Terug naar de krant

‘We hebben 300 schapen verloren aan blauwtong en het virus gaat hoe dan ook terugkomen’

Leeslijst reportage

Dierziekte Met de naderende lente vrezen schapenhouders een opleving van blauwtong, het virus dat wordt verspreid door knutten. Ze worstelen nog met de gevolgen van de besmettingsgolf van vorig najaar. En ze rapporteren hogere sterfte onder lammetjes.

Leeslijst

Terwijl de knutten die het blauwtongvirus overbrengen nog in een winterse sluimerstand verkeren, is diezelfde rust onder de boeren ver te zoeken. „Al onze lammetjes, geboren uit ooien die blauwtong hebben overleefd, blijven klein, hoe goed we zo ook voeden”, vertelt Martin Reitsma, schapenhouder uit Friesland. Met het vooruitzicht op warmer weer neemt ook de angst voor een tweede golf toe.

In de ruime, open schuur knabbelen de schapen op het oog vredig aan hun voer. Reitsma laat zijn ogen rusten op een heel tenger lammetje. „Zie je dit kleintje hier? Acht weken oud, slechts vijf kilo”. De leeftijdgenoten van dit lammetje wegen volgens hem gemiddeld zo’n 30 kilo.

Boeren kampen nog altijd met de gevolgen van de uitbraak van het blauwtongvirus van afgelopen september. Dit virus, overgebracht door knutten (een muggensoort), is voornamelijk dodelijk voor schapen. Recente gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek tonen aan dat de schapenpopulatie in Nederland vorig jaar met 8,4 procent is afgenomen ten opzichte van 2022, wat neerkomt op een verlies van 61.000 schapen. In Friesland, de provincie met de meeste schapen in Nederland, was de afname zelfs 11,5 procent.

Er wordt hard gewerkt aan een vaccin dat effectief is tegen blauwtong. Wageningen University & Research (WUR) staat te popelen om nieuwe vaccins te testen om die vervolgens zo snel mogelijk in te voeren. „Zodra er vaccinkandidaten zijn, kunnen we de werkzaamheid ervan snel testen”, vertelt WUR-onderzoeker Melle Holwerda. „Mocht een eerste kandidaat meteen veelbelovend zijn, dan zouden de eerste vaccinaties al in de zomer gezet kunnen worden. Dit hangt echter van zoveel factoren af, dat dit alleen haalbaar is in de meest optimale situatie.”

Lees ook Niet alleen de schapen lijden onder het blauwtongvirus: ‘We staan heel vaak huilende mensen te troosten’
Veearts Marieke Volkerink heeft in Naarden zojuist enkele schapen van Jacques van Eijden geëuthanaseerd.

Na-ijleffect

Door winterse temperaturen is de knut nu nauwelijks actief. Maar schapenhouders worden nog dagelijks geconfronteerd met de impact van de uitbraak in het voorgaande seizoen. Niet alleen door het verlies, het lijkt er ook op dat pasgeboren lammetjes de gevolgen ondervinden. Hierbij gaat het om lammeren van ooien die besmet waren met het blauwtongvirus.

„Onze kudde bestond uit 2.100 schapen,” zegt Reitsma. „Door blauwtong hebben we 300 schapen verloren, een verlies van 2 ton voor ons. Het is moeilijk te zeggen hoeveel daadwerkelijk besmet zijn geweest en het hebben overleefd.”

„Onze lammetjes zijn in december al geboren”, vervolgt Reitsma. „Daardoor zijn ze tegen april zelfstandig en kunnen we onze schapen vroeg inzetten om te grazen in gemeentes. We gebruiken Suffolkrammen, die kunnen eerder dekken dan de meeste rassen.”

schapenhouderHarrie Jansen Een aantal lammetjes is misvormd geboren

Reitsma gebaart naar een scheidingshek in de schuur. „Rechts zitten de gezonde volgroeide lammeren. De kleintjes links zijn nakomelingen van schapen waarvan we vrijwel zeker weten dat ze besmet waren. We houden ze gescheiden om te voorkomen dat de grotere lammeren al het voer opeten.”

Hij wijst vervolgens naar een schaap met kale plekken. „Dit schaap heeft blauwtong overleefd, maar ziet er nog steeds slecht uit. We hebben ooien gehad die blauwtong opliepen en vervolgens hun lammetjes te vroeg en niet levensvatbaar ter wereld brachten. Geloof me, het is werkelijk hartverscheurend.”

