Het onderzoek werd gedaan door de Universiteit van Maastricht, onderzoeksbureau TNO en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).
De politie vermoedde al langer dat lachgas een rol speelt bij een aanzienlijk aantal ongelukken met doden of zwaargewonden. Volgens politiecijfers die zijn opgevraagd door EenVandaag, vonden er vorig jaar twintig dodelijke ongelukken plaats waarbij lachgas in het spel was.
In 2021 en 2022 waren dit 31 ongelukken. In 2021 werd bij 4.938 gevallen van verkeersdeelname het gebruik of bezit van lachgas vermoed. In 2022 waren dat 4.586 gevallen en in 2023 2.153 gevallen.
Maar omdat lachgas in het lichaam niet eerder aangetoond kon worden, was het voor de politie lastig om het probleem te handhaven. Met behulp van detectieapparatuur op basis van infrarood kan nu dus wel lachgas in bloed en adem worden aangetoond. De politie hoop dat met die kennis een meetinstrument ontwikkeld kan worden. Dat kan nog zeker twee jaar duren.
Meer onderzoek naar duur aantoonbaarheid en invloed op rijgedrag
Lachgas is minstens een uur na inhalatie nog aantoonbaar in het bloed, maar mogelijk langer. Daar moet nog meer onderzoek naar gedaan worden. Ook is vastgesteld dat lachgas het rijgedrag beïnvloedt, maar er moet nog worden vastgesteld bij welke grenswaarde de invloed te groot is.
Volgens de onderzoekers is het tijdens de kortdurende roes van lachgas onmogelijk om een auto te besturen en houden de resteffecten minstens drie kwartier aan. Maar het is nog niet duidelijk welke aspecten van de rijvaardigheid worden aangetast en in welke mate.
Op dit moment kan de politie alleen ingrijpen bij lachgasgebruik in het verkeer als bijvoorbeeld lachgascilinders of ampullen in de auto worden gevonden. Het bezit van lachgas is sinds 2023 strafbaar en valt onder de opiumwet.