INTERVIEW

Zelfmoorden, gezinsdrama's en auto-ongelukken: in het mortuarium zag Jean-Louis alles wat een mens niet zou mogen zien

Jean-Louis brengt de dagen door tussen de doden
© Privéfoto
Stel je voor. Na jaren de lichamen van het spoor te hebben geborgen, besluit je te stoppen met werken in de kelder des doods: het mortuarium. Aan de keukentafel geeft je moeder je het advies begrafenisondernemer te worden. Je bent immers een kenner van de dood. Een paar weken later wordt zij je derde klant. Dat is het verhaal van Jean-Louis Margaretha.
"Het was een jonge vrouw, begin dertig, denk ik. Ze had kleine kinderen die ze net van school gehaald had. Plots kreeg ze een acute hartstilstand en viel in de gang op de grond. Het noodlot sloeg daar toe.
Toen wij even later de woning binnen stapte, zag ik dat diezelfde gang vol hing met foto’s van dit jonge gezin. Alles daar ademde liefde uit.
Samen met de moeder van de overledene heb ik haar verzorgd op bed. Toen we naar buiten liepen om de uitvaartkist uit de auto te halen, kwam haar partner naast me staan. Hij sloeg zijn arm om me heen, keek me recht aan en zei: ‘Kan je mij alsjeblieft uit deze nachtmerrie wakker maken?’
Op dat moment brak ik gewoon. Zodra ik daar klaar was, belde ik direct naar huis. Gewoon omdat ik even wilde weten of alles goed was. Die momenten komen echt binnen, en vergeet je nooit meer.

Koud, stijf en onbekend

De eerste weken had ik er nachtmerries van. Die inwerkperiode was een hel. Op mijn eerste werkdag lag er een dode vrouw op zo’n tafel en ik stond bevroren tegen de muur aan gedrukt. Toen zei de manager: ‘Kom je nou om te kijken of kom je om te werken?’
Het is koud, het is stijf, het is onbekend. Ik wilde er bij uit de buurt blijven, want de mens heeft van nature een angst voor de dood. Mijn moeder zei toen tegen mij: ‘Jean, wees niet bang voor de doden, maar wees bang voor de levenden. De doden doen niks, en als ze wel wat doen, dan zijn ze niet dood.’
'De mens heeft van nature een angst voor de dood'
© Privéfoto
Na een tijdje verdwenen de nachtmerries, maar ook in de jaren erna lag ik er soms wakker van. Ik zag alles wat een mens niet zou mogen zien, dus het werk heeft een heel zwarte bladzijde. En daar zit je vaak zelf mee. Je gaat niet thuis aan de keukentafel vertellen dat je over 800 meter spoor menselijke delen hebt geborgen. Eén van mijn beste vrienden heeft een eigen saladeketen, die wil helemaal niks van de dood weten. De ander is kapper. In het dagelijks leven praat ik daar dus niet zo over.
Soms moest ik huilen tijdens mijn werk. Er werd eens een heel jong persoon binnengebracht die bij een auto-ongeluk heel zwaargewond was geraakt en uiteindelijk was overleden. Toen ik zag hoe het lichaam toegetakeld was, drong dat tot in de kern bij me door. Dat breken is ook wel fijn af en toe, omdat het me eraan herinnert dat ik mens ben.

Kist gevallen

Maar er wordt ook heel veel gelachen, hoor. Een paar jaar geleden, op een winterse dag, had ik samen met haar familie een overleden vrouw verzorgd. Als je de kist gaat verplaatsen, hoor je ‘m dicht te doen met sluitschroeven. Maar wij dachten: we hoeven maar twee kilometer te rijden, dus we doen gewoon de deksel erop.
Het was glad en donker buiten. Op het moment dat wij de kist in de auto wilden gaan tillen, stapte ik op een grote putdeksel, met daarop allemaal ijs. Ik gleed uit en in mijn val trok ik de kist mee. Het enige wat ik dacht was: die kist mag niet vallen. Als dat gebeurt, vliegt de deksel eraf en ligt die mevrouw gewoon op straat. Dan is het klaar voor mij.
De kist belandde boven op mij, waardoor mijn collega kon voorkomen dat-ie op straat kletterde. Op dat moment schrik je je wezenloos, maar achteraf kan ik erom in mijn broek plassen van het lachen. We hebben het er nog steeds wel eens over.
Ondanks de zware momenten, gaat Jean-Louis met plezier naar zijn werk
© Privéfoto

