Internationale studenten in Nederland zijn bezorgd over het politieke en maatschappelijke debat dat over ze wordt gevoerd. Hoewel ze graag deel willen uitmaken van de samenleving door bijvoorbeeld Nederlands te leren, merkt een deel van hen dat hun komst steeds meer negatieve associaties oproept.
Dit blijkt uit een enquête van de Volkskrant onder 358 internationale studenten.
Het groeiende aantal buitenlandse studenten in het hoger onderwijs – vorig studiejaar waren het er 123 duizend – is steeds meer onderwerp van discussie. Jarenlang hebben politiek, onderwijs en het bedrijfsleven studenten uit andere landen gestimuleerd hierheen te komen, om zo de voorname positie van Nederland als kennis- en innovatieland verder uit te bouwen.
Maar nu de collegezalen uitpuilen en studenten zich verdringen om de schaarse en steeds duurdere kamers, is het enthousiasme geluwd. Op de universiteiten komt inmiddels een kwart van alle studenten uit het buitenland, al is de instroom van nieuwe bachelorstudenten buiten Nederland dit studiejaar voor het eerst (licht) gedaald. Een nieuwe wet en een pakket maatregelen moeten het hoger onderwijs meer grip geven op de toeloop van nieuwe buitenlandse studenten.
Maar wat vinden studenten uit bijvoorbeeld de VS, Duitsland en India er zelf van? Hoe is het om hier te studeren, nu ze onderwerp van discussie zijn geworden? En wat kunnen universiteiten en hogescholen volgens hen doen om de integratie tussen de buitenlandse en de Nederlandse studenten te verbeteren?
-
-
Gesloten Nederlandse cultuur
‘Ik heb een paar keer meegemaakt dat Nederlanders dingen zeiden als: ‘Alles is duurder vanwege jullie’
Alexandra McArdle (19) komt uit Groot-Brittannië (geboren en tijd gewoond in Hongkong), tweedejaars bachelor student international & European law aan de Rijksuniversiteit Groningen.
In een enquête van de Volkskrant spreken ze zich uit. De meeste studenten zijn jong (het grootste deel is 20 jaar) en volgen een universitaire opleiding. En ze komen overal vandaan: van Litouwen tot Maleisië, Mexico, Peru of Zambia. Dat de meeste deelnemers aan de enquête (13 procent) uit Duitsland komen, is geen toeval: Duitsland is koploper bij de internationale studenten in ons land.
Het grootste deel van de studenten kijkt tevreden terug op hun besluit om in Nederland te studeren. De kwaliteit van het onderwijs en de kwaliteit van het leven noemen ze als voornaamste redenen. Ook van belang: het grote aantal studies en sociale activiteiten dat in het Engels wordt aangeboden.
Hoe ver Nederland van hun eigen land af ligt, blijkt een minder grote factor. Zoals ook het welvaartssysteem en de kans op studiefinanciering een veel kleinere rol spelen. Wel merken ze op dat studeren in Nederland duur is in vergelijking met een aantal andere Europese landen. Zo vragen Scandinavische landen, maar ook Duitsland en Frankrijk, veel minder of helemaal geen collegegeld aan (buitenlandse) studenten.
Dat de wind is gedraaid, merken ook de internationale studenten die de vragenlijst invulden. Hoewel bijna de helft zich hier nog steeds welkom voelt, zijn ze bezorgd over de manier waarop er in de politiek, maar ook door de rest van de samenleving, over hen wordt gesproken.
Sommigen krijgen rechtstreeks te maken met negatieve reacties van Nederlandse studenten. ‘Als internationale student voel ik me niet welkom bij de Nederlanders, die proberen de problemen rond huisvesting en sociale zekerheid op ons af te schuiven’, zegt een Poolse studente aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Ze vreest dat ze zelfs als EU-burger ‘wordt behandeld als shit’ als de beoogde rechtse regering in Nederland aan de macht komt. De winst van de PVV baart meer internationale studenten duidelijk zorgen.
