Direct naar artikelinhoud
Nieuws

CBS: Mensen met Nederlandse ouders en hoog inkomen leven het meest in hun eigen bubbel

Nederlanders met een hoog inkomen en van wie beide ouders hier zijn geboren, bewegen zich het meest in hun eigen bubbel. Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Zij leven sterker gesegregeerd dan anderen, en ontmoeten vooral mensen die op henzelf lijken.

Terrassen in Antwerpen zaten tijdens de pandemie vol met Nederlanders die de coronabeperkingen in eigen land wilden ontwijken.Beeld Jonas Roosens / ANP

In het onderzoek over segregatie naar herkomst, dat vrijdag is gepubliceerd, berekende het CBS de kans dat inwoners van Nederland in aanraking komen met mensen van andere komaf. De onderzoekers brachten daarvoor ieders buren, klasgenoten, collega’s, familie en huisgenoten in kaart. Op basis daarvan bepaalden ze de segregatiescore: die loopt van 0 (niemand van dezelfde afkomst in de omgeving) tot 1 (geheel omringd door soortgelijke mensen).

Inwoners van Nederlandse herkomst scoorden gemiddeld een 0,35, tegenover 0,22 voor mensen van Marokkaanse komaf, en een score van 0,15 voor degenen met Surinaamse wortels. Mensen van Nederlandse komaf met een inkomen dat tot de hoogste 20 procent van het land behoort, hadden met 0,42 de hoogste score.

Over de auteur
Marjolein van de Water is verslaggever van de Volkskrant en schrijft over asiel, migratie, religie en de multiculturele samenleving. Eerder was ze correspondent in Latijns-Amerika en chef van de buitenlandredactie.

Uit sociologisch onderzoek blijkt al langer dat mensen van Nederlandse herkomst het meest gesegregeerd leven en dat de afstand tot anderen groeit naarmate zij rijker zijn. Maar dat was steeds op basis van survey-onderzoek waarbij respondenten bijvoorbeeld werd gevraagd naar hun vrienden- en kennissenkring. Het is nu voor het eerst dat gedurende lange tijd (van 2009 tot 2020) naar de netwerken van álle inwoners van Nederland is gekeken. Het CBS corrigeerde bovendien op groepsgrootte.

Rijkere expats komen wel uit hun bubbel

Voor inwoners met een andere afkomst, waaronder expats en andere tijdelijke arbeidsmigranten, geldt juist precies het tegenovergestelde: hoe hoger hun inkomen, hoe minder gesegregeerd zij leven. ‘Een voor de hand liggende verklaring is dat in rijkere buurten en in werkkringen met veel hoogbetaalde banen in verhouding minder mensen van niet-Nederlandse herkomst wonen en werken’, aldus Tanja Traag, woordvoerder van het CBS.

Opvallend is dat de segregatie van mensen met een Nederlandse herkomst sinds 2009 is toegenomen, terwijl de diversiteit in het land juist toenam. Ook de tweede generatie Nederlanders van Turkse en Marokkaanse afkomst beweegt zich meer in de eigen bubbel dan hun ouders. ‘Dat is goed verklaarbaar’, zegt Jochem Tolsma, universitair hoofddocent sociologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. ‘Scholen zijn de afgelopen jaren steeds sterker gesegregeerd, en dat beïnvloedt de netwerken.’

Segregatie heeft bovendien een zelfversterkend effect. ‘Soort zoekt soort, of het nu gaat om opleiding of etniciteit’, aldus Tolsma. Daardoor zie je vaak dat migrantengroepen sterker segregeren wanneer ze groeien. ‘Het wordt dan makkelijker om elkaar op te zoeken. En wie bij elkaar in de buurt woont, kiest eerder dezelfde school voor de kinderen.’

Polarisatie

Is dat erg? ‘Ja’, antwoordt Tolsma volmondig. ‘Een homogene omgeving kan ertoe leiden dat je minder kennis hebt over hoe het Nederlandse systeem werkt. Dat werkt kansenongelijkheid in de hand.’ Uit onderzoek blijkt dat ook bedrijven gebaat zijn bij diversiteit: ‘Dat levert meer ideeën op, meer inzicht in doelgroepen, meer flexibiliteit en meer creativiteit.’

De grootste gevaren van segregatie ziet Tolsma op maatschappelijk niveau. ‘Het leidt tot polarisatie. Als groepen elkaar nauwelijks meer tegenkomen, en tegelijkertijd andere kansen in het leven hebben, dan zet dat de samenleving onder druk. Mensen luisteren minder naar elkaar, dat is gevaarlijk voor de democratie.’

Volgens Tolsma kan alleen een actief overheidsbeleid dit oplossen, juist vanwege de menselijke neiging om in de eigen groep te blijven hangen. ‘Je kunt mensen niet dwingen om vrienden te worden, je kunt alleen sturen op contactmogelijkheden.’ Bijvoorbeeld door meer brede scholen, een grotere rol voor spreiding bij het woningbeleid, en door in te zetten op het verkleinen van de inkomensongelijkheid.

‘Autochtonen zeggen vaak dat de anderen niet integreren’, aldus Tolsma. ‘Maar dit onderzoek bevestigt opnieuw dat voor integratie twee groepen nodig zijn.’