Terwijl natuurbeschermers en beleidsmakers miljoenen hectares aan bomen planten om verloren bossen te herstellen, waarschuwen Britse onderzoekers voor de schaduwkant van dit groene initiatief. In de uitgestrekte savannes van Afrika waar graslanden het continent kenmerken, vormt herbebossing een bedreiging voor unieke ecosystemen.
Het rampje van goedbedoelde ecologische onnozelheid dommigheid die de natuur schaadt om het klimaat te redden, is nog beperkt
De afgelopen jaren hebben beleidsmakers en natuurbeschermers wereldwijd massaal ingezet op het planten van bomen in de strijd tegen klimaatverandering en milieuschade. Herbebossing is gericht op het vastleggen van koolstofdioxide, het herstellen van ecosystemen en het bestrijden van woestijnvorming.

Afrika is het middelpunt van veel grootschalige herbebossingsprojecten waaronder het African Forest Landscape Restoration Initiative (AFR100). Onderzoekers aan de Universiteit van Liverpool waarschuwen voor de risico’s van herbebossingsprojecten daar.

Het AFR100 initiatief streeft naar het herstel van 100 miljoen hectare aangetast land in Afrika tegen 2030, maar de helft van dit land ter grootte van Frankrijk bestaat uit savannes en andere niet-bosgebieden. Volgens de onderzoekers kunnen de goed bedoelde inspanningen leiden tot het verstoren van bestaande ecosystemen.

Savanne is geen bos
Het gevaar schuilt in de classificatie van ecosystemen. De huidige definitie die door de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties voor bossen wordt gebruikt – een landoppervlak van meer dan 0,5 hectare met bomen hoger dan 5 meter met een bedekking van bladeren van ten minste 10% – omvat onbedoeld open ecosystemen zoals savannes. Hierdoor geldt het planten van bomen als onderdeel van herbebossingsprojecten in deze gebieden onterecht als passend.

Hoofdonderzoeker Kate Parr benadrukt de ernst van deze onjuiste classificatie. Door savannes te behandelen als gebieden die behoefte hebben aan boomherstel, vormen deze projecten een bedreiging voor de unieke ecologische balans van graslanden. Het planten van bomen in savannes zorgt voor een dichtere begroeiing en vermindert de hoeveelheid licht die de grond bereikt. Daardoor veranderen de grasachtige kenmerken van de savanne. Dat veroorzaakt een heel andere leefomgeving voor wilde dieren zoals neushoorns en gnoes én voor voor mensen die afhankelijk zijn van deze graslanden. De boomplanters houden geen rekening met de risico's die dat voor dieren en mensen inhoudt.

Bovenop deze onnadenkendheid komt ook nog eens dat bijna 60% van de herbebossingsprojecten in Afrika niet-inheemse boomsoorten gebruikt. En daar weer bovenop stapelt zich de toename van invasieve soorten die met de uitheemse bomen meekomen. Zij vormen een risico omdat ze insecten en andere organismen mee kunnen brengen die de ecologische balans verder in gevaar brengen.

Het onderzoek brengt belangrijke inzichten aan het licht die niet uniek zijn voor Afrika. Ook andere niet-bosgebieden, zoals de savannes en graslanden in India en Brazilië, worden geconfronteerd met soortgelijke uitdagingen bij herbebossingsprojecten.

Herziening classificatie
“Het herstel van ecosystemen is nodig en belangrijk, maar het moet worden uitgevoerd op een manier die geschikt is voor elk systeem”, aldus Parr. De onderzoekers pleiten voor een herziening van de classificatie zodat savannes niet langer worden verward met bossen. Zo kan worden voorkomen dat cruciale graslanden voor wilde dieren en mensen onbedoeld worden aangetast en het bedoelde herstel van bossen contraproductief uitpakt. Tot zover heeft het AFR100 initiatief zich alleen in Kenia toegelegd op het herstel van graslanden. Het rampje van goedbedoelde ecologische onnozelheid dommigheid die de natuur schaadt om het klimaat te redden, is nog beperkt.