Dat alle buitenlandse studenten op een hoop worden gegooid, vindt een Chinese studente aan de UvA oneerlijk. ‘Sommige Europese studenten komen hier vooral voor de wiet, het plezier en het relaxen, in plaats van zich te focussen op hun studie. Studenten uit derdewereldlanden prijzen juist de kans om te leren van andere culturen en om kennis op te doen. Ze betalen ook nog eens hoger collegegeld en hogere verzekeringspremies.’
Nog steeds geldt de international classroom, waar studenten uit allerlei landen samenwerken en van elkaar leren, op veel plekken als een succes. Toch zien de universiteiten en hogescholen in dat ingrijpen nodig is om Nederlandse studenten niet te laten ondersneeuwen.
Daarom worden bepaalde Engelstalige opleidingen voortaan alleen nog in het Nederlands gegeven en krijgt elke grote Engelstalige opleiding een Nederlandse tegenhanger. Ook worden er voorlopig geen nieuwe Engelstalige studies meer aangeboden, zo kondigden de universiteiten begin februari aan. Intussen werkt demissionair minister Robbert Dijkgraaf aan een nieuwe wet die het voor universiteiten en hogescholen mogelijk maakt om binnen bepaalde opleidingen geen studenten van buiten Europa meer aan te hoeven nemen.
De taal beter leren spreken zou het aanzien en de positie van internationale studenten kunnen versterken. Ze vinden het zelf vaak lastig om met Nederlanders in contact te komen, waardoor het ze niet lukt uit hun eigen bubbel te ontsnappen.
Tweederde van de studenten zegt te zijn buitengesloten of anderszins nadeel te hebben gehad van het niet Nederlands kunnen spreken. Al speelt dat vooral buiten het onderwijs, bijvoorbeeld als ze worden afgewezen voor een baan. ‘Had de universiteit maar duidelijker gemaakt hoe belangrijk het is om Nederlands te leren. Dan was ik er veel eerder mee begonnen’, merkt een Britse UvA-student op.
Ook met het oog op een baan is een deel van de studenten al bezig (geweest) Nederlands te leren. Zo kan eenderde een simpel gesprek in het Nederlands voeren. Een Spaanse studente volgde zelfs drie taalcursussen, waarvan ze er twee zelf betaalde. De suggestie om studenten een gratis cursus Nederlands aan te bieden, zoals op sommige plekken al gebeurt, wordt dan ook door driekwart met open armen ontvangen.
De zoektocht naar een (betaalbare) kamer verbindt in elk geval studenten uit alle landen. Een ‘compleet zooitje’ noemt een Fin die in Utrecht studeert het kamerprobleem. ‘Je mag al blij zijn als je een vervallen crackhouse vindt op een uur rijden van de universiteit, met een huisbaas die graag de huur int maar er niets voor terugdoet.’ Een andere student vertelt twee maanden lang in zijn busje te hebben gewoond voordat hij woonruimte vond.
Het helpt daarbij niet, zegt de Britse UvA-student, dat universiteiten bij het aantrekken van buitenlandse studenten te weinig rekening houden met de woningnood. ‘Dat is begrijpelijkerwijs frustrerend voor mensen van hier die zelf ook een plek zoeken om te wonen.’
Ondanks de kamernood, het slechte weer, het ‘gebrek aan bergen’, de heimwee, ‘de xenofobe Nederlanders’, het niet kunnen vinden van een baan en de problemen waarvoor ze verantwoordelijk worden gehouden, zien de meeste internationale studenten de toekomst zonnig in. Een lichte meerderheid neigt ernaar na de studie in Nederland te blijven hangen, bijvoorbeeld om een paar jaar te werken of een vervolgstudie te doen.
De helft van de studenten die willen blijven, is zelfs van plan hier een leven op te bouwen. Mede vanwege de liefde.