Voor succesvolle Groninger bedrijven staan investeerders in de rij

Het pand van SealteQ naast andere bedrijven in Stadskanaal
Het pand van SealteQ naast andere bedrijven in Stadskanaal © Tanja Douwstra/RTV Noord
Nogal wat geslaagde Groningse bedrijven zijn recent opgekocht door investeerders. Ze halen er geld voor groei mee binnen, maar daarmee verwatert ook zeggenschap, verhuizen hoofdkantoren en soms ook activiteiten uit de regio. Hoe blij moet de regio dan zijn met het succes?
Meest recente voorbeeld is Sealteq in Stadskanaal. De onderneming van Martin van der Leest doet het goed, het bedrijf groeit, mede door overnames, en wil dat pad voortzetten. Daar is geld voor nodig. Dat heeft de Sealteq-directie gevonden bij investeerder Quadrum Capital in Almelo. Deze week maakten Sealteq en Quadrum Capital bekend dat die laatste mede-eigenaar is geworden van het Knoalster bedrijf.
Quadrum Capital was niet de enige partij met interesse, zei Sealteq-directeur Van der Leest. Investeerders hebben kennelijk ogen en oren goed open. De Quadrum-deelname biedt Sealteq nieuwe groeikansen en ook wat extra management-ondersteuning vanuit Quadrum. Maar, verzekert Van der Leest, de directie blijft zo Knoalsters als het maar kan.

Het dna blijft Gronings

Met mooie groei- of omzetcijfers ben je al snel een smakelijke hap voor een geldschieter. En wanneer je dan zelf ook nog de ambitie hebt om verder te groeien, dan vinden ondernemer en investeerder elkaar wel.
Het ging ook op voor de eigenaren Eric Vos en Raimon Warta van Witec in Stadskanaal, zo ongeveer buren van Sealteq. Vos en Warta verkochten vorig jaar het grootste deel van hun aandelen in de producent van hightech-onderdelen aan het Belgische GimvSmart.
Het pand van Witec in Stadskanaal
Het pand van Witec in Stadskanaal © Elwin Baas/RTV Noord
Evenals Sealteq en Witec, zochten opvallend veel noordelijke webwinkels steun bij investeringsmaatschappijen. Easy Toys-oprichter Eric Idema deed een meerderheid van zijn aandelen van zijn bedrijf in sexual wellness over aan Waterland Private Equity in Bussum. ‘Maar het dna blijft Gronings’, zei hij er eerder over.

Overgenomen bedrijven

Henk Jan Bijmolt van de online-houthandel Gadero verkocht bijna het hele aandelenkapitaal aan de Amsterdamse investeerder Egeria. Hij hield zelf één procent. Webwinkelbedrijf Frank.nl, opgericht door Benjamin Derksen en Reinier de Jonge werd in 2021 verkocht aan een onderneming in Capelle aan den IJssel.
De online-drogist Koopjesdrogisterij kwam in handen van ondernemer en pillenmiljonair Mischa Strijder. Brandfield, opgezet door de Groninger ondernemer Sebastian Monteban werd verkocht aan het Duitse webbedrijf Fashionette.
De werkvloer van Droginet in het voormalige pand in Oude Pekela
De werkvloer van Droginet in het voormalige pand in Oude Pekela © Theo Sikkema/RTV Noord
Ook Winparts uit Winneweer kwam in andere handen. De broers Ari en Meinard van Essen deden hun in 2004 opgerichte webshop in auto-onderdelen over aan Alliance Automatie Group (AAG), een dochter van GPC, een grote wereldwijde distributeur van auto-onderdelen.

Graag willen groeien

Vaak is aandelenverkoop ingegeven door de wens te groeien. Vooral in de online wereld geldt de regel dat degene die het eerst het grootst wordt de wedstrijd wint.
Winparts bijvoorbeeld wist het tot marktleider in Nederland te brengen en volgens de gebroeders Van Essen was het tijd voor een volgende, internationale groeistap. ‘Wij vonden het beter als Winparts dat onder de vleugels van een internationale strateeg zou doen’, zei Ari van Essen bij de verkoop in 2021.
Soms ook willen ondernemers cashen, al dan niet voor hun oude dag. Andere ondernemers zoeken een nieuwe uitdaging. Zoals Bijmolt, die gewoon iets anders wilde nadat hij Gadero groot had gemaakt.

Teken van succes

Maar wat betekent het dat die bedrijven niet meer volledig Gronings zijn? Interesse van geldschieters is natuurlijk in de eerste plaatse een signaal van succes, de bedrijven staan niet voor niks in de belangstelling. En het geld, de kennis en het netwerk dat de investeerders beschikbaar stellen, kan de bedrijven versterken.
Het geld dat de verkoop oplevert kan andere bedrijven en dus de regionale economie een impuls geven. Ex-Gadero-ondernemer Bijmolt gebruikt het vrijgekomen geld via zijn investeringsplatform Veams om beloftevolle jonge bedrijven zoals online ijzerwarenhandel Wovar en kookgerei-webshop Cookinglife aan te jagen.
Bijmolt investeert nu ook in kookspullen
Bijmolt investeert nu ook in kookspullen © Loek Mulder\RTV Noord

Waar zitten de echte bazen?

