Ongeveer achtduizend kraamverzorgers werken via een cao. Zij krijgen er met terugwerkende kracht per januari 3,5 procent bij, in april nog eens 3,5 procent en in juni weer 3 procent. "Daarmee is de loonachterstand ten opzichte van andere zorg-cao's ingelopen", zegt vakbondsbestuurder Feli Escarabajal van FNV Zorg & Welzijn.
Tegelijkertijd is zij nog steeds bezorgd over het hoge ziekteverzuim (10 procent), de onvoorspelbaarheid van het kraamzorgwerk en de werk- en rusttijden. "Werken in de kraamzorg moet aantrekkelijker worden", zegt Escarabajal. In juni presenteren de werkgevers en de vakbonden samen een lijst maatregelen om het werk prettiger te maken.
CNV-bestuurder Marloes Kortland hoopt dat de "leegloop in de sector" stopt met de loonsverhoging en de aanvullende maatregelen. "Nu al krijgen jonge ouders veelal aanzienlijk minder uren kraamzorg dan nodig."
Dat komt door schaarste aan beschikbaar personeel, zeker als er opeens veel kindjes tegelijk worden geboren en in de vakantieperiode. Het wettelijke minimumaantal uren kraamzorg dat ouders moeten krijgen is 24 uur. Maar eigenlijk zou je standaard 49 uur verdeeld over de eerste week na de geboorte moeten krijgen.
Leden van FNV en CNV moeten nog wel stemmen over het onderhandelingsresultaat. Naast de bijna achtduizend mensen die onder deze cao vallen, zijn er ook duizend zzp'ers werkzaam in de sector.