Veel automobilisten hebben al langere tijd het idee dat pompprijzen sneller omhoog- dan omlaaggaan bij veranderende olieprijzen. Maar het is lastig om dat aan te tonen. ACM deed hier de afgelopen tijd onderzoek naar en zag dit beleid wel degelijk terug in de resultaten.
De onderzoeker vergeleek CBS-cijfers over de benzineprijzen met de prijzen voor Noordzeeolie. Daarbij zag hij dat alle prijsveranderingen van olie uiteindelijk worden verwerkt in benzinetarieven.
Wel blijkt er een duidelijk verschil tussen de verhogingen en verlagingen te zijn. Vooral in de eerste week nadat de olieprijs is veranderd, zijn de stijgingen van de pompprijs groter dan de dalingen. Na een week neemt dit verschil af.
Prijsbeleid scheelt 2 tot 5 cent per liter
Volgens het onderzoek kostte dit beleid de autorijder de afgelopen vijftien jaar gemiddeld tussen de 2,2 en 4,8 cent per liter. Dat is al snel meer dan 1 euro per tankbeurt.
ACM heeft niet gekeken naar diesel, maar volgens het onderzoek ligt het voor de hand dat bij die brandstof hetzelfde gebeurt als bij benzine. Dat is niet alleen ongunstig voor dieselrijders, maar ook voor transportbedrijven. Vrachtwagens rijden immers vooral op diesel.
Dat tankstations dit beleid hanteren, komt volgens de onderzoeker onder meer doordat automobilisten minder prijsbewust zijn als pompprijzen dalen. Als benzine duurder wordt, zijn ze dus eerder bereid om bij een ander station te gaan tanken dan wanneer de prijzen dalen.
Hij zou graag een verplichte publicatie van pompprijzen zien. De tankstations zouden die data dan in een centraal overzicht moeten zetten, zoals in Duitsland al het geval is.
NUjij: Uitgelichte reacties