Maar als het om de verkoop van een meerderheid van de aandelen gaat, zitten de echte bazen wel ineens elders in het land of in een ander land. De band met de regio kan dan zwakker worden.
Soms kost een overname de regio ook gewoon banen. Zo maakte de nieuwe eigenaar AAG van Winparts een paar maanden geleden bekend het distributiecentrum van Winneweer naar Ede te verhuizen. Dat betekent een verlies van tientallen arbeidsplaatsen in Groningen. Daar staat wel tegenover dat AAG zegt te gaan investeren in het klantenservice-centrum dat in de stad Groningen blijft. Dat zou 150 extra plaatsen krijgen.
Met Droginet.nl en ook met Frank.nl liep het slecht af. Twee jaar na de verkoop ging die laatste onderneming op de fles. Een lot dat ook Droginet trof. Oprichters Brenda Warmels en Jos Mekkering waren stomverbaasd. Toen ze hun bedrijf verkochten dat ze in Blijham in een schuurtje begonnen, liep het als een trein.

Lang niet altijd roofkapitalisten

Wanneer een investeringsmaatschappij geld steekt in een bedrijf is dat veelal omdat die onderneming er zelf naar op zoek was, zegt Frits Kok van de noordelijke investeringsmaatschappij Carduso Capital: ‘Een bedrijf dat geen financiering nodig heeft, zal het ook niet snel gaan zoeken. En ook niet accepteren dat er vreemd geld in de onderneming komt als dat niet nodig is. Dus ergens wordt er een probleem opgelost.’
Een deelneming betekent in de regel dat een onderneming wordt versterkt, betoogt Kok. En gaat het om een overname, dan denken we volgens hem te vaak aan roofkapitalisten: investeerders die bedrijven opkopen, ze volhangen met schulden of juist helemaal strippen en dan de meest rendabele delen weer met forse winst van de hand doen.
Dat het vaak investeerders van buiten de regio zijn die geld steken in bedrijven hier, is niet zo vreemd, aldus Kok. Want het ‘grote geld’ zit elders: ‘Het is nu eenmaal zo dat wij hier minder financiële power hebben.’ Het aantal investeringsmaatschappijen is dun gezaaid en wat ze aan fondsen te besteden hebben is ook een stuk minder.’

De bank is als financier minder in beeld

Bij banken kloppen ondernemers met groeiambities vaak tevergeefs aan, zegt investeringsmanager Allard van der Horst van de Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland (NOM). ‘Die willen het liefst de krenten in de pap.’
’Wanneer een bedrijf de strategische keuze maakt hard te willen groeien dan is het helemaal niet verkeerd een partij in huis te halen die daarbij kan helpen’, zegt Van der Horst. ‘Niet alleen met euro’s maar ook met kennis en een goed netwerk.’
Maar de verkopende partij moet zich wel goed realiseren wat de gevolgen kunnen zijn. In zee gaan met een agressieve, op kortetermijnwinst beluste investeerder zal het bedrijf uiteindelijk weinig verder helpen, zegt Van der Horst.
Maar zelfs wanneer een groot deel van de aandelen wordt verkocht, hoeft dat helemaal niet te betekenen dat alle zeggenschap verloren gaat, benadrukt van der Horst. In een aandeelhoudersovereenkomst kunnen ook afspraken worden gemaakt over wie (mee)beslist over belangrijke zaken als verhuizing, investeringen of overnames. ‘Wanneer een investeerder het daar niet mee eens is, dan gaat de deal niet door.’

Weten wat er speelt

‘Het is veelal goed als een investeerder toetreedt’, vindt Martijn Kruisman van de jonge investeerdersorganisatie Boost-Up in Groningen. Boost-Up doet dat met middelen van zo’n veertig deelnemende ondernemers.
Omdat investeringsbedrijven vaak gespecialiseerd zijn in bepaalde markten weten ze ook goed wat er daar speelt, aldus Kruisman. ’Dus als ze investeren, dan doen ze dat veelal omdat ze groeimogelijkheden zien.’
Boost-Up helpt vooral bedrijven die de eerste fase hebben doorstaan en een groeisprong willen maken: zogeheten scale-ups. Kruisman: ’De ondernemers in Boost-Up willen uiteraard rendement halen, maar ze vinden het ook interessant om nieuwe avonturen aan te gaan. We helpen de ondernemers met inzichtelijk te maken van strategische doelen. We adviseren en delen kennis.’ Een investeerder houdt zo een oogje in het zeil, een bedrijf kan zich ontwikkelen en zal niet gelijk onderuit te gaan bij een misstap.
Van sterkere bedrijven profiteert de regio uiteraard ook, meent Kruisman. En al te bevreesd dat een bedrijf zijn biezen pakt hoeven we echt niet te zijn, meent hij. Want een bedrijf dat zich heeft geworteld verhuis je niet zomaar uit zijn vertrouwde omgeving.