De 72-jarige Sharif was premier tot augustus vorig jaar. Toen werd de regering ontbonden om de verkiezingen voor te bereiden. Sharif kreeg zondag steun van meerdere partijen. Dat leverde hem 201 van de 336 stemmen op.
De kandidaat uit het kamp van de populaire oud-premier Imran Khan bleef steken op 92 stemmen. De winnaar had minstens 169 stemmen nodig.
De aankondiging dat Sharif weer kan aantreden als premier, leidde in het parlement tot luide protesten van aanhangers van Khan. Zij vinden dat de verkiezingen niet eerlijk zijn verlopen en eisen de vrijlating van hun leider.
Oud-premier Khan zit in de gevangenis voor het lekken van staatsgeheimen. Zijn partij PTI mocht om die reden niet meedoen aan de verkiezingen. Daarom deden zijn aanhangers mee als onafhankelijke kandidaten. Zij wonnen de verkiezingen met 93 zetels. De PML-N behaalde 73 zetels.
Beide partijen hebben geen meerderheid
Na de overwinning vormden de aanhangers van Khan een eigen partij: de Sunni Ittehad Council (SIC). Omdat de SIC en PML-N geen van beide een meerderheid hebben, moeten ze voor een nieuw kabinet coalities sluiten. PML-N heeft al een bondgenootschap met de Pakistaanse Volkspartij (PPP), die 54 zetels won.
De Pakistaanse verkiezingen verliepen begin februari niet zonder slag of stoot. Op de dag voor de stembusgang kwamen tientallen mensen om bij aanslagen op campagnekantoren in Pakistan. De terroristische organisatie Islamitische Staat eiste de verantwoordelijkheid op. Daarnaast legde de regering al het telefoonverkeer plat en liep de uitslag vertraging op.