De zaak volgt op een onderzoek dat Milieudefensie heeft laten uitvoeren door onafhankelijk onderzoeksbureau SEO. Dat onderzoek laat zien dat zeven grote financiële instellingen, waaronder ING Groep, ABN AMRO en Rabobank, samen verantwoordelijk zijn voor de uitstoot van 158 megaton aan broeikasgassen. Dat getal komt uit de rapportages van de bedrijven zelf. 158 megaton is gelijk aan de totale uitstoot van Nederland in 2022.
ING is volgens het onderzoek verantwoordelijk voor een uitstoot van 61 megaton. Milieudefensie vindt dat ING zich als grootste bank van Nederland meer moet inzetten om klimaatverandering tegen te gaan. Daarom probeert de milieuorganisatie nu via de rechter af te dwingen dat het bedrijf de samenwerking met vervuilende bedrijven beëindigt en zijn uitstoot in 2030 halveert ten opzichte van 2019. Dat is volgens Milieudefensie in lijn met het Parijsakkoord.
In dat akkoord is vastgelegd dat landen zich moeten inspannen om de opwarming ruim onder de 2 graden te houden en bij voorkeur onder de 1,5 graden. Onlangs werd bekend dat de aarde al bijna met 1,5 graden is opgewarmd.
Milieudefensie won in 2019 historische klimaatzaak tegen Shell
Het is niet de eerste keer dat Milieudefensie juridische stappen neemt tegen een bedrijf. De organisatie werd wereldnieuws toen ze een historische zaak won van Shell in 2021. Voor het eerst werd een oliebedrijf aansprakelijk gesteld voor klimaatverandering. Milieudefensie startte de zaak samen met een aantal andere organisaties en zeventienduizend burgers om ervoor te zorgen dat Shell zou handelen naar het Parijsakkoord.
Volgens Milieudefensie rijmde Shells beleid niet met die doelstellingen. De rechter gaf de organisatie daarin gelijk en oordeelde dat het duurzaamheidsbeleid van Shell te weinig concreet is. Door het vonnis moet de oliegigant in 2030 45 procent minder CO2 uitstoten dan in 2019. Shell ging in hoger beroep tegen de zaak.
Donald Pols, de directeur van Milieudefensie, zegt over ING: "De geldschieters van de klimaatcrisis zijn net zo goed verantwoordelijk voor gevaarlijke klimaatverandering als Shell. Want of je nu zelf naar olie boort of voor de boor betaalt: in beide gevallen ben je verantwoordelijk voor de klimaatcrisis."
Rechtszaak geeft signaal af naar bedrijfsleven
Of de rechter Milieudefensie nu in het gelijk stelt of niet, de uitspraak in deze zaak kan in en buiten Nederland wel de toon zetten voor soortgelijke zaken, zegt hoogleraar Internationaal Recht Marcel Brus (Rijksuniversiteit Groningen).
"Het geeft ook een signaal af aan aandeelhouders, consumenten en beleidsmakers: deze bedrijven spelen een serieuze rol in het debat over wie actie moet ondernemen en wat de rol van het bedrijfsleven daarbij is", zegt de hoogleraar.
Brus denkt wel dat het lastiger is om financiële instellingen aansprakelijk te stellen dan de fossiele industrie. "Zij staan weer een stap verder af van de activiteiten die schade aan het klimaat veroorzaken", zegt de hoogleraar. "Daarover kan deze rechtszaak meer duidelijkheid geven." Naar verwachting neemt de zaak jaren in beslag.
ING zegt in een reactie op de rechtszaak dat de wereldeconomie nog grotendeels afhankelijk is van fossiele brandstoffen. De bank zegt aan die vraag te voldoen. Daarnaast investeert ze in duurzame projecten. "We streven ernaar een rol te spelen in de sociale en koolstofarme transformatie die nodig is voor een duurzame toekomst." De bank wil in 2050 netto nul uitstoten.
In december kondigde ING aan in 2040 volledig te stoppen met het financieren van olie- en gaswinning. Maar dat is volgens Milieudefensie vijftien jaar te laat.
Werkgeversorganisatie VNO-NCW vindt dat klimaatregie bij de politiek moet liggen, en niet bij de rechter. "Van een Angelsaksische cultuur van allerlei rechtszaken wordt niemand beter", reageert de organisatie. "Zeker niet als we werkelijk succesvol willen zijn voor het klimaat. Dat vraagt vooral intensieve samenwerking tussen overheid, bedrijven, vakbonden, ngo's en wetenschappers."
NUjij: Uitgelichte reacties