Mijn derde klant

Ondanks de leuke momenten maakt het werk een ander mens van je. Ik denk dat het je verhardt. Het is niet iets wat ik mijn hele leven vol had kunnen houden. Een paar jaar geleden is er een gezinsdrama geweest in Dordrecht. Een persoon heeft daar zijn gezin om het leven gebracht. Het moment waarop ik daar naar buiten stapte, dacht ik voor het eerst: dit wil ik niet meer.
Mijn moeder zei toen: ‘Jean, waarom begin je niet voor jezelf?’ Zij heeft mij daarin aangespoord. Ik ben nooit heel ondernemend geweest, maar ik kan wel heel impulsief zijn. Dus een paar maanden later, op 1 februari 2021, schreef ik mijn eigen bedrijf in. Als begrafenisondernemer. Dan hoef je de overledenen niet meer op te halen en te verzorgen, maar regel je de uitvaarten.
Helaas heeft mijn moeder dat niet zo lang mogen meemaken. Zij ging twee maanden later tijdens de pandemie naar Curaçao om onze familie bij te staan en mensen te helpen, want het eiland was heel zwaar getroffen door corona. Daar is ze zelf besmet geraakt en overleden. Ze was mijn derde klant.

Afscheid

Een hele strenge, maar rechtvaardige en warme vrouw. Zo zou ik haar omschrijven. Soms hadden we ook felle ruzies, bijvoorbeeld over keuzes die ik maakte en waar zij niet achter stond. Dat kon over mijn werk gaan, of over de opvoeding van de kinderen. Ze kon heel boos worden en dan schreeuwde ze zo hard dat de hele straat kon meegenieten. Mijn moeder was geen onredelijke vrouw, want achteraf gezien was elke keer dat ze ontplofte meer dan terecht. Ze wilde alle vier haar kinderen op het rechte pad krijgen.
Jean-Louis met zijn moeder en haar nichtje
© Privéfoto
Ze was zo trots op me. Ze was mijn alles. Ik denk nog vaak terug aan het moment dat ik afscheid van haar nam op Schiphol, niet wetende dat het de laatste keer was. Als ik dat had geweten, dan had ik haar niet laten gaan.
Nu leef ik wel bewuster, denk ik. Door haar, door mijn werk, door de dingen die ik heb gezien. Ik maak me alleen nog druk om de dingen die ertoe doen. Ik stel niets meer uit. Ik weet één ding heel zeker: niemand garandeert me dat ik er over vijf minuten nog ben.

Tussen de vissen

Duiken is mijn grote passie. Ik doe het niet veel, alleen als ik op Curaçao ben. Ik heb daar eens een duikongeluk gehad.
Ik zat op twintig meter diepte en mijn lucht was op. Ik keek naar boven. Dat is nog een lange weg, dacht ik. Ik begon naar boven te zwemmen. Ik weet nog heel goed dat ik dacht: dit ga ik nooit redden. Maar ik ben geen enkel moment bang geweest om dood te gaan. Ik vond rust in de gedachte dat de kans heel reëel was dat ik het niet zou halen.
Ik had niet veel laatste gedachtes. Er schoot een herinnering aan me voorbij, van mijn opa. ‘Ga je mee duiken?’, vroeg ik hem. Hij antwoordde: ‘Jongen, zolang ik geen vissen door de stad zie lopen, heb ik daar beneden niks te zoeken'."
Jean-Louis Margaretha is oprichter en eigenaar van Margaretha Uitvaartzorg. Op zijn website, uitvaartverhalen.com, schrijft hij over alles wat hij meemaakt in zijn nauwe verbintenis met de dood. Ook is hij bezig met een boek, waarin zijn ervaringen gebundeld worden.

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip voor de redactie? Stuur ons een bericht, foto of filmpje via WhatsApp ons of Mail: nieuws@rijnmond.nl