Verdachten schietincident Maria in Campislaan Assen: ‘Wij werden aangevallen’

16 januari, 11:55 • 2 minuten leestijd

Mensen kijken toe hoe hulpdiensten te werk gaan nadat het schietincident heeft plaatsgevonden © Persbureau Meter

Twee Assenaren (21 en 27 jaar) die hebben toegeven dat zij hebben geschoten tijdens een massale schietpartij op 4 oktober in de Asser woonwijk Lariks, handelden uit noodweer. Volgens de twee moesten zij zich verdedigen tegen het latere slachtoffer. Ze werden aangevallen met een samoeraizwaard.

Dit zeiden de advocaten van de verdachten tijdens de tweede korte inleidende zitting over deze zaak.

Beide verdachten wilden graag naar huis en de advocaten verzochten de rechtbank om daar, onder voorwaarden, gehoor aan te geven. De Assenaren beloofden de rechter zich aan die voorwaarden te houden, maar de rechter vindt de zaak op dit moment te ernstig om hen vrij te laten. Het staat voor de rechter nog onvoldoende vast dat er sprake is van noodweer.

Het 24-jarige slachtoffer liep tijdens het geweldsincident op klaarlichte dag aan de Maria in Campislaan vijf schotwonden op in zijn lies, buik, rug en been. Hij werd daarna zwaargewond overgebracht naar het ziekenhuis in Groningen. Het slachtoffer zou kort daarvoor stenen hebben gegooid naar de auto van een van de verdachten. De autobezitter en zijn jongere broer wilden daarop verhaal halen.

Zeven betrokkenen reden vervolgens in twee auto's naar de plek waar zij het latere slachtoffer zouden treffen. Die kwam op hen af met een samoeraizwaard, zei de advocaat van de 27-jarige Assenaar tegen de rechtbank. De verdachte zou nog hebben gewaarschuwd en heeft daarna geschoten.

De 21-jarige verdachte schoot alleen in de lucht, verklaarde hij. Hij wilde hier in het begin niets over zeggen tegen de politie, maar gaf later alsnog toe. Zo zijn er kruitresten gevonden op zijn handen en die van de 27-jarige medeverdachte. De 21-jarige Assenaar wordt nog onderzocht door een psycholoog.

De komende periode worden getuigen gehoord bij de rechter-commissaris. De volgende zitting staat gepland op 6 maart. Ook dan wordt de zaak nog niet inhoudelijk behandeld.