Soedanese vluchtelingen: “Uitgestelde rechtvaardigheid is geen rechtvaardigheid!” (beeldverslag)

Zo’n zestig mensen, voor het merendeel van Soedanese herkomst, namen vanmiddag deel aan een demonstratie in Den Haag die was georganiseerd door de Sudanese Refugees Organization (SRO). Het strijdbare protest begon bij het ministerie van Justitie en het kantoor van de IND aan de Turfmarkt en voerde naar de Tweede Kamer aan de Bezuidenhoutseweg. Onder de demonstranten bevonden zich ook Doorbraak-activisten.

De actie richtte zich tegen het uitstelbeleid van de IND, waardoor Soedanese vluchtelingen nog eens 21 maanden moeten wachten voordat de IND een beslissing gaat nemen over hun asielaanvragen. Dat komt omdat de regering in juli 2023 een moratorium voor Soedanezen heeft vastgesteld. Die vluchtelingen moeten nu in verschrikkelijke onzekerheid wachten op een beslissing die voor hen letterlijk en figuurlijk van levensbelang is. Volgens de SRO is de IND met de levens van Soedanezen aan het sollen. En dat moet stoppen. Alle Soedanezen moeten verblijfsrecht krijgen.

Tijdens de demonstratie werden leuzen geroepen als “Justice delayed is justice denied!” (“Uitgestelde rechtvaardigheid is geen rechtvaardigheid!”). De demonstranten keerden zich niet alleen tegen het migratiebeleid van de Nederlandse overheid, maar ook tegen de bloedige oorlog in Soedan die in april 2023 uitbrak.

Harry Westerink

Haitham van de SRO.

Hieronder de tekst van de speech die Haitham, een van de kartrekkers van de SRO, hield bij het ministerie van Justitie.

Ik sta vandaag niet alleen voor jullie als woordvoerder van de Sudanese Refugees Organization, maar ook als levend bewijs van de beproevingen en het langdurige lijden van de Soedanese asielzoekers. Ik sta op het kruispunt van persoonlijk leed en collectieve kwelling, waar de theoretische constructies van het recht en de mensenrechten op de proef worden gesteld met de grimmige realiteit van onze doorleefde ervaringen.

De essentie van onze bijeenkomst vandaag is niet om te klagen maar om recht te zetten, niet om te beschuldigen maar om te verlichten, en niet om te ontwrichten maar om de pijlers van rechtvaardigheid waar Nederland al zo lang bekend om staat hoog te houden. We zijn hier om een pad te bewandelen van het zoeken naar gerechtigheid naar het eisen van wetgevende actie, een pad dat geplaveid is met de principes die zijn vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

Laten we het eerste onrecht aanpakken: de onrechtvaardige vertragingen in de behandeling van asielaanvragen. Ik ben zelf asielzoeker en heb langer dan de voorgeschreven 21 maanden gewacht zonder beslissing, terwijl anderen in minder tijd een antwoord kregen. Deze discrepantie roept de vraag op: op basis waarvan beslist de IND wiens leven in onzekerheid wordt gelaten? Dit is niet slechts bureaucratische onoplettendheid; het is een directe aantasting van het principe van gelijkheid voor de wet.

Het moratorium van de IND, dat twee jaar achtereen is ingesteld, stelt dat de gevolgen van de oorlog voor Soedanese burgers onduidelijk zijn. Dit staat in schril contrast met de laatste rapporten van internationale organisaties en mensenrechtengroeperingen die een schrijnend beeld schetsen van de situatie ter plaatse. Door de oorlog zijn meer dan 7,3 miljoen mensen ontheemd geraakt; essentiële infrastructuur is verwoest en mensenrechten worden op grote schaal geschonden. Als de eigen rapporten van het Nederlandse ministerie deze bevindingen bevestigen, hoe kan de IND zijn standpunt dan rechtvaardigen?

De psychologische gevolgen van dit moratorium kunnen niet genoeg worden benadrukt. Voor velen van ons heeft de onzekerheid geleid tot nachtmerries, paniekaanvallen en onuitsprekelijke mentale angst, wat mogelijk in strijd is met artikel 3 van het EVRM. De vertragingen in de behandeling van onze asielaanvragen ondermijnen het principe van menselijke waardigheid, zoals erkend in artikel 1 van de UVRM, en kunnen een schending vormen van het recht op geestelijke gezondheid onder artikel 12 van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (ICESCR).

Bovendien mogen we niet vergeten dat we geen enkele misdaad hebben begaan. Ons enige streven is een toevluchtsoord te vinden voor vervolging en oorlog. Dit is in overeenstemming met artikel 14 van de UVRM, dat het recht om asiel te zoeken voor vervolging bevestigt.

De UNHCR heeft ondubbelzinnig opgeroepen tot een eerlijke en efficiënte verwerking van onze aanvragen, een oproep waarop niets is ondernomen. De selectieve behandeling van aanvragen door de IND weerspiegelt een arbitraire uitoefening van discretionaire bevoegdheid, die in strijd is met het beginsel van gelijke behandeling onder de wet.

Het axioma “Uitgestelde rechtvaardigheid is geen rechtvaardigheid” vat onze situatie perfect samen. We verzoeken het parlement en het geachte ministerie om de beslissing over Soedanese asielzoekers te heroverwegen en een einde te maken aan onze benarde situatie.

Tot slot dringen we er bij de IND op aan om zijn praktijken in overeenstemming te brengen met de principes van eerlijkheid, menselijke waardigheid en internationale mensenrechtenverplichtingen. Versnel onze asielaanvragen, zoals is gedaan voor vluchtelingen van andere nationaliteiten die geconfronteerd werden met soortgelijke gruweldaden in oorlogstijd. Laat gerechtigheid niet langer uitgesteld worden; laat het niet langer ontkend worden.

Ik dank jullie allemaal voor het luisteren naar onze benarde situatie.