top of page
  • Bas Belder

“Wat denken die linksen wel? Ze leven in veiligheid. Niemand ontvoert hun kinderen. Niemand verkracht hun vrouwen. Niemand beschiet ze met raketten"

Zeruya Shalev. Foto Wikipedia


Het bovenstaande is een krachtig citaat van de Israëlische auteur Zeruya Shalev als kop boven een interview (12 februari) met de schrijfster in NZZ.


De Zwitserse kwaliteitskrant sprak Shalev in Zürich tijdens haar leestournee ter gelegenheid van de Duitse vertaling van haar controversiële eerste roman “Niet ik” (1993!).


Al op zesjarige leeftijd schreef Shalev gedichten. Treurige gedichten. Vanwege het verlies van een geliefde. Haar moeder verloor haar eerste man, niet de vader overigens van de schrijfster. Maar dat verlies stempelde het dagelijkse leven, Shalevs kinderjaren.


De Israëlische auteur vertelt dat haar grootouders in de jaren twintig van de vorige eeuw een kibboets stichten aan de oever van het Meer van Genezareth. “Bij de stichting van de staat Israël in 1948 werden de kibboetsiem voortdurend bedreigd. De eerste man van mijn moeder had de Shoah overleefd. Hij werd gedood toen hij met andere jongeren de kibboetsiem tegen de troepen van het Arabische Legioen verdedigde.”


Shalev wijst op de permanente dreiging van oorlogsgevaar in de Joodse staat. Daar groei je mee op. Het land is immers omsingeld door vijanden. Jonge mensen moeten in militaire dienst, sneuvelen in de oorlog. “Je moet je in het alledaagse leven op leed instellen. Het is niet anders. Op 7 oktober werden onze angsten bewaarheid. Een nachtmerrie werd werkelijkheid.”


De schrijfster zegt tijdens het interview ook dat het bloedbad als het ware in de lucht hing. Maanden vonden protestdemonstraties tegen de justitieplannen van premier Benjamin Netanyahu plaats. Israël raakte daardoor verzwakt, omdat het met zichzelf bezig was. “Velen vemoedden dat er iets zou passeren. Israël heeft zoveel vijanden. Die wachtten er slechts op om onze verwarde, woedende en verdeelde land aan te vallen.”


Zelf raakte Zeruya Shalev in 2004 zwaar gewond bij een bomaanslag. Pas een half jaar later, toen ze haar benen weer kon gebruiken, kon zij zich weer aan schrijven zetten. Nu, na de verschrikkingen van 7 oktober, voelt Shalev zich opnieuw “volledig verlamd”. Sindsdien heeft ze geen letter literatuur meer geschreven. Alleen nog essays voor kranten of teksten voor toespraken “die ik houd voor demonstranten voor de vrijlating van de gegijzelden”. En ook in memoriams.


Was Shalevs schrijfblokkade in 2004 vooral persoonlijk, dan ligt dat nu wat anders: “Het collectieve trauma verlamt mij. Het gaat niet om mij en de smart die een verwonding mij zou toebrengen. Het hele land is verwond.” Haar grootste wens is de levende terugkeer van de gegijzelden. Daarom draagt zij een halskettinkje met de Engelse tekst: “Ons hart is in Gaza gevangen. Breng ze thuis”.


Scherp spreekt Shalev over linkse sympathisanten van Hamas: “Hoe kun je jezelf links noemen en een terreurorganisatie bagatelliseren, die de ergste oorlogsmisdaden pleegt, die homoseksuelen laat ophangen en vrouwen geen rechten geeft? Links legt precies een grote huichelarij aan de dag.” Daar schaart de schrijfster evengoed Jodenhaat onder.


Kunstenaars buiten Israël die de Joodse staat willen uitsluiten van het Eurovisiesongfestival in mei in Zweden zetten de wereld op haar kop, schampert Shalev: “Wat denken deze lieden wel? Zijn leven in veiligheid en vrede. Niemand valt ze aan, niemand ontvoert hun kinderen, niemand verkracht hun vrouwen, niemand schiet met raketten op ze. Israëlische kunstenaars en musici spannen zich in voor een vreedzaam samenleven tussen Arabieren en Israëli. Onder hen zijn vele vredesactivisten. En die wil men nu zo bestraffen?”


Het vredesproces hangt maar van één vraag af voor de auteur: willen de Palestijnen een staat, die vreedzaam, zij aan zij, met Israël leeft of willen ze een terreurstaat?


Intussen constateert de Israëlische schrijfster hoe sterk de geestkracht blijkt te zijn onder de Israëlische bevolking in de traumatische maanden na die inktzwarte 7e oktober. Velen willen helpen. Mannen en vrouwen melden zich vrijwillig bij het leger aan. Vrouwen koken voor het leger. Shalev zegt zelf elke week twee koeken te bakken voor de soldaten. “In Israël bestaat er een sterke burgermaatschappij”, besluit ze. “Dat is het goede aan het verschrikkelijke. Ik hoop dat deze positieve en moedige geest zal overwinnen.”

Bas Belder, historicus



1.217 weergaven2 opmerkingen
bottom of page