Nederlandse boerenbedrijven exporteerden in totaal voor 123,8 miljard euro aan producten. Het bedrag was daarmee iets hoger (1,6 procent) dan een jaar eerder. Dit kwam vooral door stijgende prijzen. Het volume was juist iets kleiner, blijkt uit onderzoek van statistiekbureau CBS en Wageningen University & Research.
Om die bijna 124 miljard euro aan producten te kunnen maken, moest Nederland ook veel importeren, zoals energie en landbouwmachines. Als die kosten eraf worden gehaald, blijven de verdiensten over. Die kwamen dus uit op zo'n 50 miljard euro.
Net als in voorgaande jaren was Duitsland de belangrijkste klant van de Nederlandse landbouw. Bijna een kwart van de producten ging vorig jaar naar de oosterburen. België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk volgden.
De export naar China daalde vorig jaar juist. Het ging om een daling van 20 procent. Dit kwam vooral doordat de Chinezen minder interesse hadden in babymelkpoeder en varkensvlees uit Nederland. Het land produceert meer van die producten zelf.
Zuivel en eieren vormden met een exportwaarde van zo'n 12 miljard euro de grootste productgroep. Sierteelt en varkensvlees zaten daar kort achter met respectievelijk 11,5 miljard en 11,2 miljard euro.