Koning Lodewijk in Veenhuizen?

Toen Johannes van den Bosch in 1823 begon met de aankoop van uiteindelijk ruim 4000 hectare grond in Veenhuizen om er drie kindergestichten te bouwen, stonden er zeven boerderijen die meteen met de grond gelijk werden gemaakt. 

Door JAN LIBBENGA

Uitgezonderd een in ambachtelijk-traditionele bouwstijl gebouwde boerderij genaamd De Jachtweide (gelagkamer) die aan de route van de postkoets lag. Na 1822 werd de boerderij de eerste hoeve van het Derde Gesticht.

Naast de agrarische functie heeft de boerderij ook dienst gedaan als herberg en winkel en was voorheen ook per schip te bereiken, getuige een stenen meerpaal in de berm langs de weg. Jachtweide bood veelal onderdak aan bezoekers en handelaren van de Norgermarkt, maar zal ook frequent zijn bezocht voor de jacht. Johannes van den Bosch zelf kende de omgeving in wat nu het Derde Gesticht heet van de jacht, en heeft er wellicht ook verbleven.

De legende gaat dat ook niemand minder dan Lodewijk Napoleon, de broer van Napoleon Bonaparte en vanaf 1806 enige jaren onze koning, er zijn borreltje dronk.

Historici beschouwden hem lange tijd niet als een zelfstandig vorst, maar louter als een gekroonde gouverneur, in dienst van de echte machthebber Napoleon I.

Een van de sterke punten van Lodewijk was dat hij direct met het volk in contact wilde komen. Daartoe heeft hij verschillende bezoeken gebracht aan uiteenlopende delen van ons land. Soms om de nood te lenigen, te getuigen van zijn betrokkenheid bij rampen en daadwerkelijk aan hulpacties deel te nemen.

Maar wanneer heeft hij Veenhuizen aangedaan? Dat blijft onduidelijk.Van 2 tot en met 20 maart 1809 bezocht of passeerde Lodewijk Napoleon in sneltreinvaart een kleine vijftig plaatsen in Overijssel, Drenthe en Gelderland.

Op 12 maart vertrok de koning uit Coevorden en ging via Dalen, Erm, Emmen, Odoorn, Borger naar Gasselte, waar werd ontvangen werd door de landdrost, de ‘quartier drost’ en de Garde d’honneur van het departement Drenthe. Via Rolde arriveerde hij in Assen. Daar vond een ontmoeting plaats tussen de koning en de Landdrost, het ‘corps de justice’ de geestelijkheid en het stadsbestuur. De dag daarop bracht hij een bezoek aan de Kerk, het bos, de boerderij van de landdrost en in Eext bezocht hij een Hunebed. 

Van Smilde vertrok de koning over Diever, Vledder, Wapserveen en Dwingeloo naar Hoogeveen waar Zijne Majesteit het werkhuis bezocht en er zestienduizend gulden schonk voor de bouw en vierduizend gulden voor het ameublement van een op te richten werkhuis. 

Het Drentse bezoek duurde slechts drie dagen, en het lijkt niet waarschijnlijk dat tijdens dit bliksembezoek ook het dunbevolkte Veenhuizen werd aangedaan, en al helemaal omdat Veenhuizen vanuit Assen zeer moeilijk bereikbaar moet zijn geweest.

Het kan ook zijn dat Lodewijk later is teruggekeerd. Want nog datzelfde jaar ontwikkelde Lodewijk grootste plannen voor de toen amper duizend zielen tellende stad Assen. Op de plek waar nu de kazernegebouwen staan, moest een enorm zomerhuis voor de koning komen, compleet met paviljoenen en andere bijgebouwen. Kennelijk was hem het bezoek aan Drenthe bevallen.

De inkt van het ontwerp was amper droog, of de Koning van Holland trad in 1810 af.

Meer over het ontstaan van Veenhuizen in de hernieuwde editie van  het boek Paupers & Boeven.


Reacties