Direct naar artikelinhoud
Energietransitie

Japanners willen af van kernenergie, maar zonder kunnen ze niet

Demonstranten protesteren in Tokio tegen de lozing van radioactief koelwater in de oceaan.Beeld AFP

De Japanse premier wil weer energie van kerncentrales, maar de weerstand is groot. En er lijkt geen regio bereid om het nucleaire afval op te slaan.

“Ik ben tegen”, verklaart gouverneur Naomichi Suzuki stellig tijdens een wekelijkse informatiesessie van het provinciale bestuur van Hokkaido, het noordelijke eiland van Japan. In een recent onderzoek concludeert de Japanse Organisatie van Kernafvalmanagement dat slechts twee steden in aanmerking komen voor de permanente opslag van kernafval: Suttsu en Kamoenai. Beide liggen in Hokkaido. Gouverneur Suzuki verzet zich: “In het huidige onderzoek zijn de meningen van lokale inwoners niet eens meegenomen”, stelt hij.

Het verzet van de gouverneur is de laatste in een reeks tegenvallers voor de Japanse premier Fumio Kishida, die door het herstarten van kerncentrales de Japanse afhankelijkheid van buitenlandse energie wil oplossen. “We moeten begrip kweken voor het probleem bij lokale gemeentes”, reageerde de premier tijdens een debat in het Japanse parlement.

De reden dat Japan op zoek is naar opslagplekken voor kernafval is dat het land de stilstaande kerncentrales weer wil opstarten. De economie worstelt met stijgende inkoopprijzen en transportkosten van buitenlandse grondstoffen, waaronder ruwe olie en lng, terwijl het land slechts 13 procent van zijn eigen energiebronnen produceert.

Met 48 jaar de oudste centrale

Ter vergelijking: volgens de organisatie van industrielanden Oeso produceert Duitsland 35 procent van zijn eigen energie, en het Verenigd Koninkrijk 61 procent. Net als Japan investeren veel landen in hun eigen energievoorziening. Maar sommigen doen dat beter dan anderen: de Verenigde Staten produceerden in 2000 nog 73 procent van de eigen energiebehoefte, twintig jaar later was dat 106 procent. In Japan gaat de trend de andere kant op.

Daar wil de Japanse premier verandering in brengen. Mede aangespoord door de toenemende internationale politieke spanningen in Oost-Azië, het verhoogde risico op handelsconflicten, toenemende inflatie, de lage yen en druk vanuit zijn eigen partij wil Kishida nu een deel van de stilstaande kernreactoren herstarten.

Dat is niet eenvoudig. Na de grote kernramp in 2011 in Fukushima werden alle kerncentrales stilgelegd. Het land ging van 20 procent eigen energievoorziening, naar slechts 7 procent. Volgens de Nationale Autoriteit voor Kernenergie zijn slechts zes locaties sindsdien herstart, samen goed voor tien actieve kernreactoren. De laatste hiervan, met 48 jaar achter de rug tegelijk de oudste centrale in Japan, ging weer aan in de zomer van 2023.

De enige realistische optie

Toch staat het grootste deel van de reactoren nog uit. Op dit moment onderzoekt de overheid de mogelijkheid om de overige 23 reactoren ook te herstarten. Er is al wel goedkeuring gegeven voor de bouw van drie nieuwe opwekfaciliteiten. Als deze af zijn, telt Japan negentien kerncentrales, de twee permanent gesloten centrales in Fukushima meegeteld.

Het is een gedurfde zet in een land dat deze eeuw nog een grote kernramp meemaakte. Toch groeit in Japan het besef dat kernenergie de enige realistische optie is. Niet alleen voor betere economische zelfvoorziening, maar ook in de race naar meer duurzame energie. Inmiddels zegt meer dan de helft van de Japanners het eens te zijn met het herstarten van de centrales. De weerstand is nu vooral te vinden op de plekken waar de faciliteiten daadwerkelijk staan.

Op nieuwjaarsdag werd het land wakker geschud door een zware aardbeving. Langs de kust van het Noto-schiereiland, in West-Japan, trilde de grond met een kracht van 7.4. Het bleek een beving te zijn van eens in de vierduizend jaar. De regio was er niet klaar voor, tienduizenden huizen stortten in en honderden mensen werden bedolven onder hun eigen daken.

Schade beperkt gebleven

De slachtoffers vielen vooral onder mensen die in oude huizen op afgelegen locaties woonden. De verouderde infrastructuur op het schiereiland heeft bijgedragen aan het dodental. Alhoewel Japan als sinds 1923 aangescherpte bouwregels heeft, is het pas na de Kobe-aardbeving in 1996 strikt gaan letten op bouwveiligheid.