Reitsma vreest voor het warmere weer. „Blauwtong gaat hoe dan ook terugkomen en een nieuwe uitbraak zou het einde van ons bedrijf betekenen. Onze enige hoop is dat er op tijd een vaccin beschikbaar is. Als dat pas in de zomer komt, dan is dat te laat voor ons.”

Meerdere lammetjes van wie de moeder besmet raakte voor of tijdens de dracht, zijn opvallend klein gebleven, zegt Martin Reitsma.

Meer sterfte onder lammeren

Ook schapenhouder Harrie Jansen van Schaapskudde de Belhamel in Warnsveld, eigenaar van een kudde van 375 schapen, werd in oktober getroffen door het blauwtongvirus. „Normaal gesproken leidt bij ons ongeveer 10 procent van de dekkingen niet tot een bevruchting bij de schapen. Dit jaar is dat percentage gestegen naar 25,6 procent”, zegt Jansen. Bovendien was 25 procent van de geboren lammeren dood geboren of overleed binnen een week na geboorte, een grote toename vergeleken met 2 procent het voorgaande jaar.

„Een aantal lammeren kampt met longontsteking, hartproblemen of toont misvormingen. We zetten alles op alles om ze in leven te houden, maar dit hebben we nog nooit meegemaakt. Bij een moeilijke bevalling moesten we zelfs het hoofd van een lam afsnijden om het schaap te redden”, vertelt Jansen.

Royal GD, een laboratorium voor diergezondheid, onderzoekt of het huidige blauwtongtype serotype 3 verantwoordelijk is voor de misvormde lammeren die ter onderzoek worden ingestuurd. Hoewel er tot nu toe geen direct verband is gevonden, blijkt uit onderzoek van afgelopen winter dat het virus ook ongeboren lammeren kan infecteren, meldt Royal GD. Het onderzoek naar een mogelijk verband met misvormingen wordt voortgezet.

Volgens Margit Groeneveld, dierenarts en schapenexpert aan de Universiteit Utrecht, is er een logische verklaring voor de problemen die veehouders rapporteren met lammetjes. „Een ooi die herstelt, gebruikt zoveel energie voor haar eigen herstelproces dat er minder energie overblijft voor haar lam. Dit kan ook resulteren in verminderde vruchtbaarheid of een niet goed functionerende placenta, wat leidt tot onvoldoende voeding voor de lammetjes.” Hoewel blauwtong niet direct de oorzaak lijkt te zijn, kan het indirect bijdragen aan deze problemen door secundaire effecten, concludeert Groeneveld.

Martin en Elsa bij hun schapen.

Overlevingskansen

De overlevingskansen van lammetjes lijken te variëren afhankelijk van het drachtstadium op het moment van besmetting. Reitsma’s schapen, al vier maanden drachtig, waren bijna volledig volgroeid toen ze besmet raakten – de lammetjes zijn klein maar overleefden. Daarentegen waren bij de Belhamels kudde de ooien slechts een maand drachtig toen ze besmet raakten; aanzienlijk meer lammetjes zijn er gestorven.

Volgens Holwerda is het complex om vast te stellen of lammeren last ondervinden van het blauwtongvirus. „Er is nog geen onderzoek naar gedaan. Bovendien moet een groot deel van de lammeren nog geboren worden.”

schapenhouderHarrie Jansen Bij een moeilijke bevalling moesten we zelfs het hoofd van een lam afsnijden om het schaap te redden

Groeneveld voorspelt een aanzienlijk verschil in het aantal lammetjes dat in de komende lammerperiode geboren zal worden vergeleken met voorgaande jaren. „Wat betreft afwijkingen: een lam dat maar 5 kilo weegt in plaats van de gebruikelijke 30 kan het resultaat zijn van een herstellende ooi. Ik verwacht alleen niet dat we dit op grote schaal zullen zien.”

Dat het virus in het voorjaar of de zomer terugkomt, daar is Groeneveld van overtuigd. „Wanneer het komt hangt af van het weer, hopelijk hebben we een paar maanden uitstel totdat het echt losbarst.”

Lees ook De dierziekte blauwtong raast door Nederland. Er is geen vaccin, en geen medicijn
De dierziekte blauwtong raast door Nederland. Er is geen vaccin, en geen medicijn
Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 27 februari 2024.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in