Theorie: Daarom was dementie onbekend bij de oude Grieken en Romeinen

Medische teksten uit het oude Griekenland en Rome laten zien dat dementie niet echt bekend was. En onderzoekers denken nu te weten hoe dat komt.

De oude Grieken en Romeinen, die ver voor het begin van onze jaartelling leefden, hadden uiteraard geen smartphone of Spotify-abonnement. Sindsdien heeft de mens zich natuurlijk sterk ontwikkeld, maar afgezien van zulke materiële verschillen waren de mensen van toen vrijwel identiek aan ons.

We slapen, eten, vrijen, denken, praten en filosoferen over het leven net zoals zij dat vroeger deden. Het ligt daarom voor de hand om te denken dat de mensen in het oude Griekenland en Rome ook dezelfde ziekten hadden als wij nu.

Maar een duik in medische teksten uit die tijd laat zien dat dit niet per se het geval was.

2500 jaar oude medische aantekeningen

Een ziekte die tegenwoordig veel ouderen treft, maar die bij de oude Grieken en Romeinen niet voorkwam, is dementie.

Door medische teksten van tot 2500 jaar oud door te spitten, ontdekte een groep onderzoekers dat ernstig geheugenverlies in die tijd uiterst zeldzaam was. En het kwam zeker niet voor op de bijna epidemische schaal die we tegenwoordig in westerse landen zien.

‘De oude Grieken deden maar een paar verwijzingen (en die hebben we gevonden) naar iets wat leek op wat wij kennen als milde cognitieve stoornissen,’ zegt hoofdonderzoeker Caleb Finch, hoogleraar aan de USC Leonard Davis School of Gerontology.

De oude Grieken wisten dat veroudering invloed heeft op het geheugen, maar absoluut niet op de manier die we tegenwoordig kennen van alzheimer en andere vormen van dementie, waarbij er sprake is van massaal geheugenverlies en een verminderd vermogen om je uit te drukken en te denken.

Medische teksten uit het oude Griekenland beschrijven dat ouderen vaak gehoorverlies, duizeligheid en spijsverteringsklachten ervaren, maar er staat niets algemeens in over geheugenverlies.

Lood in wijn

Een paar eeuwen later vermelden Romeinse medische teksten echter hoe sommige mensen als ze de 80 naderen plotseling moeite krijgen met het leren van nieuwe dingen. Er wordt ook gesproken over de beroemde senator Valerius Messalla Corvinus, die zijn eigen naam vergat. Maar dit zijn nog steeds sporadische gevallen, zonder duidelijk patroon. Er zijn theorieën dat loodvergiftiging een rol kan hebben gespeeld. Het is bijvoorbeeld bekend dat de Romeinse aristocratie loden potten en pannen gebruikte, waterleidingen werden van lood gemaakt en er werd zelfs loodacetaat aan wijn toegevoegd om de smaak te verzoeten. De oude Romeinen kregen dus een hoge dosis van deze schadelijke neurotoxine binnen.

Maar voor Finch was het bestuderen van de oude Grieken en Romeinen niet genoeg. Het antwoord moest ergens anders vinden zijn.

Antwoord in het Boliviaanse regenwoud

Bij gebrek aan bevolkingsdata over de oude Grieken en Romeinen besloot Finch te werken met een andere theorie die zou kunnen verklaren waarom dementie tegenwoordig zo veel voorkomt. Om zijn hypothese te bevestigen, keek hij naar studies van de Tsimané, een hedendaags inheems volk in het Boliviaanse regenwoud.

Een internationaal onderzoeksteam onder leiding van Margaret Gatz, hoogleraar psychologie, gerontologie en preventieve geneeskunde aan de USC Leonard Davis School, ontdekte dat slechts 1 procent van de oudere Tsimané dementie heeft. Ter vergelijking: 11 procent van de Amerikaanse bevolking van 65 jaar en ouder is erdoor getroffen.

Net als de oude Grieken en Romeinen leven de Tsimané in een pre-industriële samenleving, met veel lichamelijke activiteit en geen blootstelling aan vervuiling.

‘Dit is het best gedocumenteerde voorbeeld van een grote ouderenbevolking met nauwelijks dementie, waarbij de gegevens aantonen dat de omgeving een belangrijke risicofactor is,’ zegt Caleb Finch.