist aftreden van Utrechtse PvdA-er en D66-er, verhoudingen verder op scherp

Sungur is de voorzitter van de eenmansfractie van DENK. Hij ligt al langer onder vuur vanwege filmpjes die hij plaatst op sociale media. Een groot deel van de raad verwijt hem dat hij daarin de waarheid geweld aan doet. Een brief van die raadsleden met daarin een onjuiste passage aan de burgemeester over dit handelen, is voor hem nu aanleiding om juist het gedrag van de rest van de raad aan de kaak te stellen.

Het broeit al langer in de Utrechtse gemeenteraad. De fractie van DENK zet al geruime tijd filmpjes op sociale media. Sungur maakt daar onder andere gebruik van de opnames van de gemeenteraadsvergaderingen. Meerdere raadsleden gaven eerder aan dat ze zich niet meer sociaal veilig voelen door de filmpjes van Sungur en zijn fractie. Zo krijgen ze haatmails, bedreigingen en andere negatieve reacties na zulke filmpjes.

De zaak escaleert in september vorig jaar als er een motie in stemming komt, die het college oproept om een lobby te starten richting Den Haag om te komen tot een landelijk verbod op het verbranden van korans. Sungur en het dan kersverse D66-raadslid Achraf Aït Daoua raken op de gang met elkaar in gesprek. Over hoe dat gesprek precies verliep en wat er gezegd is verschillen de meningen. In de versie van Aït Daoua werd hij door Sungur onder druk gezet om voor de motie te stemmen. Sungur ontkent dat.

De motie haalde het niet en de dag erna verscheen er een filmpje van DENK. Hierin werd de suggestie gewekt dat de motie ging over een verbod in Utrecht op het verbranden van korans. Daarbij werden beelden getoond van de stemming per raadslid. Met name moslim-raadsleden die tegen de motie stemden, zeggen de dagen erna veel negatieve reacties te hebben gekregen. Maar ook hun familieleden kregen het voor hun kiezen. Zo vertelt Aït Daoua dat hij wordt uitgemaakt voor ongelovige en ook zijn broer vervelende berichten krijgt.

Naar aanleiding van deze incidenten besluit een grote meerderheid van de raad een brief te sturen naar de burgemeester, als voorzitter van de raad, om een einde te maken aan dit soort situaties. Daarin beschuldigen ze Sungur van intimidatie. De burgemeester laat vervolgens een onderzoek instellen. De uitkomst van dat onderzoek is dat niet vastgesteld kan worden of Sungur bedreigd of geïntimideerd heeft. Uit het onderzoek blijkt ook dat Sungur geen enkele verantwoordelijkheid wenst te nemen voor bedreigende berichten die andere raadsleden hebben ontvangen als gevolg van de video’s die hij en zijn fractie op Facebook en Instagram hadden geplaatst.

De onderzoekers stellen dat één passage van de brief van de raad, die zij schreven aan de burgemeester, onjuist is. Dit zou met name gaan over het intimideren van een collega. Maar de onderzoekers geven ook aan te begrijpen dat een grote meerderheid van de raad zich zorgen maakt over het handelen van Sungur en zijn fractie. De opstellers hebben eerder publiekelijk hun excuses aan Sungur aangeboden voor de foute passage in de brief aan de burgemeester.

In de brief die Sungur vandaag aan de burgemeester stuurt, gaat hij opnieuw voorbij aan zijn eigen rol in de hele rel. Hij schuift de situatie in de schoenen van Achraf Aït Daoua van D66 en Rick van der Zweth, de fractievoorzitter van de PvdA. Laatstgenoemde zou volgens Sungur de initiatiefnemer van de eerste brief zijn. “Het is voor mij onbegrijpelijk en onaanvaardbaar dat de betrokken raadsleden Achraf Ait Daoua (D66) en Rick van der Zweth (PvdA), die grensoverschrijdend gedrag hebben getoond in mijn richting, weigeren verantwoordelijkheid te nemen voor hun acties en de schade die zij hebben aangericht”, schrijft Sungur vandaag in zijn brief aan Sharon Dijksma. Hij voegt er vervolgens aan toe dat hij vindt dat Dijksma bij de twee moet aandringen op hun aftreden.

Van der Zweth peinst niet over aftreden. “Nee, we moeten onder elkaar over deze situatie in gesprek en niet via de media. Zoals het onderzoek ook oproept”, laat hij in een reactie weten. “Dit is vervelend, de hele reden van de brief is om sociaal onveilige situaties aan te kaarten. Dat geldt voor hem (Sungur, red.) maar ook voor de andere raadsleden die hier last van hebben gehad.”

Ook Ait Daoua laat aan RTV Utrecht weten niet van plan zijn om op te stappen. Volgens hem is Sungur in zijn gesprekken met de onderzoekers niet helemaal eerlijk geweest over de situatie.