In het getroffen aardbevingsgebied staan ook twee kerncentrales, beide gebouwd in de jaren tachtig. Net als bij de ramp in Fukushima was het dagenlang onduidelijk wat de status van de reactoren was. Pas na enkele dagen werd duidelijk dat een van de kerncentrales beefde boven de waarden die waren vastgelegd in de bouweisen. Koelwater is uit stilstaande reactoren gelekt in beide faciliteiten. Het verantwoordelijke energiebedrijf zegt echter dat er geen stralingsgevaar is en dat de schade beperkt is gebleven.

Het is een herinnering aan de kwetsbaarheid van bouwstructuren tegenover de krachten van de natuur. In 2011 was het in Fukushima een metershoge tsunami die de kerncentrale overrompelde. Dit kon mede gebeuren omdat de strikte bouwrichtlijnen waren genegeerd. Maar in een land als Japan, waar immense orkanen en aardbevingen vanzelfsprekend zijn, is zekerheid nooit gegarandeerd. Die angst leeft onder omwonenden van de bestaande kerncentrales.

De aan-knop indrukken gaat niet zomaar

Het is ook de reden dat steeds meer lokale gemeenschappen zich verzetten tegen het herstarten van oude centrales en de bouw van nieuwe. Aan de oostkust van de provincie Niigata, bijvoorbeeld, staat de grootste kerncentrale ter wereld: Kashiwazaki Kariwa. Twee van de zeven reactoren zijn goedgekeurd voor een herstart. De aan-knop indrukken gaat echter niet zomaar.

De burgemeester van de stad Kashiwazaki moet als laatste instemmen met het plan. Op 21 februari presenteerde een groep inwoners een protestbrief aan de gemeente, met daarin het expliciete verzoek om niet akkoord te gaan. Niet alleen omdat een van de kerncentrales al koelwater lekte bij de Nieuwjaarsbeving, maar ook omdat ze vinden dat het proces te snel verloopt en er te weinig aandacht is voor de langetermijngevolgen.

Desondanks zet de nationale overheid druk op energiebedrijf Tokyo Electric (Tepco) om zo snel mogelijk de reactoren aan te zetten. De lokale gemeente krijgt inmiddels van de nationale overheid de toezegging dat er ruim in deze regio geïnvesteerd gaat worden, in ruil voor goedkeuring. Burgemeester Masahiro Sakurai zegt desondanks dat hij overweegt om de kerncentrale permanent te sluiten.

Duurzame energietransitie

Terwijl kernenergie nog controversieel is, investeert de Japanse overheid ook steeds meer in duurzame opties. In 2012 volgde het land het Europees voorbeeld door energiebedrijven te dwingen om voor een deel groene energie aan te kopen. De bedoeling was om deze bedrijven aan te sporen om meer te investeren in innovatie. Het nieuwe beleid heeft inderdaad geleid tot een groter aandeel van zonne-, wind- en waterkrachtenergie.

In 2010 was minder dan acht procent van de energiemix duurzaam. Tien jaar later stond dat op 12.3 procent. Het lijkt een goed teken, maar tegelijk is de afhankelijkheid van gas- en oliebronnen vergroot, en komt meer dan een kwart van de totale energie in Japan uit steenkolenfabrieken.

In 2020 presenteerde het ministerie van economie en handel daarom de ‘Groene Groei Strategie’. Hierin beloofde Japan dat het voor 2050 volledig CO2-neutraal zou worden. De deadline was voorheen 2030, maar deze werd twintig jaar naar achter geschoven toen bleek dat de economie helemaal niet klaar was voor een grootschalige energietransitie.

Ondanks alle tegenvallers probeert premier Kishida de meest recente Japanse ambitie op de internationale kaart te zetten. Hij reisde speciaal af naar het Midden-Oosten om in verschillende landen deals te sluiten voor de gezamenlijke ontwikkeling van groene technologie, en maakt geld vrij in het binnenland voor onderzoek naar innoverende energieoplossingen.

Toch is het duidelijk dat Japan voorlopig niet zonder kerncentrales kan, ook al wordt het verkleinen en efficiënter maken van kernreactoren onderzocht. Daarbij heeft de overheid de definitie van de ‘Groene Groei Strategie’ opgerekt: in het nieuwe beleid valt ook kernenergie onder duurzame oplossingen. Maar daar komt nu dus weer een probleem bij: is er geen plek meer om het afval op te bergen.

Lees ook:

Nederland vraagt drie bedrijven om plan voor kerncentrale

Drie bedrijven gaan uitzoeken of zij in Nederland een kerncentrale kunnen bouwen. Dat maakte het ministerie van economische zaken en klimaat bekend.

Wereldwijd plannen voor verdubbeling kernenergie

De hoeveelheid kerncentrales kan in de komende twintig jaar wereldwijd gaan verdubbelen, stelt de World Nuclear Association. Momenteel zijn 56 reactoren in aanbouw; voor nog eens 358 zijn er plannen.