Direct naar artikelinhoud
Otto Adang: ‘Ik ben geen onderzoeker die mensen vragenlijsten voorlegt en daar analyses op loslaat. Ik observeer.’ Beeld Werry Crone
InterviewOtto Adang

Dat de politie niet keihard ingrijpt bij Extinction Rebellion, komt door Otto Adang

Confrontaties tussen demonstranten en agenten zijn er nog volop, toch is er veel minder ellende dan tientallen jaren geleden. Dat komt door Otto Adang. Nu gaat hij met pensioen.

Otto Adang is geen man van borstklopperij. Hij zal het, ook na een carrière van tientallen jaren bij de politie, niet van de daken schreeuwen. Maar toch: dankzij hem treden agenten vriendelijker op dan vroeger, met minder geweld en escalaties tot gevolg. Dat de ellende in en rond de voetbalstadions is afgenomen sinds eind vorige eeuw en dat de jaarwisselingen over het algemeen rustiger verlopen, is zeker zijn verdienste. Het kost hem moeite om dat toe te geven. “Mijn hand is zichtbaar”, zegt hij voorzichtig.

Sinds 2004 is Adang lector Openbare orde en gevaarbeheersing bij de Politieacademie. Hij onderzocht vanuit die rol tal van spraakmakende gebeurtenissen. De coronarellen, het uit de hand gelopen Facebookfeest in Haren – beter bekend als Project X – confrontaties tussen hooligans. Altijd was de centrale vraag: wat kunnen agenten leren van deze gebeurtenis? Dit is de laatste maand dat Adang nog in dienst is bij de academie. Het pensioen lonkt.

Adang vindt zijn werk geen baan. Het is eerder een lange zoektocht geweest om de mens beter te leren begrijpen, vertelt hij. “Ik ben biologie gaan studeren om te achterhalen waarom iemand doet wat hij doet. Ik ben geen onderzoeker die mensen vragenlijsten voorlegt en daar analyses op loslaat. Ik observeer.”

Ondanks zijn lange staat van dienst bij de politie is Adang vooral bekend als de persoon die het gedrag van chimpansees heeft onderzocht. De ‘apenman’ werd hij genoemd, omdat hij jarenlang als jonge onderzoeker zo ongeveer iedere dag in Burgers’ Zoo in Arnhem te vinden was. In opdracht van de universiteit Utrecht volgde hij de gedragingen van de chimpansees nauwgezet; hoe ze ruzie maken en het weer bijleggen, hoe ze reageren op conflicten. Hij promoveerde in de jaren tachtig op een proefschrift over het gedrag van de dieren en schreef er later het boek De machtigste chimpansee van Nederland over.

‘Van observeren word je doodmoe’

Adang noemt het ‘een fantastische tijd’. Hij heeft daar geleerd hoe je moet observeren. Geen misverstand, zegt hij. “Dat is zeer vermoeiend. Ik krijg vaak de vraag of ik de hele dag mensen aan het observeren ben. Bijvoorbeeld als ik door een winkelstraat loop of in de trein zit. Soms kijk ik de ander dan indringend aan en zeg: ‘Ja, mij ontgaat weinig’. Maar het eerlijke antwoord is: ‘Nee, natuurlijk niet’. Die vraag is een enorme onderschatting van hoe zwaar het is. Tijdens mijn promotieonderzoek in de dierentuin begeleidde ik elk jaar een paar studenten. Die waren als ze ’s avonds thuis kwamen volledig uitgeteld. Ze kwamen tot niets meer. Van observeren word je doodmoe.”

Nog vaker willen mensen van Adang weten of voetbalsupporters in hun gedrag op chimpansees lijken. Het is een voor de hand liggende vraag, aangezien hij vele tientallen keren als onderzoeker wedstrijden bijwoonde, liefst tussen het fanatieke publiek. “Directe vergelijkingen zijn nooit zinvol”, zegt de etholoog. “Chimpansees zijn voor mij wel een inspiratiebron geweest voor mijn verdere onderzoek. Wanneer loopt een situatie bij apen uit de hand en waarom gebeurt dat de ene keer wel en de andere keer niet? Dat is mateloos interessant. Niet alleen bij chimpansees, zeker ook bij mensen in en rond een stadion.”

De apenman is veel eerder een voetbalsupporterman. Zijn onderzoek naar het gedrag van hooligans was baanbrekend en heeft van hem een autoriteit gemaakt, ook in het buitenland. Het was eigenlijk de bedoeling dat Adang zich vooral zou storten op allerlei demonstraties. Blokkades, protesten, ontruimingen van krakers. “Maar daar gebeurde vaak niet veel. Ik kon er als onderzoeker te weinig mee.”

