Een broertje of zusje leuk voor je kind? Integendeel, het leidt tot meer psychische problemen in de puberteit

Het lijkt zo leuk voor de andere kinderen, nog een broertje of zusje erbij. Maar als ze wat ouder worden, blijkt het helemaal niet zo fijn. Tieners uit grotere gezinnen hebben namelijk vaker psychische problemen.

Vooral kinderen die zelf de jongste zijn en die maar weinig schelen met hun broers en zussen zijn ongelukkiger. Dat blijkt uit onderzoek van de Ohio State University bij Chinese en Amerikaanse gezinnen. “Het is opmerkelijk dat dit voor kinderen in beide landen geldt”, zegt sociologieprofessor Doug Downey. “Dat hadden we echt niet zien aankomen. Andere studies hebben eerder wel aangetoond dat er ook voordelen zitten aan broers en zussen, dus onze resultaten lagen allesbehalve voor de hand.”

Liever geen broers en zussen
Aan het onderzoek deden 9400 14-jarigen uit China mee en ruim 9100 Amerikaanse kinderen van dezelfde leeftijd. Door het één-kindbeleid in China had ruim een derde van de Chinese kinderen geen broers en zussen tegenover minder dan 13 procent van de Amerikaanse tieners. In beide landen kregen de jongeren een berg vragen voorgeschoteld over hun psychische gezondheid.

Daaruit bleek dat in China de tieners het beste af waren als ze geen broers en zussen hadden. In de Verenigde Staten hadden de kinderen met nul of hooguit één broer of zus de minste psychische problemen.

Weinig leeftijdsverschil
Over de Amerikaanse kinderen waren iets meer gegevens beschikbaar. Zo waren zowel volle als halfbroers en -zussen slecht voor de psychische gezondheid. Het slechtst voor het welzijn van de tieners zijn oudere broers en zussen en als er weinig leeftijdsverschil is. Vooral als de kinderen binnen een jaar van elkaar zijn geboren had dat een negatieve invloed op hun psychische gezondheid.

Aandacht van ouders
De grote vraag is natuurlijk: waarom is dat zo? Je kunt ook denken dat het juist zorgt voor meer geluk, aangezien je meer gezelschap hebt en meer mensen, die dichtbij je staan, die je om hulp kunt vragen. Maar volgens de onderzoekers zit het anders. Het heeft vooral te maken met de hoeveelheid aandacht van de ouders. “Als je de ouderlijke hulpbronnen ziet als een taart, dan betekent het dat één kind de hele taart krijgt, dus alle aandacht en hulp van zijn vader en moeder”, zegt Downey. “Per kind extra moet je de taart delen en krijgt elk kind dus minder tijd en aandacht van zijn ouders en dat kan impact hebben op de mentale gezondheid.”

Dat een klein leeftijdsverschil de grootste negatieve invloed heeft, ondersteunt die verklaring. Kinderen die bijna even oud zijn, concurreren om dezelfde soort middelen van de ouders, aldus de onderzoeker. Er is echter ook nog een andere mogelijkheid. Het kan zijn dat gezinnen met veel kinderen ook op andere manieren anders zijn dan gezinnen met weinig kinderen. Mogelijk zijn ze minder welvarend of religieuzer, wat impact kan hebben op de psychische gezondheid van de tieners.

Rijkere gezinnen
De data uit China en de VS bevestigen die verklaring deels. Voor beide landen geldt dat kinderen uit rijkere gezinnen zich het beste voelen. En dat zijn in China de gezinnen met maar één kind en in de VS die met een of twee kinderen. Toch is dat maar een deel van het verhaal. “Wat wij hebben ontdekt is dat als je al het bewijs optelt het effect van broers en zussen op het levensgeluk meer negatief dan positief is”, zegt Downey.

Die geeft nog wel aan dat de cijfers niets zeggen over hoe goed de band is tussen broers en zussen. Het lijkt logisch dat als de band beter is dit voordelen heeft voor kinderen en mogelijk ook meer positieve effecten op de psychische gezondheid.

Betere sociale vaardigheden
Ook moeten we wel even aanstippen dat er eerdere studies zijn die uitwijzen dat bijvoorbeeld kleuters iets betere sociale vaardigheden hebben als ze die konden oefenen met broers en zussen. Ook zou de kans op een echtscheiding kleiner zijn bij mensen met meer broers en zussen.

“Het is niet gemakkelijk om al deze resultaten te verklaren. Daarvoor is nog meer onderzoek nodig”, benadrukt Downey. “Dat is extra belangrijk nu in veel landen de geboortecijfers onder druk staan. Daarom is het eens te meer nodig om de consequenties te kennen van het opgroeien met weinig of geen broers en zussen.”

Bronmateriaal

"Number of Siblings and Mental Health Among Adolescents: Evidence From the U.S. and China" - Journal of Family Issues
Afbeelding bovenaan dit artikel:

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd