De door het Wereld Natuur Fonds (WWF) gefinancierde onderzoekers publiceerden het onderzoek naar de nieuwe methode in het tijdschrift Frontiers in Conservation Science.
Bij eerdere onderzoeken moest altijd DNA van het dier zelf gebruikt worden, maar dat is niet altijd makkelijk te verkrijgen. Zo moeten de ijsberen vaak eerst per helikopter gelokaliseerd en gevangen worden om hun DNA-materiaal te verzamelen. De gebieden waarin ijsberen leven zijn groot, dus zoiets kost veel tijd en geld.
Bij deze nieuwe methode gebruiken de wetenschappers omgevings-DNA (environmental DNA, afgekort eDNA). Hierbij wordt DNA-materiaal uit de pootafdrukken van de ijsberen in de sneeuw gehaald. Op basis daarvan kan worden vastgesteld om welke ijsbeer(soort) het gaat. Die methode is niet alleen sneller, maar levert ook meer gegevens op.
Door de smeltende ijskappen worden ijsberen al langer bedreigd. Volgens de internationale natuurorganisatie IUCN is tegen 2050 zelfs 30 procent van de ijsberenpopulatie afgenomen. Het is daarom extra belangrijk dat er veel onderzoek wordt gedaan naar ijsberen en hun leefwereld.