Otto Adang: ‘Mensen maken keuzes om gewelddadig te worden.’Beeld Werry Crone

Hij bezocht daarom ook voetbalwedstrijden. Met een memorecorder in zijn hand begaf hij zich tussen de harde kernen van de profclubs. Terwijl de supporters fanatiek meeleefden met hun club, zongen, schreeuwden, juichten en scholden, sprak hij zachtjes zijn bevindingen in de recorder in. Soms moest hij mee op de vlucht voor de Mobiele Eenheid, één keer kreeg Adang een klap van een agent. Hij werd weleens aangesproken door de fans. Of hij journalist was. “Dan antwoordde ik dat ik onderzoeker ben en wilde weten hoe de politie tegen hen optrad. ‘Dat is toch simpel’, antwoordde een hooligan. ‘Wij doen vervelend tegen hen en zij doen vervelend tegen ons. Wat moet je verder onderzoeken’?”

Wat Adang vooral wilde weten: hoe komt het dat het zo vaak goed gaat in stadions? Oftewel: waarom gedragen supporters zich netjes, terwijl diezelfde mensen een week eerder los gingen tegen andere fans of de ME? “Je kunt het alleen begrijpen als je het ziet”, vertelt hij. “Mensen maken keuzes om gewelddadig te worden. Het gaat er om dat ze de gelegenheid zien – of hem opzoeken – én dat ze solidair zijn met hun groep.” Hij zag in en rond de stadions van alle clubs hetzelfde patroon.

Op tijd communiceren als agent

Belangrijk is, zegt Adang, dat de agent zich verplaatst in de schoenen van de supporter. “Je moet zo goed mogelijk weten wie je tegenover je hebt. Welke symbolen belangrijk zijn, hoe ze reageren op situaties. Het is meer dan weten dat er hooligans komen. Je moet bovendien legitieme acties faciliteren. Sommige mensen zijn boos of emotioneel. Dat is niet verboden natuurlijk, je moet mensen de ruimte geven zich te uiten.” Adang heeft ook gemerkt dat misverstanden ten grondslag liggen aan een escalatie. “Dus communiceer als agent op tijd met de tegenpartij. Dat voorkomt een hoop narigheid.”

De ‘methode-Adang’ werd toegepast tijdens het Europees kampioenschap voetbal in Nederland en België. Het evenement verliep behoorlijk goed, behalve in Brussel en Charleroi, waar Engelse hooligans voor veldslagen zorgden. “In de Franstalige steden hanteerde de politie een andere aanpak”, vertelt Adang met gevoel voor understatement. Dat het juist daar uit de hand liep, bevestigde zijn gelijk.

Vier jaar later vroeg de Portugese politie Adang om hulp. Dit keer besloten agenten van tevoren naar Engeland af te reizen om de supporters alvast welkom te heten én te wijzen op de regels. “Dat heeft geholpen”, weet hij. “De supporters werden benaderd als gast. Het toernooi was een geweldig succes.” Alleen in Albufeira, in de Algarve, besloot de Portugese gendarmerie keihard op te treden tegen overlastgevende Engelsen. “De agenten lieten de groep groter en groter worden, totdat ze het genoeg vonden. En zonder enige communicatie met de fans besloten ze de straten in het uitgaanscentrum, vol met barretjes en terrassen, schoon te vegen. Daar zaten dus ook vaders met kinderen tussen. Het was drie dagen ellende.”

Leren van escalaties

De grootste opgave voor Adang tijdens zijn carrière was de politie te laten leren van escalaties. Hij weet nog goed dat hij begin mei 1993 in de trein naar Den Haag stapte om het verloop van een demonstratie bij te wonen. In de binnenstad protesteerden jongeren tegen kabinetsplannen om te korten op de studiebeurs. Daar troffen ze een muur van ME’ers. Met waterkanonnen en politiehonden werd de demonstratie neergeslagen, tientallen mensen raakten gewond.

Agenten hadden zelf niet het idee dat ze over de schreef waren gegaan, vertelt Adang. “Maar iedereen zag natuurlijk dat het wel zo was. De politie dacht vooral: nu gaat onze kop eraf. Hier zag je iets gebeuren dat tot op de dag van vandaag speelt: als agenten geweld hebben gebruikt, zijn ze daarna vooral druk met het verantwoorden. En niet met het leren. Ik zal zelf nooit roepen dat een agent goed of fout bezig is. Aan mijn persoonlijke mening heeft niemand iets. Ik ben onderzoeker, geen rechter of politicus. Ik probeer te begrijpen hoe bepaalde situaties ontstaan. Om er vervolgens van te leren, om te voorkomen dat iets weer gebeurt.”

Adang ziet, tot zijn tevredenheid, dat de politie tegenwoordig veel terughoudender optreedt dan vroeger. In de jaren tachtig werd een blokkade van het een of ander al snel met de wapenstok beëindigd. Vandaag de dag is er veel meer communicatie tussen beide partijen, wat de ergste escalaties helpt voorkomen. Hij herinnert zich een ontruiming van een kraakpand, in Utrecht. De krakers zaten op de eerste verdieping en weigerden te vertrekken. Agenten moesten hen via een steile trap naar beneden slepen en vreesden voor ongelukken. Adang: “De krakers kwamen tot een oplossing met de politie. Ze liepen zelf de trap af en beneden tilden agenten hen op, om ze, zonder gezichtsverlies voor beide partijen, uit het pand te dragen.”

Demonstranten hebben de politie nodig. Het is een gegeven dat Adang steeds terug zag komen. Het speelt rond voetbalstadions, in gekraakte panden en op de A12 bij Den Haag, waar aanhangers van Extinction Rebellion op gezette tijden de weg blokkeren. “Als de waterwerper in beeld komt, haal je CNN. Het is een deel van de tactiek bij een demonstratie of bezetting.”

Dat de politie er niet keihard op knalt en direct met harde hand het stukje snelweg schoonveegt, komt in ieder geval voor een deel door Adang. Hij weet dat de autoriteiten tijdens voorbereidingen zijn strategische principes gebruiken. In de samenleving en onder agenten klinkt soms frustratie over de acties van de klimaatactivisten, maar je kunt ze hooguit oppakken en even vastzetten, zegt Adang.

Diezelfde ergernissen zijn er over boeren die met hun trekkers snelwegen en grensovergangen blokkeren. Ook dat sentiment snapt Adang, maar hij vindt dat er onevenredig veel aandacht is voor acties die uit de hand lopen. Veruit de meeste boerendemonstraties worden door de politie in goede banen geleid, zegt hij. Bovendien: “Je kunt niet een trekker van de weg tillen zoals je een klimaatactivist van de A12 optilt. Boeren hebben een machtig wapen in handen.”

Weten wie je tegenover je hebt

Ook hier is, net als bij de confrontatie met voetbalfans, van belang dat agenten weten wie ze tegenover zich hebben. Adang kent voorbeelden van trekkerprotesten uit Oost-Nederland, waar agenten uit die regio tot afspraken wisten te komen met de boeren. “Maar met de agenten die uit het westen kwamen, lukte dat niet.” Dat herinnert hem aan een dorpsfeest in Pijnacker, begin 2006, toen jongeren over de schreef gingen en de burgemeester de ME uit Den Haag liet komen, inclusief de hondenbrigade. Agenten in vol ornaat traden buitensporig hard op, alsof ze een voetbalrel bij ADO Den Haag moesten bedwingen.

Het onderzoek dat Adang deed naar deze en enkele andere geweldsincidenten leidde uiteindelijk tot een ander optreden door de ME; minder op groepen gericht, meer op het individu. En met meer flexibiliteit om op of af te schalen.

In het begin van zijn carrière kon de onderzoeker geïrriteerd raken als hij burgemeesters en politiewoordvoerders hoorde zeggen dat de jaarwisseling rustig was verlopen, terwijl er talloze gewonden waren gevallen. “Toen heb ik gedurende enkele jaren alle incidenten op een rij gezet in een rapport. Dan schrik je je te pletter.” Hij heeft zich hard gemaakt voor een lokale aanpak van oud en nieuw. “Wat in de ene gemeente werkt, met vreugdevuren en georganiseerde vuurwerkshows, werkt in een andere gemeente niet. En ik liet agenten ervaringen met elkaar uitwisselen. De jaarwisseling is nog steeds het grootste risico-evenement van het jaar, maar het wordt rustiger.”

Eind maart stopt Adang definitief bij de Politieacademie, maar zijn werk is niet af. In november 2021 was Rotterdam het toneel van heftige corona-rellen. Agenten werden in het nauw gebracht en zagen zich genoodzaakt te schieten, enkele keren ook gericht. Binnen de politie klinkt steeds luider de roep om uitbreiding van het arsenaal met niet-dodelijke wapens, zoals rubberen kogels. “Ik heb eerder geadviseerd hier weg van te blijven. Het is een verkeerde stap die zal leiden tot meer ellende.” Het is aan zijn opvolger om dit verzet vol te houden.

Wie is Otto Adang?

Otto Adang (1956, Geldrop)

Studeerde biologie aan de universiteit in Utrecht

1981-1985 promotie-onderzoek naar het gedrag van de chimpansee-kolonie in Burgers’ Zoo

Sinds 2004 lector Openbare orde en gevaarbeheersing aan de Politieacademie.

Sinds 2016 bijzonder hoogleraar Veiligheid en collectief gedrag aan de universiteit in Groningen

Adang was gasthoogleraar in Engeland en Zweden en adviseerde vele politiekorpsen in het buitenland
(onder andere in Argentinië, Oekraïne, Portugal en Zuid-Afrika).

Deze donderdag is op de Politieacademie zijn afscheidssymposium, getiteld Met alle geweld leren.  “Ik heb graag een afscheid waar we met z’n allen nog iets van opsteken”, zegt Adang.

Luister ook:

Demissionair minister Jetten blikt terug: ‘We zijn van ver gekomen’

Video wordt geladen...

Lees ook:

Waarom zoveel mensen over het randje gaan met Oud en Nieuw

Bushokjes slopen, auto’s in de fik steken en agenten aanvallen. Waarom gaan zoveel mensen over het randje met de jaarwisseling?

Was het harde politieoptreden dit weekend wel zo’n goed idee? ‘Vergis je niet in de moedeloosheid van mensen.’

Plunderingen, brandstichtingen en voor tonnen aan schade: het liep vreselijk uit de hand dit weekend toen relschoppers in opstand kwamen tegen de avondklok. Heeft de politie wel goed ingegrepen?