Direct naar artikelinhoud

Door Robert M. misbruikte kinderen vertonen na acht jaar nog seksueel zorgelijk gedrag

Bijna een kwart van de kinderen die werden misbruikt door Robert M. in een Amsterdams kinderdagverblijf, vertoont acht jaar later afwijkend gedrag.

Eind 2010 kwam aan het licht dat tientallen baby’s en peuters waren misbruikt door Robert M., een kinderoppas en medewerker van kinderdagverblijf ’t Hofnarretje in Amsterdam.Beeld VALERIE KUYPERS / ANP

Die conclusie staat in het proefschrift The deepest wounds are the immeasurable ones van Vionna Tsang (Amsterdam UMC), dat woensdag werd gepubliceerd. Zeker 23 procent van de kinderen die slachtoffer werden van seksueel misbruik in de Amsterdamse zedenzaak, liet acht jaar daarna aan seksueel misbruik gerelateerd gedrag zien. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om seksueel gedrag dat niet past bij de leeftijd en ontwikkeling van het kind, of waarbij het kind doorgaat wanneer het is gevraagd te stoppen.

Eind 2010 kwam aan het licht dat tientallen baby’s en peuters waren misbruikt door Robert M., een kinderoppas en medewerker van kinderdagverblijf ’t Hofnarretje in Amsterdam. Hij zou ook zelfgemaakt beeldmateriaal van het kindermisbruik hebben gedeeld met contacten van over de hele wereld.

Vierogenprincipe

Uiteindelijk bekende M. 87 kinderen te hebben misbruikt. Hij werd veroordeeld tot 19 jaar celstraf en tbs met dwangverpleging. De Amsterdamse zedenzaak leidde tot grote ophef en consternatie. Zo werd naar aanleiding van het misbruik het vierogenprincipe geïntroduceerd, waarbij altijd een extra volwassene moet meekijken of -luisteren met een pedagogisch medewerker.

In 2018 werd al bekend dat een derde van de jonge slachtoffers van M. gedragsproblemen had overgehouden aan het misbruik. Volgens onderzoeker Tsang is haar proefschrift echter de eerste gepubliceerde studie waarin seksueel gedrag op korte en lange termijn wordt onderzocht bij kinderen die seksueel zijn misbruikt voordat ze konden praten.

Er bestaat volgens haar een ‘wijdverbreide misvatting’ dat jonge kinderen in de preverbale leeftijd (voordat ze gaan praten) zich geen trauma’s herinneren en als gevolg daarvan er niet door beïnvloed kunnen worden. Het proefschrift onderschrijft de theorie dat kinderen die slachtoffer worden van seksueel misbruik vele jaren later nog steeds seksueel zorgelijk gedrag kunnen vertonen.

Tsang concludeert ook dat heel jonge kinderen die slachtoffer zijn van seksueel misbruik niet zozeer klachten ervaren die passen bij een posttraumatische stresstoornis (ptss), maar wél vaker afwijkend gedrag vertonen – zoals angstig of juist agressief gedrag. Ook had veertig procent van de misbruikte kinderen op enig moment in de afgelopen tien jaar moeite met hechten.

Ook ouders ervaren klachten

De resultaten zijn onder andere gebaseerd op uitgebreide vragenlijsten die ouders door de jaren heen hebben ingevuld. De enquêtes werden ingevuld door 42 ouders van 45 kinderen. In 37 gevallen is het seksueel misbruik van het kind juridisch bewezen, in 8 gevallen gaat het om een sterk vermoeden dat het kind seksueel is misbruikt. De gemiddelde leeftijd bij de aanvang van het misbruik was 17,8 maanden.

Niet alleen werd de impact van het misbruik op kinderen onderzocht, maar ook dat op hun ouders. Zo blijkt uit het onderzoek dat ruim een kwart van de ouders klachten ervaart die horen bij ptss.

Ook laat de dissertatie zien hoe ouders zijn omgegaan met de onthulling van het seksueel misbruik aan hun eigen kinderen. In de tien jaar na de ontdekking van de Amsterdamse zedenzaak heeft meer dan de helft van de ouders in de studie over het misbruik verteld. ‘Volgens ouders was dit een van de moeilijkste dilemma’s waarmee ze werden geconfronteerd,’ schrijft Tsang.

Over de auteur: Madelief van Dongen is nieuwsverslaggever voor Het Parool. Ze schrijft over allerlei Amsterdamse onderwerpen, van toeristenbeleid tot gekraakte panden, en doet live verslag van gebeurtenissen in de stad.