NOS NieuwsAangepast

Provincie hoeft niet altijd op te treden tegen boer zonder stikstofvergunning

Twee provincies hebben een tik op de vingers gekregen van de Raad van State omdat ze niet goed genoeg gemotiveerd hebben waarom ze in sommige gevallen niet handhaven bij boeren zonder stikstofvergunning. Wel mogen provincies wat de Raad van State betreft tot halverwege volgend jaar minder streng handhaven in sommige gevallen.

In Nederland werken bijna 2500 bedrijven zonder stikstofvergunning. Die was ook niet nodig, omdat boeren die bijvoorbeeld wilden uitbreiden daarvan slechts een melding in het Programma Aanpak Stikstof melding (PAS) bij de overheid hoefden te doen. Ze kregen tussen 2015 en 2019 een vrijstelling als de stikstofwaarde onder een geaccepteerd niveau bleef.

In 2019 deed de Raad van State echter uitspraak over die stikstofwaardes. De zaak werd aangespannen door natuur- en milieuorganisaties. De hoogste bestuursrechter oordeelde dat de PAS-melding in strijd is met de Europese stikstofregels. Het Europese Hof kwam al eerder tot die conclusie. Het gevolg: duizenden bedrijven in de agrarische sector die een PAS-melding deden, stootten ineens illegaal stikstof uit.

Daardoor moesten boeren zelf stikstofruimte kopen of een vergunning aanvragen. Zo'n vergunning is niet makkelijk te krijgen, maar wie er geen heeft riskeert een boete.

Meer ruimte voor provincie

De nieuwe uitspraak van de Raad van State geeft provincies iets meer ruimte bij het optreden tegen de bedrijven. In sommige gevallen kunnen ze dus minder streng handhaven, maar alleen als ze kunnen "motiveren dat er een redelijk evenwicht is tussen de belangen van PAS-melders aan de ene kant en het natuurbelang aan de andere kant", aldus de Raad.

De zaak was aangespannen door actiegroep Mobilisation for the Environment (MOB), om handhaving door provincies af te dwingen. Provinciebesturen in Overijssel en Utrecht weigeren volgens MOB om boetes uit te delen aan drie bedrijven.

Valentijn Wösten, raadsman van de actiegroep, toont de uitspraak aan dat provinciebesturen hun zaken niet op orde hebben. De uitspraak geldt wel tijdelijk, maar in ieder geval tot halverwege 2025, omdat de overheid tot die tijd denkt nodig te hebben om voor alle PAS-melders een vergunning aan te vragen.

Volgens Wösten is het nog maar de vraag of dat gaat lukken. "De hordes die genomen moeten worden liggen hoog. De totale natuurschade door een optelsom van illegale PAS-melders is nooit goed onderzocht. Dat zal nog werk kosten, we zitten inmiddels in 2024."

Heet hangijzer

Hoewel provincies door deze uitspraak dus meer ruimte krijgen om te handhaven, wil de Raad wel dat de provinciebesturen in Overijssel en Utrecht zich opnieuw naar de bedrijven gaan kijken, omdat de besluiten niet goed zijn onderbouwd.

De situatie van PAS-melders is al enkele jaren een heet hangijzer. De regering is op zoek naar oplossingen, maar die komen nog niet van de grond. Zo lukt het bijvoorbeeld niet om bedrijven te helpen die door de PAS-melding in de problemen zijn gekomen.

Vorig jaar bleek dat zeker 259 boeren zonder vergunning geen hulp van het Rijk hebben gekregen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl